woensdag 8 april 2020

Witbaardzandbij en parasitaire schoffelbloedbij

Bij mijn dochter in Nijmegen vliegen later op de middag als het erg warm wordt veel kleine bijtjes laag over de grond. Ze kruipen tussen de stenen en tegels naar hun nesten. Af en toe verschijnt er een opvallend ander bijtje ten tonele. Het zijn de witbaardzandbij (Andrena barbilabris) en de parasitaire bloedbij schoffelbloedbij Sphecodes pellicudes.

De witbaardzandbij behoort tot de familie zandbijen. Die vormen met bijna 80 soorten het grootste bijengeslacht in Nederland. Er zijn 28 algemeen voorkomende soorten, de rest is zeldzaam. Zandbijen zijn solitair levende bijen. Ze leven niet gezamenlijk in één nest met een strikte taakverdeling, maar meer op zichzelf. Wel kunnen er meerdere nesten dicht bij elkaar liggen, waardoor het lijkt of ze in een groep leven. Je herkent zandbijen aan een strookje met kort viltig haar langs de binnenkant van de ogen wat andere bijen niet hebben. Ze bouwen hun nesten in de grond. Ze zijn vaak al vroeg in het jaar actief, in de maanden maart, april en mei zijn veel soorten te zien.
De vrouwtjes zijn t makkelijkst te herkennen, de mannetjes van verschillende soorten lijken vaak op elkaar. Toch duurde het een hele tijd eer ik dit bijtje had gedetermineerd.


Het is een mannetje kop en borststuk zijn grijsachtig behaard, het achterlijf is dun witachtig behaard, glanzend en fijn gerimpeld, haarbandje 3e segment onderbroken, sternieten met witte haarbandjes, ze zijn 10/12 mm groot.





Het is wel wat hinderlijk want ze vliegen door de open terrasdeur ook naar binnen. Ze vliegen laag over de grond en zijn met velen. Ze komen vroeg in het voorjaar bij zonnig weer tevoorschijn uit de grond, waar ze al bijna een half jaar in volwassen toestand hebben doorgebracht. Het kan voorkomen dat de mannetjes met honderden tegelijk boven de nestingangen patrouilleren. Als er een nieuw uitgekomen vrouwtje boven de grond komt wordt ze door een mannetje gegrepen en bevrucht. Een volgend mannetje heeft dan pech, ze doet haar kop naar beneden en ppotjes omhoog, zodat het mannetje er niet meer bij kan.


Zandbijen zijn alleen actief bij zonnig weer.
De mannetjes verschijnen vaak enige tijd eerder dan de vrouwtjes. Nadat deze ook boven de grond gekomen zijn, vindt de paring plaats. De mannetjes zijn kleiner en fijner gebouwd dan de vrouwtjes, hoewel de kop dikwijls groter is. Bovendien is hun haarkleed dikwijls minder kleurig of minder ontwikkeld, soms anders van kleur.

Na de paring begint het vrouwtje een nest te graven in lichte, zandige grond, bij voorkeur op zonnige plaatsen; vooral in hellingen gelegen op het zuidoosten. Soms zijn er zoveel nesten vlak bij elkaar dat het lijkt of er sprake is van een volk zwermbijen. Het komt voor dat nesten worden gegraven in mergel en zacht cement.

In de nesten worden de eitjes gelegd in cellen die reeds van voedsel zijn voorzien. Aangezien zandbijen geen sociaal verband vormen zoals de honingbij, zijn zij niet agressief. Onder normale omstandigheden zullen zij dan ook niet steken, wel als zij bedreigd worden.






trottoirbijen blz 41 https://www.google.com/imgres?imgurl=x-raw-image%3A%2F%2F%2F2f37ac11b30fcdd69ab592830eded0c5801306adc5145111f51f9d84ac2b1068&imgrefurl=https%3A%2F%2Fwww.eis-nederland.nl%2FDesktopModules%2FBring2mind%2FDMX%2FDownload.aspx%3FEntryId%3D436%26PortalId%3D4%26DownloadMethod%3Dattachment&tbnid=1s0PsxGsNy_-_M&vet=12ahUKEwj0nPL93oHpAhVOtqQKHZv3BIMQMygNegUIARCDAg..i&docid=Idd1l32RuCSQ9M&w=427&h=341&q=kleine%20bijen%20onder%20stoeptegels&ved=2ahUKEwj0nPL93oHpAhVOtqQKHZv3BIMQMygNegUIARCDAg

Het vrouwtje wordt 10 tot 12 millimeter lang, het mannetje 9 tot 11 millimeter. De soort vliegt van maart tot en met juli, met een piek eind april (mannetjes) en begin mei (vrouwtjes). De soort leeft in nesten die zij zelf graven in zand zonder begroeiing. Soms zijn er grote groepen nesten bij elkaar. De nesten worden, ook als de ingang onder zand verdwijnt, door geursporen teruggevonden. De bij vindt zijn voedsel bij bloeiende bomen, met name wilgen. De witbaardzandbij vliegt zo'n 300 tot 500 meter van het nest om te foerageren.

De bleekvlekwespbij, brede dwergbloedbij, schoffelbloedbij en rimpelkruinbloedbij zijn nestparasieten voor de witbaardzandbij.

Door het ontbreken van opvallende kenmerken is het niet eenvoudig om Andrena barbilabris in het veld te herkennen. Het is een op de zandgronden algemene soort die sporadisch tot in het stedelijke gebied is aan te treffen. De nesten worden gegraven op niet of weinig begroeide plekken, soms in grote groepen bij elkaar. Andrena barbilabris is polylectisch. Zij heeft Nomada alboguttata, Spheeodes pellucidus en S. retieulatus als koekoeksbijen. Het is onduidelijk of deze soort in Nederland in éénof twee generaties per jaar vliegt. Het vliegtijddiagram vertoont geen twee pieken maar de vliegperiode is wel erg lang. In juli zijn vrouwtjes waargenomen die nauwelijks afgevlo­ gen waren. Vegter (1985) vermoedde daarom twee generaties, maar Witt (1992) vond in een grondige populatiestudie slechts ééngeneratie. Is er misschien sprake van partiële tweede generatie onder bepaalde condities?


foto 299    de bloedbij
https://dijksterhuis.net/natuurdagboek/bloedbij-zoekt-zandbij/

Nee, dan de kleine bloedbijtjes verderop. Op een zandplek aan een beschutte bosrand scharrelen die ontspannen tussen tientallen kleine zand- of groefbijtjes. Groefbijen graven ook nesten in de grond. Ze heten groef-, niet vanwege hun onvoltooid verleden gegraaf, maar vanwege een groefje op het achterlijf van de vrouwtjes. Te zien door een vergrootglas.

De bloedbij op de foto is waarschijnlijk een schoffelbloedbij, vertelde bijenfluisteraar Huib Koel mij, een soort die parasiteert op roodbuikjes, mattebandgroefbijen, zilveren zandbijen en witbaardzandbijen. Deze schoffelbloedbij heeft het vast voorzien op witbaardzandbijen, want die zijn in de lente zeer algemeen.

De schoffelbloedbij is een vrouwtje. Alleen vrouwtjes zoeken naar bijennesten om hun eigen eitjes in te leggen. Ze vliegen ook eerder dan mannetjes. Mannetjes komen nu op gang, maar vliegen vooral in de nazomer. De vrouwtjes die er dan nog zijn, laten zich bevruchten, graven zich in en komen in de lente als eerste tevoorschijn.

https://www.wildebijen.nl/sphecodes_pellucidus.html

http://www.denederlandsebijen.nl/Specodes/S.pellucidus/Schoffelbloedbij.htm




De witbaardzandbij komt voor in een groot deel van het Palearctisch en Nearctisch gebied. In Nederland is hij algemeen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten