donderdag 31 mei 2018

Lieveheersbeestjes: voortplanting en ontwikkeling

Lieveheersbeestjes zoeken elkaar op in het voorjaar om te paren, vaak is er aan het eind van de zomer ook nog een tweede generatie. Bij de paring klimt het mannetje half op het vrouwtje waarbij de cloaca contact maken en de bevruchting plaatsvindt.
Op een appelboompje in mijn tuin zitten diverse lieveheersbeestjes, en die zijn allemaal druk in de weerom een nieuwe generatie voort te brengen:




foto 25 mei:  Aziatische lieveheersbeestjes,  2 verschillende ondersoorten:


Hier zie je een Viervlekkig  Aziatisch Lieveheersbeestje Harmonia axyridis f. spectabilis: zwart met 4 stippen.  Behoort tot het Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje  (Harmonia axyridis) Genus Harmonia. Onderfamilie Coccinellinae. Familie Lieveheersbeestjes (Coccinellidae). 

Het lichtoranje beestje lijkt ook een Aziatisch lieveheersbeestje: de Harmonia axyridis. Het is een zeer variabel lieveheersbeestje dat vaak voor determinatieproblemen zorgt. 



Het Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) is een niet inheems lieveheersbeestje. In 2003 voor het eerst waargenomen in Nederland.  De invoering van het Aziatisch lieveheersbeestje in Europa blijkt achteraf een ernstige vergissing. Het beestje is zo’n twintig jaar geleden bewust geïntroduceerd als bestrijder van bladluizen. Maar dat voordeel weegt niet op tegen de nadelen, blijkt uit onderzoek van Wageningen UR (University & Research centre) naar de invasie van het uitheemse insect. Na verloop van tijd bleek dat dit insect, dat hier nauwelijks natuurlijke vijanden kent, ook inheemse lieveheersbeestjes verslindt. Bovendien overwintert de Aziatische variant in grote aantallen in huizen en andere gebouwen waar het door poep voor grote overlast kan zorgen. En verder is gebleken dat dit insect, als de bladluizen op zijn, zich te goed doet aan met name druiven waardoor wijn ernstig in smaak wordt aangetast.
Is herkenbaar aan de zwarte 'M'-vormige tekening op het halsschild. Zoals je op de foto's kunt zien, is de M soms helemaal zwart en soms onderbroken.  Ze hebben een niet altijd even duidelijke plooi op de achterkant van het schild. De kleuren en aantal stippen verschilt.  Hun pootjes zijn licht.




De eitjes worden rond mei in groepjes gelegd tussen bladluizenkolonies, vrijwel altijd aan de onderzijde van bladeren. De eitjes zijn langwerpig ovaal van vorm en oranjegeel van kleur, ze hebben een lengte van ongeveer twee millimeter:

op 31 mei zag ik de eerste eitjes, idd aan de onderkant van een blad:


Ze zijn bijna niet te zien zp klein, het is dat ze een felle kleur hebben anders zouden ze je niet opvallen:


Lieveheersbeestjes ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Het jeugdstadium of larve van deze insecten is wormachtig en lijkt niet op het volwassen insect. Pas in het popstadium wordt het lichaam volledig omgebouwd.



Naarmate de ontwikkeling vordet zal ik deze blogpost verder aanpassen.
Wordt vervolgd.


De langwerpige larven kruipen na enkele dagen uit het ei, ze vreten zich zo snel mogelijk vol en doorlopen het larvale stadium in ongeveer vier weken.Het larvestadium bestaat uit vier stappen, die de instar worden genoemd en gescheiden worden door een vervelling.

Het eerste instar is klein en zwart van kleur.

Het tweede is iets groter en lichter van kleur.

Bij het derde instar zijn de oranje bulten aan weerszijden al goed zichtbaar.

Het vierde instar is het laatste stadium en zal zich aan het eind van het larvestadium verpoppen. De larve hecht hierbij zijn achterlijfspunt aan de ondergrond, meestal een stengel of een blad, waarna de lichaamsvorm drastisch verandert. De pop of chrysalis is druppelachtig van vorm en is in eerste instantie oranjegeel van kleur en glad. Later kleurt de pop bij en heeft een gerimpeld, mummieachtig uiterlijk, de kleur is oranje met rijen zwarte stippen. Als de pop wordt aangeraakt zal deze op- en neergaande bewegingen maken.

De larve is zwartgrijs met gele wratten aan de weerszijden van het lichaam en het heeft drie paar borstpoten. Een larve begint gelijk te eten (lege eischalen en onbevruchte eieren en vooral bladluizen). De larve eet voor zijn ontwikkeling tot pop zo'n 200 á 600 bladluizen.

De larve eet tot dat de huid opensplits. Hieronder is een nieuwe huid die vochtig en zacht is. Hij is dan zeer kwetsbaar. Hierna zal de larve gaan veranderen in een pop. Voor het verpoppen hechten de larven zich met behulp van een schijnvoet vast. De pop is ongeveer 3,5 mm groot, donkergrijs tot zwart met gele vlekken.
Na een paar weken komt de pop uit, en is het een lieveheersbeestje. De voorvleugels, de vliezige vleugels waarmee gevlogen wordt, zijn nog ondoorzichtig en geschrompeld. Ze worden volgepompt met een vloeistof waardoor ze uitvouwen en later uitharden en doorzichtig worden. Het is dan nog niet direct rood en het heeft ook nog geen stippen. Maar 5 minuten later dan wordt het rood (of een ander kleur, dat ligt aan de soort), en de stippen komen daarna te voorschijn. De onderzijde wordt dan zwart.
En je kunt aan de grootte zien of het een mannetje is of een vrouwtje. De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes. Ook zou je het aan de geslachtsorganen kunnen zien, maar die zijn zo klein en zitten inwendig.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten