maandag 31 december 2018

Bijzonder mooi insect : slijkvlieg of Elzenvlieg (Sialis cf. lutaria)

In mei 2018 kwam ik tijdens 2 wandelingen de mooie slijkvlieg tegen. Ze is zo mooi dat ik haar in een aparte blogpost nog eens neerzet.

4 mei op de Looserplas in Budel Dorplein:





En op 7 mei bij Kleine Bruggen langs de Buulder AA:




Ze zijn zo bijzonder omdat ze tot een primitieve orde van insecten horen die waarschijnlijk nog sterk lijkt op de familieleden die 100-200 miljoen jaar geleden rondvlogen, midden tussen de dinosauriërs. Ze ondergaan nog een volledige gedaanteverwisseling die 2 tot 3 jaar duurt. Hoe bijzonder is dat!

De slijkvliegen zijn een familie van insecten die behoren tot de familie vliegende insecten en van de orde grootvleugeligen. In de latijnse naam staat cf dat betekent hoogstwaarschijnlijk. Want vanaf  foto's is hij niet te onder te onderscheiden van andere soorten. In ons land worden 3 soorten waargenomen: Sialis fuliginosa - Sialis lutaria - Sialis nigripes. De soorten hebben allen een eigen biotoop.
Sialis lutaria is te vinden bij stilstaand of langzaam stromend water. Sialis fuliginosais vooral bij snelstromend water, Sialis nigripes bij grote rivieren en Sialis flavilatera bij modderig, stilstaand water. In Europa zijn er zes soorten bekend. In de tropen komen de meeste soorten voor, waaronder enkele reuzen met een vleugelspanwijdte van 15 cm.

Ze hebben hun beetje oneerbiedige naam te danken aan het feit dat hun larven zich in het slijk ophouden. De vliegen zelf vind ik persoonlijk heel erg mooi.
Het zijn donkerbruine insecten met grote netvleugels, die in rust als een afdakje over het lichaam zijn gevouwen. De grove aders in de vleugels zijn heel duidelijk te zien. Ondanks de naam is het geen vlieg. Hij heeft nl. vier vleugels. Vliegen hebben er maar twee.


De kop heeft lange antennes die bij sommige soorten op een veertje lijken. De ogen staan aan de zijkant van de kop en bestaan uit veel kleine oogjes. Bovenop hun kop hebben ze nog 3 kleine oogjes staan. Die dienen om licht en donker te kunnen aanvoelen. 


Vooraan op de kop zitten de kaken. Vooral de grotere mannetjes kunnen enorme kaken krijgen die alleen dienen om andere mannetjes uit te dagen en te vechten. Alleen de vrouwtjes bijten. De poten die aan de borst vastzitten, hebben kleine klauwtjes om zich vast te hechten. Lengte is 35 mm. Spanwijdte vleugels 23-35 mm en de vliegtijd mei-augustus.

Volwassen slijkvliegen zijn overdag actief, maar vliegen doorgaans weinig en worden meestal stilzittend op gras of planten direct langs de oever aangetroffen. Ondanks hun goed ontwikkelde monddelen schijnen zij nauwelijks voedsel op te nemen. De volwassen insecten leven niet in het slijk maar bezoeken bloemen voor nectar. Ze leven slechts een paar dagen en verdwijnen meestal in de bek van een vis. Ze zijn het meest actief tegen de schemering.
Voor de paring lokt het vrouwtje mannetjes met behulp van sekslokstoffen.
De eieren worden na paring dicht bij elkaar gelegd in een langwerpig pakket op een blad (soms wel 2000). Als ze vers zijn, is de kleur rood, maar na een paar dagen kleuren ze bruin. Bruine vlekken op gele lisplanten kunnen dus zulke plakkaten zijn.
De larven kruipen uit de eitjes en vallen na het uitkomen vervolgens in het water. Daar ontwikkelen ze zich verder. Eerst leven ze nog vrij in het water en later aan de onderkant van het water (dus in het slijk onder de waterbodem) en leven van micro-organismen. Ze vormen een belangrijke bron van voedsel voor vele vissoorten, dus veel larven zullen het dan ook niet overleven. Soms kruipen ze ook langzaam over de bodem en planten, maar ze kunnen zich ook door kronkelige op-en-neer bewegingen met rukken zwemmend verplaatsen.
De ontwikkeling in het slijk duurt 2 jaar. Na een eerste vervelling graven ze zich in de modderlaag in ( soms heel diep) en ontwikkelen zich tot ware rovers. Het zijn vleeseters en ze hebben daarvoor flinke kaken. Ze dragen aan ieder achterlijfssegment een paar lange, draadvormige tracheekieuwen en aan de punt van het achterlijf een staartdraad. Ze eten vooral wormen, muggenlarven en erwtenmosselen. Maar ze zijn niet kieskeurig: ze lusten ook hun kleinere broertjes wel. Ze vervellen tien keer waarbij ze telkens een groter lichaam krijgen. Na de tweede overwintering verlaat de volgroeide larve het water. Vaak begeeft hij zich wel tot 5 meter van het water vandaan om zich in de losse bodem in te graven. In een onderaards holletje vindt de verpopping plaats. De pop is zeer beweeglijk. Al na 2 weken kruipt de volwassen slijkvlieg uit haar pop.

zaterdag 29 december 2018

De 12 buitengewone belevenissen van Staatsbosbeheer

Aan het begin van dit jaar start Staatsbosbeheer met "Groene voornemens 2019".  Ze spoort ons aan op ontdekkingstocht te gaan door de natuur. Om je tijdens deze wandeling op de mooiste plekjes te laten komen en de natuur op je te laten inwerken. Op hun website vind je tips voor zo'n wandeling:

https://www.staatsbosbeheer.nl/12-buitengewone-belevenissen-januari?utm_source=Nieuwsbrief&utm_medium=E-mail&utm_campaign=2018-12-29+Buitengewone+Belevenissen&utm_term=activiteit&utm_content=12bb-jan

Maar ik hoef niet aangespoord te worden: ik doe dat al, en het is heerlijk. Ik heb al veel stilte momentjes gehad tijdens mijn wandelingen. Kijk maar eens op mijn blog onder het tabje : Foto's waar je stil van wordt:

https://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/p/fotos-waar-je-stil-van-wordt.html

En daar staat mijn stiltemomentje van de afgelopen week nog niet bij:


Het is de bedoeling om elke maand een bijzonder natuurfenomeen te ervaren welke Staatsbosbeheer centraal stelt.

De 12 Buitengewone Belevenissen zijn:
  • wandelingen waar je stil van wordt
  • zie hazen boksen
  • de beste natuurconcerten vind je in de natuur
  • doe eens wild
  • dwaal door een bloemenzee
  • proef de natuur
  • beleef de nacht
  • zie reeen flirten
  • ga terug in de tijd
  • ontdek de wereld van de paddestoelen
  • krijg vieze handen
  • hoor een uil roepen


De eerste is : STILTE. Dus een of meerdere wandelingen kiezen waar je stil van wordt. Het mag ook een enkel stiltemoment zijn. Nou.....die is niet zo moeilijk voor mij denk ik. Ik beleef nu al vaak stilte momenten op mijn wandelingen. Maar er zitten ook moeilijke bij, en grote uitdagingen ook. LEUK!!!!

Ik zie er nu al naar uit. Een leuke variant om mijn wandel-ervaringen via mijn blog te delen. Ik zal al mijn wandeling-momenten op deze site bijwerken en in aparte blogposts zetten.

https://www.staatsbosbeheer.nl/12-buitengewone-belevenissen

Heb je alles aan het eind van het jaar afgevinkt, dan ben je erin geslaagd je goede voornemens in stand te houden en veel mooie natuur ervaringen rijker!

Wandeling Weerteerbos via Hoogbosweg

Vandaag een frisse winterwandeling gemaakt aan de meest zuidoostelijke kant van het Weerterbos. Zie rode pijl op het kaartje:


Via de Anton Philipsweg linksaf naar de Hoogbosweg tot bij de parkeerplaats voor de wandelroutes. Links ligt het deelgebeid Oude Graaf en rechts het deelgebied Bossche Vaart.


Waar ik vandaag heb gelopen is het eerste deel van een wandelroute door het Weerterbos, zie folder van het Limburgs Landschap



Ik heb in andere blogposts al veel verteld over het Weerterbos. Op het eerste kaartje kun je zien dat links de bosdelen Achterste, Middelste en Voorste Hout liggen. Die leverden in de 16de eeuw eikenhout voor lokale adel. In de 19de en 20ste eeuw is het gebied ontgonnen  en ontwaterd (rabattenstructuur) ten behoeve van de bos- en landbouw. Verdere ontwatering heeft ervoor gezorgd dat het gebruik van graslanden werd geïntensiveerd. Hierdoor groeiden venrestanten dicht en de oorspronkelijke natuurwaarden namen af. Naaldhout- en populierenaanplant en intensief grasland bepaalden begin jaren ’90 het beeld. Nadien hebben grootschalige herstelprojecten plaatsgevonden waardoor dit gebied er weer meer natuurlijker oogt.
Aan de rechterkant liggen akkers en graslanden.

Het Weerterbos wordt steeds natter en verandert langzaam in een moerasbos. Aan mijn foto's is te zien dat het aan de rand van het Weerterbos waar ik vandaag was (zuidoost kant) behoorlijk nat is.  Door opvoering van de grondwaterstand en verminderde afwatering blijft er vooral in de winter meer water in het bos staan. Soms zelfs staan bomen in het water. Dat betekent wel dat dennebomen verdwijnen en ook eiken en beukenbomen het moeilijk hebben: ze verdrinken. Eeuwenlang hebben ze op droge grond gestaan en hebben dus diepliggende wortels en halen dus ook van diep water. Nu moeten ze zich weer aanpassen maar of dat lukt? 
De bospaden zijn afwisselend droog en erg vochtig. In plassen en vennen zie je hier de Bosbeekjuffer, Kleine modderkruiper en Beekschaatsenrijder. Dit gebied telt vanaf 1980 ruim 300 hogere plantensoorten waarvan enkele Rode Lijstsoorten. Daarnaast is het een leefgebied voor ruim 20 zoogdiersoorten (waarvan vier vleermuissoorten), 70 vogelsoorten van gesloten en open terrein zoals Wespendief, Havik, Zwarte specht, Kleine bonte specht, Boomvalk, Boomleeuwerik en Roodborsttapuit, 25 libellensoorten (o.a.Grote roodoogjuffer, Plasrombout, Noordse witsnuitlibel en Koraaljuffer), ruim 30 vlindersoorten (Bont- en Spiegeldikkopje, Kleine ijsvogelvlinder, zes amfibieën en twee reptielen (Levendbarende hagedis en Hazelworm). Zeer de moeite waar dus. 

Bij de parkeerplaats stond een mooie info-zuil:







Het was een prachtige dag voor een wandeling: de zon scheen, de lucht was blauw en er lag een mooie rijplaag over het land:


Ik koester dagen zoals deze : het is zo dankbaar om mooie foto's te maken van de natuur in al zijn winterse schoonheid.
Meteen aan het begin van de wandeling lag een kleine plas; er lag een licht laagje ijs op:


Met een flauwe bocht naar rechts gaat het pad verder. Even later linksaf over het Ruttendijkje naar Peerkesbosch:


Leuk aangegeven met een bordje:


Mooi dat rijplaagje op het mos en paddestoeltjes:


Zelfs een opgevroren plasje modder heeft iets moois:


Het wemelde hier van de vogeltjes: aan weerskanten stonden bomen en ze fladderden van de ene kant naar de andere: hier een boomklever, die ik meteen herkende aan zijn luide gekwetter:


Je ziet hem bijna niet maar hij zit er toch echt hoor:


Dit is een grasland aan de rechterkant van het pad, de mooiste foto van vandaag. Het geeft precies de schoonheid weer zoals ik het zag:


En alweer zag ik een roofvogel opvliegen. Ze zitten hier dus wel. Voornamelijk aan bosranden en weilanden of graslanden (beschutting en voedsel mogelijkheden). Helaas weer te laat om hem te fotograferen.

Het pad waarop ik liep was maar een gewoon wandelpad, maar het was hier zoooo mooi. Op de volgende foto is te zien dat er balken over de greppels liggen. Wat daar precies het nut of bedoeling van was heb ik nog niet kunnen ontdekken. Je zou zeggen om in natte sutuaties de oversteek naar het bos te maken. Maar je zou ook kunnen "slootje-springen  "haha"...


Dat heb IK gedaan, want even verderop zag ik paddestoelen; ik moest goed kijken want ze vielen niet echt goed op:


Hoe mooi een boomstronk kan zijn in de winter: met allerlei mosjes en een zwam:


Jonge Brandnetelscheut:


Kijkje achterom: zo mooi deze eikenlaan:


Aan de rechterkant akkerlanden:




Gewoon leuk:




Ik had toch echt n leuk vogeltje gekiekt.....maar nu achteraf zie ik door de bomen het bos niet meer haha......


Nog een keer een slootje overgesprongen om bij de paddestoelen te komen:

Dit is de Gewone krulzoom (Paxillus involutus), een giftige algemeen voorkomende paddestoel die je veel op heidevelden ziet en bij berken, zoals hier:


Dit was een forse: de hoed kan een doorsnede van wel 11 cm hebben en is gewelfd met een sterk ingerolde rand. Later krijgt de hoed een iets ingedeukt centrum. Bij vochtig weer is de hoed wat kleverig. De kleur varieert van geelachtig bruin tot roodbruinachtig. Hier heel veel kleine zwammetjes op de stam:


Dit is de Berkenzwam (Piptoporus betulinus) en is het hele jaar door te vinden op dode of levende oude berken:


De onderkant van het vruchtlichaam heeft een crèmewitte kleur en bevat honderden buisjes waarin zich de sporen bevinden. De buisjes van de zwam staan steeds verticaal, hoe de tak ook aan de boom zit of op de grond ligt. De sporen kunnen zich hierdoor altijd verspreiden. Helaas is de foto overbelicht en is dat helaas minder goed te zien:



  


Dit verschijnsel staat bekend als afbladderende hoedhuid:


De eenjarige vruchtlichamen zijn 10 tot 30 cm groot en versmallend naar de aanhechting met de boom. Ze hebben een roestbruine tot grijzige kleur aan de bovenkant  die om de rand krult en het poriënvlak aan de onderzijde omzoomt. Het vruchtlichaam heeft een bolle tot vlakke vorm en groeit als een bankje:




Men noemt de Berkenzwam ook wel berkendoder. Hij produceert nl. stoffen  die giftig zijn voor de boom en het hout doen rotten. Het is een zogenaamde zwakteparasiet, dat wil zeggen dat hij alleen levende bomen aantast die al op een of andere manier verzwakt zijn. Op gezonde berkenbomen maakt hij geen kans. Eenmaal aangetast is de boom ten dode opgeschreven.
De vruchtlichamen van de berkenzwam leven maar een jaar, maar ze kunnen veel langer aan de boom blijven zitten. De vruchtlichamen worden dan kurkachtig. Als ze oud worden kunnen wormen en schimmels ze aantasten. In allerlei vormen van verval kun je ze dan aantreffen. Zoals hier:


Ik heb eens een zwam opgepakt die los van de boom lag: hij voelt zwaar aan, is kurkdroog en hard als steen:




Op sommige van mijn foto's kun je ook zien dat er zoveel greppels (rabatten) liggen tussen de bomen, in het verleden aangelegd om een nat bos toch geschikt te maken voor bomen en het vele water af te kunnen voeren. Nu zijn veel van die rabatten afgesloten zodat het water blijft staan en het bos daardoor weer natter wordt zoals het van nature was. Soms zie je dat een boom over een greppel is omgevallen en is blijven liggen: dat draagt op een natuurlijke wijze bij aan geleidelijke vernatting, net als blaadjes die in de greppel blijven liggen.

Alles wat omknakt of valt blijft liggen :


Een mooie opvallende verschijning was deze hoge Douglasspar (Pseudotsuga menziesii): gemakkelijk te herkennen aan de geur van de naalden. Als je die tussen twee vingers fijnwrijft ruik je een frisse sinaasappelgeur. Maar dat heb ik niet gedaan. Ik herkende hem aan de lange lichtbruine kegels. De bomen kunnen heel hoog worden en de kegels met daarin de zaden die s'winters aan de takken en twijgen hangen:


Vergroot:


Toen zag ik een beetje een verloederde afrastering. Je mocht er ook niet komen: er hing een bordje "verboden toegang". Ik denk dat dat is om de herten en reeën te beschermen:


Jammer. Dit bos heeft iets mystieks. Iets spannends. Dit nodigt echt uit om er te gaan kijken. Ik heb dat al op meer plaatsen hier in het Weerterbos gevoeld. Hier voelt het net of er zomaar ineens een wild dier voor je neus kan komen te staan. Ik vind het prachtig om hier te wandelen.

Een aanduidingspaaltje van OLAT:


Dit is een onderdeel van het van Hornepad. In mijn vorige blog heb ik hier al over geschreven. Dit is etappe 14: de Wildenberg/A2 – Daatjeshoeve 5,9 km.

Zie ook de link naar de pdf van Limburgs landschap eerder in mijn blogpost:
voor een route door Kempen-Broek : Wandelen in het Weerterbos [ 4,7 km, 6,8 km, 8,2 km, 3,5 km, 9,3 km]:


De verschillende routes zijn uitgezet met paaltjes met schilden met daarop de verschillende symbolen voor de verschillende routes:


De wijdse uitzichten over de akkers aan de rechterkant van het pad waren ook steeds mooi:




Hier en daar doken kleine paddestoeltjes op tussen het mos, maar langs het pad zelf zag ik er geen:




Bandensporen van een jeep hebben diepe sporen achtergelaten waarin het water is blijven staan:


Af en toe hoorde ik roofvogelgeluiden gedragen door de wind galmen door het bos:


Weer zo'n mystiek binnenkijkje in het bos: hier moeten de hoefdieren zitten, veilig verborgen tussen de begroeiing:


Misschien zijn dit looppaden van de dieren:


Een stralend blauwe lucht, wat een heerlijk winterweer:


Het was ook zeer de moeite waard om achterom te kijken: al die prachtige herfstkleuren op deze eikenlaan:


Maar vóór ons was het spannender: er vloog een roofvogel op, waarschijnlijk geschrokken van onze aanwezigheid, gelukkig streek ze vlakbij links in het bos hoog in een boom neer (zie zwarte pijl): en volgens mij zit er daar rechts nog een, misschien een koppeltje:


Vergroot:


Ik had het idee dat het een Slechtvalk (Falco peregrinus) was vanwege zijnflinke typische zit houding en zijn forse borst en korte staart. Hij is een krachtige jager van open land. Toen ik dichterbij wilde komen (want ik heb helaas geen telelens) bleef hij nog een tijdje rustig zitten:


Hier zat hij, aan de linker kant:




Tot hij mij in de smiezen kreeg en weg vloog:


Vergroot: de foto's zijn natuurlijk niet echt bijzonder, maar het is wel bijzonder om deze vogels te zien, en ook al kan ik ze nauwelijks vastleggen: beter iets dan niets denk ik dan maar.


Heidegebiedje: hier staan  hoogspanningskabels die ook staan bij Grashut waar de kijkhut staat:




Mooi open gebied waar in de zomer veel heidelibellen zitten:


Daarna volgde een bocht naar links en weer naar rechts en daar was aan weerszijden bos:

Rechts van het pad weer dat mystieke:




Het geraamte van de bomen vormt een mooi mosaiek tegen de strakblauwe lucht:


Gelukkig kon ik om de plas heen lopen:


De bomen zijn allemaal naar rechts gegroeid:


Netjes op een rij: het resultaat van spontane verjonging van berk:


Een apart gezicht:


Weer een gedeelte met prikkeldraadomheining: dat zijn stukken waar de edelherten zijn uitgezet: de oorspronkelijke bewoners van dit gebied:


Hier bij de T splitsing (komend van links) op de Achterhoutsedijk rechtsaf geslagen weer richting de Hoogbosweg: linksaf (op de foto rechtdoor) gaat naar de Grashut:


Daatjeshoeve kwam in zicht:


Huyskamer Daatjeshoeve is een gerestaureerde boerderij uit 1941, gelegen aan de rand van het Weerterbos, vanwaaruit veel wandel- en fietsroutes starten. Je kunt er ook heerlijk lunchen en dineren. Er is een permanente expositie van de stichting Luchtoorlog-1939-1945 is op het perceel van de Daatjeshoeve gerealiseerd. Er zijn vliegtuigonderdelen en ander materiaal te bekijken uit de Tweede Wereldoorlog.


Laatste blik achterom naar het Weerterbos:


En over de Hoogbosweg weer terug naar de parkeerplaats. Het was heerlijk om in de zon te lopen:


 Ik liep hier aan het uiterste oostelijke deel van het Weerterbos. Op de meeste plekken was prikkeldraad gespannen maar er waren ook open stukken waar je doorheen kon lopen zoals hier:


Maar soms mocht dat ook niet:




Kijkje achterom richting Daatjeshoeve:





Katjes van de Hazelaar:


Solitaire boom:


Leuk: zelfs de maan is te zien: precies in het midden van de foto:


Akkerland:


Ik besloot toch maar weer via de bosrand terug te lopen en moest daarvoor een sprongetje over de greppel maken:



Op deze akker had mais gestaan. De grond was licht bevroren en het leuke daarvan was dat er allerlei pootafdrukken te zien waren:


Leegeknaagde dennenkegel:


Van deze eerste foto weet ik het niet maar de pootafdrukken van de andere foto's zijn van herten:


Het zou van een das kunnen zijn, of een otter??




Ik herken duidelijk de sporen van een hinde en haar kalf:














Leuk hoor, al die sporen op het land! Op de achtergrond de bosrand met het wandelpad:






Kijkje achterom:



Één enkel boompje met een paar rode besjes:


Mooi...zo'n verlaten akkerland, op de achtergrond de Hoogbosweg:


De rand van het Weerterbos:




En toen zag ik plotseling een eekhoorn op de stam met mos:


Hij sprong van boom naar boom, dat was prachtig om te zien. Eigenlijk had ik het moeten filmen. Zoek de eekhoorn:


Hij zit op de middelste boomstam in het midden:

Vergroot:


Daar zit ie...in het midden ( als klein silhouet zichtbaar):




Mooie foto's : ik had hem niet steeds in het vizier maar het is mooi om te zien hoe hij rap en behendig van boom naar boom springt, en zijn staart er zwierig achteraan zweeft:




Een paar foto's waar ik hem wel goed voor de lens kreeg, moest de foto's alleen wel vergroten:










Hier klimt hij weer naar beneden:


Om vervolgens weer uit het zicht te verdwijnen:


En vervolgde ik mijn pad naar de parkeerplaats:







Oud grenspaaltje:


Ik ging nog een keer "over de greppel" omdat ik deze bijzondere zwam zag, ergens tussen de rabatten en greppels van de eikenbomen:



Grote sponszwam???
De grote sponszwam (Sparassis crispa) is een eetbare paddenstoel waarvan de grote geel tot donker geelbruine paddenstoel lijkt op een spons. Maar die komen alleen voor bij dennenbomen. En hier stonden eikebomen. Misschien is het dan de breedbladige sponszwam (Sparassis spathulata, synoniemen: Sparassis laminosa, Sparassis herbstii): een eetbare paddenstoel waarvan de grote witgele paddenstoel die ook op een spons lijkt. Maar......in Nederland is de breedbladige sponszwam zéér zeldzaam. Zeldzaamheid: uiterst zeldzaam (zzzz)
Rode Lijst 2008 Verdwenen (sinds 1987 niet meer waargenomen) (VN). Ik heb het maar meteen aangemeld bij waarnemingen!

locatie verkeerd opgegeven, staat nog rechts in bos voooor de afslag naar links (splitsing)


De paddenstoelen zijn 15 - 30 cm breed, 15 - 25 cm hoog. Ze hebben een bloemkoolachtige structuur met veel, gelobde vertakkingen. De blad- tot waaiervormige lobben staan wijd uiteen en hebben vaak aan beide zijden donkere banden. Ze komt voor op de stammen en stronken van eiken.


Ik wacht maar af wat Waarnemingen ervan zegt. Een dag later krijg ik bericht van Waarneming: " Dit is iets heel ouds, mogelijk een oude Zwavelzwam die uit de boom is gevallen". Jammer...het was ook te mooi om waar te zijn.

De zwavelzwam is een grote houtzwam die is opgebouwd uit een toef vlezige spatelvormige hoeden. Vooral in het beginstadium van hun ontwikkeling bezitten de hoeden allerlei gradaties van witte, gele en oranje kleuren met overgangen daartussen. In een later stadium verdwijnen de felle kleuren. Oude exemplaren worden wit en brokkelig als geitenkaas. Ja....zo ziet hij er iddd ook wel naar uit.
Had ik hem toch wel liever op zijn mooist gezien: (plaatje internet):






En weer terug bij de parkeerplaats, waar dat ven lag, ik heb er nog een paar mooie foto's van gemaakt:




Om nog even bij te komen van een wandeling voor je weer huiswaarts keert:





Wil je alles weten over hoe het vroeger was in het Weerterbos? Lees dan hier:

http://docplayer.nl/13225866-Het-weerter-bos-door-j-h-h-de-haan-weert-met-foto-s-van-de-schrijver.html

Het was weer een prachtige wandeling. Roofvogels gezien, een eekhoorn en heel misschien wel een zeer zeldzame paddestoel. En wat heb ik genoten van dit gevarieerde bos. Er ging veel rust vanuit, ik kwam ook praktisch niemand tegen, maar ik vond het ook een spannend bos. Op naar een volgend deelgebiedje om te gaan verkennen.