dinsdag 1 juni 2021

Wandelingetje langs de Buulder AA bij Kleine Bruggen

Eindelijk weer eens een blogpost. Door ziekte een tijdje niets meer gepost maar met terugwerkende kracht wil ik toch graag mijn mooist foto's in een blogje laten zien.

We hebben ook eindelijk mooit zomerweer. De lente leek wel herfst. Maar het was wel heel goed voor de natuur al dat water wat er uit de hemel is gevallen. Het waterpeil is weer op een goed peil en alles ziet er lekker fris uit.

Vandaag, 25 graden en een mooie blauwe lucht met wat typische hollandse wolkjes, wat foto's die ik heb gemaakt bij de Buulder AA. Er was niet gemaaid en omdat er momenteel veel teken in het gras zitten heb ik maar eeen korte wandeling gemaakt. Wat me meteen opviel is dat ik dit jaar veel andere insecten zag dan voorgaande jaren. Wat daar de reden van is kan ik nu niet zeggen. Misschien dat later in het jaar onderzoekksinstanties daar mededelingen over doen, we zullen het zien.

Foto van het grasland langs de Buulder AA:




Dit is bv zo'n insect wat ik hier niet eerder zag: het is de fraaie schijnbok (tor) (Oedemera nobilis):


Het is een keversoort uit de familie schijnboktorren. Het is een slanke, middelgrote kever met een opvallende metaalglans. De meeste hebben een heldergroene kleur, maar dat kan variëren van blauw tot violet. De dekschilden zijn aan de achterkant sterk versmald aan, waardoor de achtervleugels deels onbedekt zijn. De achterpoten van het mannetje hebben typische sterk opgezwollen dijen. Dit is dus duidelijk een mannetje! Ze voeden zich met stuifmeel en nectar.

Ook dit insect zag ik niet eerder: de lissenboorder of lissnuitkever (Mononychus punctum-album):


Op deze foto helaas niet goed te zien maar het is een snuitkevertje. Hij heeft een kort rond lichaampje  met een omlaag gebogen kop en een opvallend lange snuit. De kleur is donkerbruin tot zwart, de onderkant en de poten zijn lichter door een fijne, fluweelachtige beharing en hebben stevige klauwtjes. De tasters zitten op het midden van de snuit. Kenmerkend is het lichtere tot witte, duidelijk zichtbare vlekje aan de voorkant van de dekschilden tegen het borststuk, hieraan is ook de soortnaam te danken; punctum betekent punt en album betekent wit. Ze eten sap uit bloemen en bladeren en de larven leven van de zaden van de iris.

foto wikipedia:


En deze dan: de macrophya montana (waarom hebben die beestjes niet gewoon een Nederlandse naam die we makkelijk kunnen onthouden):


Het is een parend koppeltje vliesvleugelige insecten uit de familie van de bladwespen. Vliesvleugelig wil zeggen dat ze doorzichtige vleugels hebben wat goed te zien is op deze foto, en bladwespen zijn wespen zonder de bekende wespentaille : ook goed te zien. Ze behoren tot de echte bladwespen  (Tenthredinidae) : de grootste familie van de onderorde bladwespen (Symphyta). Schrik niet: deze groep telt wel ruim 5000 soorten. Het zijn solitaire insecten. Hun borststuk is vergroeid met het achterlijf. Het vrouwtje bezit een legboor. Ze kunnen hun vleugels niet vouwen en leggen deze recht naar achteren op de rug wat gewone wespen niet doen. De lichaamslengte varieert van 0,3 tot 2,2 cm.
















zondag 4 april 2021

Vogels kijken in het Buulderbroek

Vandaag een wandeling gemaakt in het Buulderbroek. De vogels zijn weer druk bezig een partner te vinden en kwetteren erop los. Sommigen zijn zelfs al bezig met het maken van een nest. Omdat ze dan zo druk zijn letten ze niet zo goed op hun omgeving dus heb je meer kans om ze goed te fotograferen.

Dit is de koperwiek, ik heb deze vogel al vaker beschreven:


Ze broedt vanaf eind april tot in juli. In de winter eten ze vnl bessen, wormen en zaden. Hun nest wordt gemaakt van gras, mos, twijgjes met wat modder en bevindt zich op de grond in dichte vegetatie, of ergens laag in bosjes of dode boomstomp. Het heeft de vorm van een kommetje.

Ik zag ook een mooie reiger zitten, maar die zijn altijd erg alert en horen jou eerder dan jij ze ziet. Hij vloog dus op voordat ik hem kon fotograferen. Dan maar een foto in de lucht:


Het was de blauwe reiger. Ik heb hem of haar hier al vaker gezien. Blauwe reigers zijn echte sloot-food specialisten, nou dan kunnen ze hier hun lol wel op"sloten genoeg"! Maar naast vis lusten ze ook best wel graag eens een molletje of muisje.
Ondanks zijn naam is hij vnl grijs van kleur.
Deze reiger broedt van februari tot en met mei, meestal in slordige kolonies in bomen, maar steeds vaker ook solitair. De voorkeur gaat uit naar plekken waar rovers moeilijk bij komen; op eilandjes bv, die zijn hier ook genoeg in het natte bos. Het nest bestaat uit takken, soms aangevuld met riet en waterplanten. Het vrouwtje maakt het nest, het mannetje voert de bouwmaterialen aan. Het nest wordt vaak meerdere jaren gebruikt (maar soms door een roofvogel gekraakt). 

Er houdt zich hier ook een andere reiger op: de grote zilverreiger:


Hij heeft een mooie hagelwitte kleur, een gele snavel en zwarte poten. Het is een overwinteraar die ook sloten opzoekt om te foerageren. Deze reiger broedt van april tot juni bij voorkeur in kolonies in rietmoerassen, oeverzones van meren en plassen, bossen langs rivieren (ooibossen) en aan kusten bij de mondingen van rivieren. Om te nestelen heeft de grote zilverreiger een flinke hoeveelheid overjarig riet nodig, maar geregeld worden ook wilgen gebruikt om het nest in te bouwen. En wilgen staan hier veel, dus vandaar dat hij deze plek heeft uitgekozen.