vrijdag 29 maart 2019

Vlieg met maar 1 vleugel

Vandaag zag ik tussen de kiezel een vlieg lopen, die slechts 1 vleugel had. Hij scheen zich nog goed te kunnen redden, al kon hij niet meer vliegen. Het was een blauwe vlees (brom)vlieg. ik heb hem aangemeld bij Waarnemingen.


Vleugelschade komt best wel veel voor bij insecten. Vogels kunnen schade goed repareren: door de rui, maar insecten hebben dat niet. Als zij schade hebben aan de vleugels moeten ze het meestal maar zien te redden. Als vliegen de helft van een vleugel missen zijn ze nog wel in staat om te vliegen. De kapotte vleugel heeft minder draagkracht, maar de vlieg compenseert dat door sneller met de vleugels te klapperen. In feite hoeft dat alleen maar met de kapotte vleugel, maar dat gaat jammer genoeg niet: vliegen is nl alleen mogelijk als de vleugels met dezelfde frequentie klapperen. Dus de vlieg moet dan wel met beide vleugels de frequentie opvoeren (10%). Om niet in een "roll" te komen en neer te storten doet de vlieg iets anders nl. de grootte van de vleugelslag aanpassen. Het lijkt een beetje op een roeibeweging: met de beschadigde vleugel maakt de vlieg een roei van voor naar achter en weer terug. De gezonde vleugel maakt tegelijkertijd een kortere roei dan voorheen. Die asymmetrie heft de rolbeweging op. Hierdoor draait de vlieg 10% naar de kant van de kapotte vleugel maar levert wel een beetje aan snelheid in. (met dank aan Resource Wageningen info)


De vlieg op mijn foto lijkt de voor en achtervleugels aan de rechter kant kwijt te zijn. hoe dat mogelijk is......geen idee, beetje vreemd is het wel.
Ik had me altijd al afgevraagd waarom een vliegenlijfje uit zoveel onderdelen bestaat. Op onderstaande afbeelding van Wikipedia kun je zien hoe dat nou precies zit met de vleugels van een vlieg. De vlieg op mijn foto mist dus naast de rechtervleugel ook de rechter achtervleugel (halter, nr 28). Als er 1 of beide halters missen kan de vlieg helemaal niet meer vliegen. Zij zijn belangrijk voor het evenwicht en om snelle manoeuvres te maken.





Het lijf van een vlieg bestaat uit 3 delen: kop, borststuk en achterlijf.
Het borststuk bestaat ook weer uit 3 delen die elk aan alle kanten (boven, onder en opzij) een beschermende plaat hebben. Het borststuk moet ook wel goed beschermd worden want erin liggen de ademopeningen (10= voorste ademopening en 29= achterste ademopening), aan elke kant van het lijf 1.
De platen die aan de bovenzijde gelegen zijn worden de scuta genoemd en bestaan van voor naar achter uit het prescutum (9), het scutum (11) en het scutellum (14). De platen aan de zijkanten worden de pleura genoemd en bestaan uit het propleuron (17), het mesopleuron (19) en het metapleuron (21).
Verder zitten er aan het borststuk 3 paar poten en 2 paar vleugels. De voorvleugels (15) zijn via de vleugelbasis (12) met het lijf verbonden. Elke vliegensoort heeft zijn eigen aderpatroon in de vleugels. de achtervleugels zijn gedegenereerd tot halters (28). Ze zijn langwerpig en eindigen in een knotsje, zijn erg klein en nauwelijks te zien.
Aan de vleugelbasis zitten ook nog 2 andere kleine flapjes, aan elke kant 2 (onderste en bovenste), de alyptra (13); deze dienen ter bescherming van de halters (achtervleugels). De vorm en aanwezigheid van de calyptra zijn binnen de groep van vliegen een belangrijke determinatiesleutel; bij sommige vliegen ontbreken deze structuren.

Ik vond het leuk om deze anatomie te vermelden omdat eea is op mijn foto goed is te zien, mn het scutellum, de calypers, de beschermplaten.

De snelheid waarmee een vlieg kan vliegen verschilt per soort. De huisvlieg bv kan een snelheid bereiken van ongeveer 2 meter per seconde, waarbij de vleugels tot 200 maal per seconde worden bewogen. Hij hoeft de borstspieren maar een klein beetje te bewegen om de vleugels op en neer te laten gaan. Dit komt doordat de vleugels of omhoog of omlaag staan, een tussenpositie is niet mogelijk. De vleugels schieten door de elasticiteit van het borststuk bij een kleine spierbeweging vanzelf door naar een van de twee posities. Dit wordt wel het klikmechanisme genoemd, waardoor de vleugels tot 600 maal efficiënter kunnen worden bewogen.

Misschien tot slot ook nog wel leuk om te vertellen waarom de vliegen ons meestal te snel af zijn.
Vliegen hebben een gezichtsveld van bijna 360 graden. Ze zien ons dus ook als we ze van achteren besluipen. Bovendien verwerken vliegen visuele informatie veel sneller dan wij. Ze onderscheiden zo’n 300 beelden per seconde, tien keer meer dan het maximum dat wij mensen kunnen behappen.
Vliegen merken bewegingen van bijvoorbeeld een naderende vliegenmepper daardoor ook tien keer eerder op dan ons. Ze kunnen daarnaast ook vliegensvlug ontwijkende manoeuvres uitvoeren, wat ze te danken hebben aan speciale zenuwnetwerken die van hun oog direct naar hun vliegspieren en spieren bij de poten lopen. Direct nadat het visuele systeem een naderend gevaar waarneemt, gaat een signaal van het oog naar deze spieren. En hop, weg is de vlieg.
Bij gevaar verandert de vlieg nl. zijn vliegroute. Komt het gevaar van voren dan gooit hij zijn neus omhoog. De vlieg trekt zo als het ware aan de handrem en versnelt daarna de andere kant op. Komt het gevaar van achteren, dan rolt hij om zijn lengteas, waardoor zijn vliegrichting naar opzij afbuigt. Ook hierbij versnelt hij. Meestal bestaat de ontwijkactie uit zowel opzij rollen als de neus de lucht in gooien. Door deze manoeuvres komt het dier weer in een horizontale positie terecht. De hele ontwijkactie kost hem ongeveer 13 vleugelslagen.

Wil je nu een vlieg niet dood slaan maar wel weg hebben, benader hem dan heel langzaam met een glas, vang hem zo en laat hem dan buiten vrij! Bij langzame benadering treedt de springreflex nl.  niet in werking. (met dank aan Quest voor info).

Rondje door mijn tuin 29-03-2019 18 graden

Wat zag ik vandaag weer voor beestjes bij mijn dagelijkse rondje door mijn tuin?

Terrasjes kommazweefvlieg:


Grote veldhommel, koningin. Als het idd klopt dan is het een zeldzaamheid:








Franse veldwesp:









Veelstippelig lieveheersbeestje:


Piamazweefvlieg:


Koperkleurige kniptor die op mijn stretcher belandde:


Viervleks lieveheersbeestje:


Honingbij:







Rosse metselbij, mannetje gezien de licht beharing op het aangezicht:


Franse veldwesp, vrouwtje vanwege de zwarte ogen en geen gekromde uiteinden van de voelsprieten:


Een aantal ervan heb ik aangemeld bij waarnemingen: ze zijn nog niet allemaal beoordeeld:


maandag 25 maart 2019

Wandeling Cranandonckse bos

Vandaag heb ik een kleine wandeling gemaakt in het Cranendonckse bos. De wandelradar gaf een 8 aan, maar het was flink bewolkt en er stond een harde gure wind, dus echt aangenaam was het helaas niet. Desalniettemin was het een leuke wandeling. Ik heb al eerder in dit bos gewandeld, maar dat was dan rondom het kasteeltje Cranendonck. Ik wilde vandaag graag de doorwaadbare plaats ontdekken in dit gebiedje. Het zou in de buurt van het knuppelpad liggen.
Via de van Schoonvorstlaan linksaf de van Hornelaan op, met de bocht naar rechts en linksaf de van Hornelaan vervolgen. Halverwege ligt aan de rechterkant een parkeergelegenheid.

Afbeelding google maps:




Deze 2 lanen zijn samen met de van Sevenbornlaan historische lanen. Zij kwamen al voor op de oudste kaarten die we hebben van dit gebied en waren vormend voor het latere cultuurlandschap hier. Oude delen van de laanbeplanting hier zijn nog intact.
Het Cranendoncks Bos is mogelijk een oud restbos dat bleef voortbestaan in het natte gebied waar de Buulder Aa en de Boschloop samenkomen. Een restbos is een bos wat de bosvijandige Middeleeuwen overleefde en pas daarna sneuvelde of misschien zelfs nog bestaat. Men heeft bij de reconstructie van het restbos  gebruik gemaakt van historisch kaartmateriaal vanaf 1830 tot 1930. Daar waar op alle kaarten bos voorkwam zijn aangemerkt als restbos. (info: https://docplayer.nl/110098888-Bijlage-1-catalogus-cultuurhistorische-inventarisatie-erfgoedkaart-cranendonck-versie-2017.html)
In de jaren 1780 werd het bos door de Nassause Domeinraad nog uitgebreid. In de 19e eeuw bestaat het uit een massief bos van 75 ha groot. Na 1900 zijn vooral aan de noord en oostzijde delen ervan ontgonnen. In het zuiden sluit het bos nu aan op nieuw bos in de voormalige beemden van de Risten en het Buulderbroek.

Parkeerplek met op de achtergrond de van Hornelaan:


De poort was van het slot en nodigde dus uit om dit gebied te betreden:


Het lijkt wel een leuke verzamelweide met verschillende zitbankjes:




Bij een kleine waterplas stonden enkele bankjes:


Het leek op een laagte gevuld met water. Het Cranendonckse bos behoort samen met het Buulderbroek tot een zogeheten elzen broekbos. Het woord ‘broek’ betekent laaggelegen land langs de beek. De elzen en wilgen die hier groeien horen het hele jaar met de voeten in het water te staan. 
Aan de randen van dit bos staan hoge dennen, eiken en berken. De laagtes krijgen vnl kwelwater (ijzerhoudend bruin water (roestwater) vanuit de omgeven liggende hoge bolle akkers. Dit gedeelte van het bos was een iets droger deel.
Over het kasteel heb ik in andere blogposts al veel verteld. Maar mss is het wel leuk om iets over het landschap en de ontginningshistorie te vertellen.
Het kasteel werd rond 1250 gebouwd, en de gracht eromheen werd gevoed door de Buulder AA. De omliggende akkers vormden een landbouwenclave ten behoeve van de aanvoer van grondstoffen aan het kasteel. Het Cranendonckse Bos, wat erachter lag, heeft door de tijd heen veel functiewisselingen gekend. Na het bouwen van het kasteel is het bos ontgonnen, mn de lagergelegen heidegebiedjes in dit bos. Er werden waterlopen gegraven en venige gronden werden gebruikt als hooiland. Zoals ik vertelde bij mijn wandeling in de Risten is dat nog het enige gebied met een veenbodem, de rest van het veen is verdwenen. Omdat er een gebrek was aan landbouwgronden werden de woeste gronden omgevormd naar landbouwgronden waardoor de biodiversiteit veranderde in dit gebied. Daardoor is een uniek afwisselend natuurlandschap ontstaan.
Na de ontginning werden de landen gelegen in het beekdal, met een kenmerkende langwerpige structuur, voornamelijk gebruikt als hooiland. Door de tijd heen werden deze percelen opgedeeld in vele kleine perceeltjes en door de ruilverkaveling is deze structuur helemaal verdwenen.
De ruilverkaveling werd op de gronden rondom het kasteel al eerder in gang gezet. Op deze gronden werd een diversiteit aan agrarische activiteiten bedreven. Gewassen werden hier verbouwd, de landen werden gebruikt voor weidegang van vee en er waren veel hooilanden. De verkavelingstructuur is duidelijk herkenbaar op de historische kaarten.

De oude heideontginningen en het ruilverkavelinglandschap, herkenbaar door de rechte wegen, rechthoekige percelen en lange lijnen met bomen of singels, zorgden voor een sterk contrast met de nabijgelegen bolle akkers en de diverse natuurlandschappen die het gebied kende. Deze structuur is tot op heden nog herkenbaar in het landschap.
Door de komst van het kasteel kreeg het gebied een grote aantrekkingskracht op de omliggende buurtschappen en rondreizende marktkoopmannen (in die tijd bekend als teuten). Dat het kasteel een belangrijke ontmoetingsplaats was in het landschap is duidelijk terug te zien in de oude wegenstructuur. Zo was er in het verleden een rechtstreekse verbinding van het kasteel naar Soerendonk. De van Egmondlaan is hier nog een restant van:


Het overige gedeelte is in de tijd verdwenen. Overigens is een groot gedeelte van de overige historische wegenstructuur vandaag de dag nog in gebruik. De van Sevenbornlaan en de van Schoonvorstlaan zijn hier een duidelijk voorbeeld van. Oude delen van de laanbeplanting zijn hier nog intact.

Als je nu op google maps kijkt naar dit Cranendonckse gebied kun je eea wel herkennen.


Genoeg historie. Verder met de foto's. Hier een plataan:


Bij de platanen heeft men naambordjes geplaatst:


Waarom dat is gedaan heb ik niet kunnen vinden. Dit is nog een jong exemplaar. Platanen kunnen hele grote monumentale bomen worden die voor heel veel schaduw zorgen. Ze worden al eeuwenlang door de mens aangeplant vooral in lanen, vanwege de schaduw. Overal in Nederland staan grote exemplaren, en verder in Europa vind je monumentale kanjers met enorme afmetingen, imposante stammen en gigantische kroonprojecties van meer dan 35 meter! Bij de kasteelruiine staan ook een paar grote platanen.


Ik liep achter om de plas heen, je kon hier ahw vanaf de naadloze oever zo  het water in lopen:


Achter de plas een weiland vol met grote bomen:


Aan het eind daarvan kon ik niet verder rechtdoor, het werd hier natter en er lag een sloot:


Hier ging ik linksaf naar een ander weiland:






Aan het eind hiervan weer linksaf, over een verhard zandpad:


Yes, mijn gevoel had me naar de juiste plek gebracht: daar kwam de doorwaadbare plaats in zicht:


Het gebied hier is in de loop der jaren steeds droger geworden. Gegraven sloten hebben het water te snel afgevoerd, waardoor de bijzondere natuurwaarden van natte bossen en hooilanden verloren zijn gegaan. Een van de maatregelen die men heeft genomen (2016) stond in het teken van het herstellen van de hydrologische situatie zonder dat de buren daar last van ondervinden. Dat kon doordat de gemeente alle gronden rond de laaggelegen percelen zelf in eigendom heeft. Een van die maatregelen was het realiseren van deze doorwaadbare plaats:


Tussen de Broekkant en de Van Hornelaan werd de rijbaan van het Bospad verlaagd en met stenen bekleed. Zodat het water tussen de stenen kan doorstromen. Fietsers en wandelaars kunnen via een brug passeren. Voor paarden werd een bedding van zand ingericht:




Blik achterom:






De Buulder Aa die hier om het terrein van de kasteelruïne stroomt, is de laatste jaren steeds schoner geworden. Het stukje Buulder Aa tegenover de ruïne maakt deel uit van een ecologische verbindingszone. Een stukje natuur dat het ene natuurgebied (Cranendonckse bos) met het andere (de Vloeten) verbindt:


Langs de beek zijn daarom veel bomen geplant op de plaats waar eerst landbouwgrond was. Bij het bruggetje staan enkele enorme platanen, herkenbaar aan de vlekkerige gele schors.


Deze bomen hangen in de winter vol balletjes: de zaden. In de lente vallen ze niet naar beneden maar waaien uit als pluizen in de wind. In het gebied komen onder andere de bosuil en de boerenzwaluw voor. Die heb ik niet gezien. Maar ik zag wel iets anders in een boom: het was duidelijk geen vogeltje: ik denk dat het misschien een observatie camera is om de bosuilen te observeren.........geen idee.....




Ik kwam aan bij het knuppelpad:


Om door het nattere deel te kunnen lopen:






Nestkast voor bosuilen:




Naast bos uilen vertoeven hier ook bos muizen:


Akkerland:


Het Bospad:


Ik ben hier in de buurt nog op zoek gegaan naar de fundering van de pachthoeve Boschhoef. In het kader van de bosaanplant in het Cranendoncksbos in 1787 werd daar een eenvoudige boswachterswoning gebouwd, waarvan de plattegrond bewaard bleef. De kadasterkaart van 1828 toont deze woning in het Cranendonks Bos als een klein gebouwtje gedekt met pannen.


Later blijkt dat een boerderijtje geworden te zijn. Het was toen, evenals de omliggende bossen, eigendom van burgemeester Alexander Rutten, die hier vroeger veel tijd doorbracht. Ook toen hij al op gevorderde leeftijd was, ging hij hier nog dikwijls naar toe. De omgeving werd door de boeren ontgonnen. Op 31-3-1919 kwam hier in dit boerderijtje wat meestal "Boshuuske" genoemd werd, de familie Fieten-Kramers wonen vanuit Sint Odiliënberg. Grappig, ik ken die familie, want ik heb zelf ook jaren in Sint Odiliënberg gewoond. Daarom wou ik dat ook zo graag vinden.
Het Boshuuske kwam leeg te staan en is in de oorlogsjaren afgebroken. De fundering is nog vele jaren in de grond blijven zitten. De karakteristieke boswachterswoning was er niet meer. Nu worden wel nog regelmatig stenen omhoog geploegd.

Er ligt tegenwoordig wel een andere boerderij met de naam Boschhoeve. Het is de mange van Peer Donkers. Dat was vroeger Boerderij Bloem, Bospad 2, Soerendonk, een boerderij aan de rand van het Cranendonckse bos. Hendrik Bloem kocht hier in 1921 22 ha grond met daarop een schuur (met strooien dak) van burgemeester Alex van Uden. Hij verbouwde de schuur tot boerderij.

Via de van Hornelaan weer terug richting kasteeltje:


Bee Deals: voor meer info zie: https://www.beedeals.nl/




van Hornelaan:




De ruïnes van het kasteeltje komen weer in zicht:




De appelboomgaard van slot Cranendonck:




Kijk voor mijn andere blog over kasteeltje Cranendonck hier:
http://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/2018/03/lente-in-het-cranendonckse-bos.html

Met dank aan info:
https://www.yumpu.com/nl/document/read/20581929/catalogus-cultuurhistorische-inventarisatie-erfgoedkaart-/89

Dit was een leuke wandeling, ondanks dat het berekoud was. Ik ben blij dat ik het knuppelpad en de doorwaadbare plaats had gevonden. Toch een beetje eenhistorisch rijk bos hier.