vrijdag 16 maart 2018

Lente in het Cranendonckse bos

Vandaag heb ik een wandeling gemaakt in het Cranendonckse bos. Ik wilde weer eens langs de Buulder AA lopen maar het was er nat en modderig. Ik heb nog geprobeerd via een weiland langs de AA te lopen maar het weiland stond nogal onder water, dus daar was het nog erger. Toen ben ik naar het kasteeltje Cranendonck gereden en heb daar mijn auto geparkeerd. Het is daar ook heel mooi en niet zo nat. Daar was goed te lopen. Ik wilde de lente zien, horen en opsnuiven. S'middags zou het gaan regenen, dus ik was al op tijd uit de veren.

Plaatje google maps ter orientatie: witte pijl (eerste deel), groene pijl (tweede deel):


Cranendonck is een van de gemeenten die in het natuurgrenspark de Groote Heide ligt. Een natuurpark van 6000 hectare aan weerszijden van de Belgisch-Nederlandse grens tussen Eindhoven en de Belgische gemeenten Neerpelt en Achel. Dat is 12.000 voetbalvelden met heide, bossen, vennen en riviertjes. Vroeger was dit een groot heidegebied. Sindsdien zijn grote delen ontgonnen en vervangen door bos, weiden en akkers. Nu liggen verspreid door het gebied nog maar enkele losse heidevelden. Tegenwoordig werken natuurbeheerders aan herstel van deze voormalige heidegebieden. Ik heb hier al vaker over vertteld in mijn blogposts.
Binnen de gemeente Cranendonck is een grote diversiteit aan natuurtypen te ontdekken met elk hun eigen flora en fauna. Als je kijkt naar de zichtbare typen natuur, zoals je die als wandelaar tegenkomt zijn dat:
heidevelden, naaldbossen, loofbossen, droge heuvelachtige zand gebieden, natte  drassige ‘broek’ gebieden, de Buulder AA en extensieve agrarische gebieden.
Dat is nogal wat! Telkens als ik ergens gewandeld heb zal ik dat gebied ook beschrijven bij mijn foto's. In deze blogpost wil ik jullie wat lente foto's laten zien van het Cranendonckse bos.

Ik maak altijd veel foto's als ik ga wandelen, met de bedoeling om er maar enkele  mooiste van op mijn blog te zetten. Toch zijn het vaak foto's van plekken of flora en fauna waar veel over te vertellen valt; dus meestal wordt het dan toch weer een heel verslag.

Auto geparkeerd aan de Kleine Bruggen waar de Buulder AA onder de weg door stroomt:


De Buulder AA stroomt van links naar rechts:


De Buulder Aa ontspringt ten oosten van het Belgische Hamont. Snel daarna gaat ze de grens over en loopt langs Budel en Soerendonk. Onderweg passeert ze Kasteel Cranendonck. Tussen Maarheeze en Soerendonk is ze samengekomen met de gekanaliseerde Boschloop, vanuit hier gaat ze in noordwestelijke richting. Ten zuidoosten van Leende komt ze samen met de Strijper Aa, zij vormen samen de Groote Aa.

Hier viel het nog mee, maar na de bocht werd het erg nat en zakten mijn laarzen weg in de modder:


 Uitzicht op het weiland aan de rechterkant van het pad langs de AA: hier ben ik door de wirwar van bramenstruiken gekropen om naar het weiland te lopen, langs het kwelslootje af:


Maar ook op het weiland was het erg drassig:


Zelfs midden op het weiland was het te nat om te lopen; op de achtergrond achter de bomen loopt de AA. Ik hoorde vandaag op de radio dat het eerste Brabantse kievitsei is gevonden: in Ravenstein.....had ik hier maar een nestje gezien....;-)


Het kwelslootje: duidelijk zichtbaar zijn de roestkleur en de grillige patronen op de bodem:


Kwel ontstaat door een hogere waterdruk in diepere, zandige bodemlagen, en treedt langzaam uit aan de oppervlakte (maaiveld).
Als het water van zo'n slootje bruin is, is dit een teken dat het water veel ijzeroxide, ook wel oer genoemd, bevat. Oer is een steenachtige laag, die zich afzet op de bodem en oevers van sloten, beken en rivieren. Vooral water uit broekbossen bevat veel oer door de vele opgeloste mineralen die in de bodem zitten. Kwelwater heeft door zijn reis in de ondergrond een andere samenstelling dan regenwater. In de ondergrond worden mineralen zoals calcium, bicarbonaat en ijzer opgenomen, waardoor het relatief kalkrijk, maar voedselarm grondwater wordt. De plaatsen waar grondwater als kwel uittreedt zoals hier ( "waar het water kwelt" zegt men dan) zijn dus natte plekken met een specifieke waterkwaliteit in de bovenste bodemlaag. Sommige plantensoorten zijn afhankelijk van deze plekken die belangrijk zijn uit het oogpunt van natuurbehoud en natuurontwikkeling omdat er zeldzame, aan kalkrijke omstandigheden gebonden plantensoorten kunnen groeien. Enkele specifieke kwelindicatoren voor zijn Holpijp, Dotterbloem en Waterviolier. De dotterbloem is hier helaas al verdwenen. Ik ga nog eens terug als deze planten in bloei staan daar!


Ik hield het hier dan ook maar even voor gezien. Insecten waren er toch ook nog niet. Ik ben toen naar het kasteeltje gereden om vandaaruit naar de AA te lopen. Daar kun je heerlijk genieten van de mooie natuur  en de rust.

Google maps afbeelding ter orientatie:


Hier liep ik langs een mooie amfibieenpoel; poelen dragen bij aan overleving en voortplanting van kikkers, padden, salamanders en insecten. In de poel leeft onder andere de Alpenwatersalamander. Nu ik dit weet ga ik tussen maart-eind juni nog een keer terug om hem proberen te fotograferen: hij is nl. keimooi: met zijn feloranje buik en goudkleurige iris is hij een zeer opvallende verschijning. Hij is van  alle salamanders het meest aan water gebonden: in moerassen, poelen en stroompjes voelent hij zich als een vis in het water. Het zou toch mooi zijn als ik hem daar een keer zou zien:

Mannetje in waterfase met helder blauwe kleuren, lichtere, donker gevlekte band onder de flanken en een lage, ongetande en geel met zwart gevlekte staartkam.

 (plaatje wikipedia)

Er staan nog rietpluimen van de lisdodde langs de kant, men een beetje gelukt verschijnt hier in de lente de rietgors, en voorzichtig komen de eerste katjes aan de bomen tevoorschijn; ze zijn nog zo klein dat het van veraf net waterdruppels lijken:


Dit gebied is een zogeheten elzen broekbos. Het woord broek betekent laaggelegen land langs de beek. De elzen en wilgen die hier groeien horen het hele jaar met de voeten in het water te staan. Er groeien planten als de gele lis en waterviolier. De dotterbloem is helaas al vele jaren verdwenen uit dit gebied: 




Vervolgens passeerde ik het insectenhotel; overal in het weiland staan solitaire appelboompjes; daar kunnen straks met al die bloesem de bijen naar hartelust eten halen:


Paar close-ups van de ontluikende katjes aan de bomen:

Donzig zachte witte wilgenkatjes:


Veranderend naar viltig grijs:


De roodgrijze katjes van de zwarte els, ze zijn nog dicht. De zwarte els staat vaak aan het water en  heeft ongeveer dezelfde vorm als een berk: een beetje een smalle boom die niet zo heel groot wordt:




Soms bevinden zich in het voorjaar 3 generaties vrouwelijke katjes aan de zwarte els: de zwarte,verhoute elzenproppen (kegels zonder zaad), de groene proppen die met stuifmeel zijn bevrucht en de rode, vrouwelijke bloempjes die zich ontwikkelen aan het begin van de zomer:


In het bos staan diverse soorten bomen: amerikaanse eik, zomereik, rode beuk, schietwilg, gewone plataan. Aan de rand van het bosje staan vnl. de eiken en platanen. Alles weerspiegelt mooi in het water:


Spechtengaten hoog in een boom: waarschijnlijk van de grote bonte spechten: die nestelen in een boomholte die zowel het mannetje als het wijfje samen uithakken op minstens 3 meter hoogte. Ze hakken meerdere gaten uit en kiezen er dan eentje uit om in te nestelen:


Waar de witte pijl staat was ik eerder vanmorgen op het natte weiland langs de Buulder AA, ik had langs de AA (achter de bomen) naar de plek waar ik nu ben willen lopen:




Mooie elzenkatjes; wat een prachtige kleuren:


Heel veel bramenstruiken hier, en alles blijft gewoon liggen, het oogt rommelig maar is wel heel natuurlijk; op de achtergrond nog het insectenhotel:


De Buulder AA meandert hier lekker door het natte broekbos: links in het bos zijn hier in het verleden rabatten aangelegd, verhoogde bedden met aan beide kanten slootjes. De grond die bij het graven vrijkwam werd gebruikt om de bodem tussen de verschillende slootjes op te hogen. Staat er water tussen de rabatten dan wijst dat op een verhoogde grondwaterspiegel in dat gedeelte. Dat is hier duidelijk het geval:
 

De vorige foto was genomen vanaf dit bruggetje: hier stak ik dus de AA over en ging ik rechtsaf; op het bruggetje is een reep gaas gelegd, dit om te voorkomen dat het je uitglijdt op het natte hout wat dan glad kan worden:


Blik achterom: ik volgde de AA nu aan de andere kant:


Hier hing een vrij grote nestkast in een boom: zulke grote nestkasten hangen er niet voor de kleine zangvogeltjes, meer waarschijnlijk is het een nestkast voor de bosuil: die wordt  ongeveer 40 cm groot en heeft dus een groot vlieggat nodig, opgehangen op een rustige beschutte plaats op een hoogte van 3 tot 5 meter: de site van IVN  Cranendonck meldt dat hier inderdaad nestkasten voor de bosuil opgehangen zijn:




Het bos hier aan mijn linkerzijde is heel erg nat en rommelig. Er zijn veel omgevallen bomen en alles is blijven liggen zoals het neer kwam: om daarvan een indruk te geven hier enkele foto's:


Dit moet toch een lustoord zijn voor allerlei amfibieen en insecten in de zomer; rottend blad enzo kleurt het water zwart:


Ik vind het hier wel erg mooi:




Rabatten en slootjes:


Omdat ik boomklevers die ik zag wilde fotograferen moest ik een zo'n slootje overspringen om aan het brede pad aan de achterkant te komen. Vervolgens liep ik dat zandpad in tegengestelde richting weer terug richting waar ik vandaan kwam:


Dit is de allermooiste foto van vandaag: wat een mooie kleuren: die mosjes, dat graspolletje, al dat dode hout en die fiere boom aan de waterkant:


Plots hoorde ik de roep van een sperwer: tussen de bomen door zag ik hem hoog in de lucht circelen, ik hoopte dat hij nog dichterbij kwam; maar helaas, het was een paartje: ze waren met zijn 2-en, het grote weiland aan de overkant zal hun territorium zijn:


Vergroot:


Ook hier weer een kwelslootje met roestbruin water:


Het Cranendoncks bos bestaat aan de randen uit hoge dennen, eiken en berken. De laagtes worden van water voorzien vanuit de hoge bolle akkers die rond het gebied Cranendonck liggen. Het water komt vooral via kwel naar boven, wat te zien is aan het hiervoor karakteristiek ijzerhoudend bruin water (roestwater) en daarom is het hier ook zo nat:


Dit is een waterpeilmeter. Het meet het waterpeil en zo te zien kan men met die schuiven ook naar wens gedoseerd het water vasthouden of doorlaten. Dit staat onder beheer van het waterschap die dit regelmatig controleert en de sloten onderhoudt en schoonmaakt:


Alle hoogtes in Nederland worden gemeten ten opzichte van hetzelfde niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Een NAP-hoogte van 0 m is ongeveer gelijk aan het gemiddeld zeeniveau van de Noordzee. Het NAP is onmisbaar voor de bescherming tegen overstromingen. Dijken en andere waterkeringen houden ons land droog. Daarom controleert men regelmatig of onze dijken en duinen nog wel hoog genoeg zijn ten opzichte van het NAP. Daarnaast gebruikt men het NAP ook voor waterbeheer.

Even iets leuks: op http://www.overstroomik.nl/  kun je je postcode invullen om te kijken of de plek waar jij woont kan overstromen vanuit de zee of de grote rivieren:


oh...gelukkig!!!!

Het Cranendonckse bos is een waterwingebied. Al het drinkwater van Cranendonck komt hier uit de bodem en de kwaliteit is zo goed dat je die met een flesje Spa kunt vergelijken. 

Aan het eind van dit pad links op de hoek zag ik plots een groen nestkastje, althans, dat leek het te zijn, maar er zat geen gat in en het hing wel erg laag, dus ging ik even kijken: ja wat dat betreft ben ik een echte padvinder haha....


Eerlijk zeggen: dit wekt toch ieders nieuwsgierigheid op ???


Hier kun je vinden wat het precies is:  https://www.geocaching.nl/

in het kort: Geocaching is een avontuurlijk spel (schatzoeken) voor GPS en Smartphone gebruikers. Het woord Geocaching is samengesteld uit Geo wat staat voor Geografie en Caching wat staat voor het verstoppen van een schat (cache)
Laat je niet misleiden, het is moeilijker dan je denkt. Een schat vinden is één, om op de plaats van de cache te komen is een heel ander verhaal. En daar zit nu net de fun! Geocachen is dan ook ‘wandelen met een doel’ waarbij je geniet van de omgeving. Geocaching brengt je op plaatsen waar je normaal nooit zou komen. Is de cache eenmaal gevonden, dan geeft de cache z’n geheimen prijs en beloont de vinder met een variëteit aan beloningen. Aan de vinder wordt gevraagd iets uit te cache te nemen en hiervoor in de plaats weer iets achter te laten. Voor meer info moet je maar even op de site kijken.

Ik kon het niet laten om het kastje even te openen maar heb verder nergens aangezeten en heb t ook weer netjes gesloten:


Even lezen:


Haha, hoe leuk is dit. Hoe krijgen ze het verzonnen. 
Ik ga nu linksaf een lange laan in:


Halverwege zag ik op een afstandje de manege "De Boschhoeve" van Peer Donkers liggen met zijn weilanden en dan kwam ik vervolgens weer bij het bruggetje uit, ik heb dus een mooi 
"blokje om" gelopen.

Bij het bruggetje staan enkele enorme platanen, herkenbaar aan de vlekkerige gele schors. Deze bomen hangen in de winter vol balletjes: de zaden. In de lente vallen ze niet naar beneden maar waaien uit als pluizen in de wind.


Ik stak het bruggetje weer over en liet de Buulder AA links van mij achter me:


Op het weiland was inmiddels een boer bezig zijn land te bemesten:


Ik hoorde de sperwers weer, maar kon ze niet fotograferen zo ver weg als ze zijn, dus moest ik het doen met kleinere details:

Zoals een bramenstruik die weer ontluikt:


Of een klein spinnetje zoals deze hangmatspin, maar die  kan toch functioneren bij lagere temperaturen:


Tijdens de koude wintermaanden zien we buiten nauwelijks spinnen. De meesten  overwinteren in het eistadium. De moederspin spint in het najaar een cocon waarin ze haar eitjes legt. de eitjes kunnen niet bevriezen.Als het warmer wordt ontwikkelen de eitjes verder. Als er weer voldoende voedsel is om te overleven komen de jongen uit het cocon..
Andere soorten spinnen overwinteren als subadult dier (dat is het stadium voor de volwassenheid) en hebben zich dus aan de omstandigheden aangepast. Bij lage temperaturen en dalend voedselaanbod gaan ze in winterrust via een soort ontwikkelingsstilstan diapauze). Hierbij zoeken ze beschutte plaatsen op om te overleven. In de lente  vervellen ze voor de laatste keer en worden ze volwassen. Deze soorten kunnen zich al in het voorjaar voortplanten.
Hoewel spinnen koudbloedige organismen zijn, wil dat niet zeggen dat ze niet actief kunnen zijn bij lage temperaturen. Bepaalde soorten (vooral de hangmat- en dwergspinnen) kunnen hun  lichaamstemperatuur lichtjes opdrijven waardoor ze toch kunnen blijven functioneren. Van deze familie leven er ook bij ons een aantal winteractieve soorten. Weer andere spinnen weven bij koude omgevingstemperaturen een spinsel rondom zichzelf, dat in staat is om op ingenieuze wijze de minste zonnewarmte op te vangen. Er zijn soorten die zo in staat zijn om temperaturen te overleven tot -5 à -6°C.

Hier staan een aantal fraaie en hele dikke oude eikenbomen met hele robuuste basten, op de voorgrond enkele schietwilgen:


Prachtig die oude geribbelde bast:


Om een idee te geven hoe groot ze wel niet zijn ben ik er zelf maar even naast gaan staan:




Het staat hier vol met bramenstruiken, de vorige keer dat ik zoiets uithaalde, kwam ik thuis met een grote scheur in mijn nieuwe spijkerbroek haha:


In de verte staat mijn auto alweer en ik bereikte het terrein waarop het kasteel en de ruines liggen:


Ook hier blijft alle liggen zoals het valt:


Het heeft wel wat:


In de verte het bruggetje over de Buulder AA:


En liep ik onder de boom met de uilen nestkast door: naast de bosuil komt hier o.a. ook de boerenzwaluw voor:


Ik besloot om nog even langs de buitengracht en de vestigingswal te lopen:


Met aan de linkerkant de AA en het bosje met rabatten:


De Buulder Aa die hier om het terrein van de kasteelruïne stroomt, is de laatste jaren steeds schoner geworden. Als gevolg daarvan vind je er de watergentiaan en de waterranonkel. Het stukje Buulder Aa tegenover de ruïne maakt deel uit van een ecologische verbindingszone. Een stukje natuur dat het ene natuurgebied (Cranendonckse bos) met het andere (de Vloeten) verbindt. Langs de beek zijn daarom veel bomen geplant op de plaats waar eerst landbouwgrond was. 

Blik achterom:


Daar staan die oude eikenbomen:


Omdat het gebied redelijk goed is afgesloten en er daarom niet zoveel bezoekers komen, er geen mest wordt verspreid, zout wordt gestrooid of andere verstoringen plaatsvinden, is het gebied rijk aan plantensoorten, vogels, zoogdieren en insecten. Verder komen er de grote en kleine bonte specht, het goudhaantje, de bonte vliegenvanger en allerlei mezen voor. Echt een waardevol stukje natuur dus!
Hier hoorde en zag ik een bonte specht en boomklevers, maar die waren niet te fotograferen:


Ruines van het kasteeltje:


Ik liep links langs de buitenrand over dit terrein, wat parallel loopt aan de van Hornelaan en nam nog even een mooie foto van de AA die hier onder de van Hornelaan door stroomt:




De boomgaard bestaat uit hoogstambomen met ouderwetse fruitsoorten, appels, peren, noten etc. Een van de vele fruitbomen die hier staan, met een groot gat erin waar de boom zich in een vroeg stadium in 2 hoofdtakken heeft gesplitst:


Mooie nestelplaats:


Dit waren mijn mooie natuurfoto's van het Cranendonckse bos. En temidden van al die mooie natuur ligt Cranendonck's eeuwenoude kasteelruine. Onze dorpsnaam komt van dit kasteel: vernoemd naar de natuurlijke omstandigheden ter  plaatse (kraan van kraanvogel en donk van heuvel). Vroeger waren hier veel kraanvogels.

Hier een prent van hoe het kasteel er oorspronkelijk (anno 1250) uitzag, een volwaardig kasteel met daaromheen een gracht, gebouwd door een edelman Engelbert van Horne. Ooit behoorde het tot de Oranjes. Het kasteel werd helaas in 1673 gesloopt door de Fransen, de boerderij die naast het kasteel stond  de hoeve) is in 1899 afgebroken. Het verhaal wil dat hier in vroeger dagen in de torenkerker mensen werden opgesloten die verdacht werden van hekserij.


Print van de ruines; op de achtergrond het Cranendonckse hoef:


Veel is er al bekend over dit kasteel en deze villa. Maar wat misschien minder of niet bekend is en leuk om te vertellen is dat Cranendonck niet rijk was aan landgoederen. Het landgoed Cranendonck omvatte 55 ha grond en 3 pacht-hoeves: Cranendonckse Hoef, de Perkhoeve (hoek Molenheide-Van Schoonvorstlaan) en de Bulthoeve (bocht Kerkstraat-Molenheide). In 1787 werd in het Cranendonckse Bos een boswachtershuisje gebouwd, dat in de negentiende eeuw werd omgevormd tot een boerderijtje, de Boschhoeve. Het werd in de oorlog gesloopt. Peer Donkers heeft er tegenwoordig een manege met dezelfde naam. Ook is er een "Boshuuske" bekend wat in 1840 werd afgebroken maar waarvan de fundering in het bos is blijven liggen en waarvan bij omploegen nog altijd stenen  omhoog komen.

140 meter ten westen van het oorspronkelijke kasteel stond de enige echte hoeve van Cranendonck: een 17e eeuwse vierkante hoeve met ombouwde binnenplaats aan de zuidkant van een 8 ha open akker. Dat was de Cranendonckse hoeve. De voorkant was het woongedeelte, aan de achterkant lagen de stallen, schuren en schaapskooi. Op dit perceel werd in 1917 de L vormige (huidige verbouwde) villa met torentje gebouwd.

Op dit terrein zie je dus het perceel met de ruines van het oorspronkelijke kasteel en verderop aan de vijver de villa uit 1917 op de plaats waar de oorspronkelijk Cranendonckse hoeve heeft gelegen. Op het infobord bij de ruine is te lezen dat Cranendonck een rijke historie heeft:


Ik zal nog een keer een aparte blogpost besteden aan dit kasteel en de hoeve. Dat is best interessant.

Enkele foto's van het kasteel en de ruines:


In 2009 zijn de funderingen door middel van wallen zichtbaar gemaakt. Hiervoor moesten de poel en de boomgaard verplaatst worden. 


Het kasteel is in 1940 verbouwd tot villa annex gemeentehuis:


Hier aan de vijver staan prachtige treurwilgen:


Mooie weerspiegeling:


Dat was mijn wandeling van vandaag. Het is frappant: het maakt niet uit waar je wandelt, het is overal wel mooi en er valt veel te zien, als je er maar oog voor hebt. En vaak hoef je er helemaal niet ver voor van huis. Neem je camera eens mee en bekijk de natuur eens door je lens: focus op iets : dan zie je vaak pas hoe mooi sommige dingen zijn omdat je geen storende omringende factoren in beeld hebt.

Vandaag heb ik het prille begin van de lente kunnen ervaren. De katjes nog in de knop, de nieuwe blaadjes nog maar net ontsproten , vogels die met takjes in hun bek in de weer waren en een enkel spinnetje. Allemaal mooi. Vroege lente zoals ik ze nog nooit had bekeken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten