maandag 16 juli 2018

Rondje rond 't Greunvengat oftewel 't Tipke Maarheeze


Het was weer prachtig weer vandaag : mooi voor een korte wandeling rondom het Greunvengat, de visvijver 't Tipke in Maarheeze. Ik ben de wandeling begonnen aan de overkant van het station Maarheeze. Je kunt ook bij de rotonde Driebos-OranjeNassaulaan 't Tipke binnenlopen.

Overzichtje in google maps:


De vijver staat bij ons bekend als visvijver 't Tipke. Maar nu lees ik dat de vijver eigenlijk het Greunvengat heet. De visvereniging 't Tipke heeft hier haar thuisbasis. Vandaar de volksnaam.

De vijver is gegraven in 1970 – 1971 ten behoeve van de aanleg van de A2 en het viaduct dat naast de vijver ligt. Omdat het een afgraving is, heeft de vijver een redelijk vlakke bodem die varieert tussen 2,40 en 3 meter.

Eerst even wat info over de visvijver ( hsvtipke). Er zwemmen verschillende soorten zoetwatervissen; voornamelijk brasem, voorn, winde, zeelt, baars, karper (oudere schubkarpers en jongere spiegelkarpers), paling en snoek. 
De visvereniging ’t Tipke heeft onderhoudt de visstand in de vijver. Om de visstand op peil te houden worden elk jaar witvis en om de paar jaar karper uitgezet. Dat is nodig omdat de aalscholvers de generatie vissen tussen de 10 en 30 cm zo uitdunnen dat die zich niet meer kunnen voortplanten.

De grote vijver heeft een karperbestand van naar schatting 450 stuks. De grootte van de karpers varieert sterk, het afgelopen jaar zijn er karpers gevangen van 44 en 40 pond. Tevens bevat het water diverse 30 ponders, een groot aantal 20 ponders en diverse snelgroeiende K3 karpers. Het water heeft een goed bestand aan roofvis, snoek boven 1 meter en een baars van 53 cm zijn ook al gevangen!
Jaarlijks worden 100 nachtvispassen uitgegeven voor het karpervissen aan volwassenen, zodat er het gehele jaar ’s nachts gevist kan worden op karper. Er mag alleen gevist worden vanaf de kant, niet met radiografische bootjes.

Voor de witvisser zijn er brasems te vangen, de gemiddelde lengte bedraagt 55 cm en brasem van ruim 60 cm worden ook regelmatig gevangen. De grote zeelten hebben inmiddels ook een lengte welke de 50 cm passeert. Sinds 2010 en 2011 zijn kruiskroeskarpers uitgezet in de kleine vijver en geven een enorme sport aan de vaste stok of aan de lichte feederhengel. 

Ieder het zijne, maar ik zie de fun van het vangen van vissen niet zo in. Ik kan me wel voorstellen dat vissen op zich leuk en rustgevend is, maar vind dat de vissen onnodig leed wordt aangedaan. Dus mijn wandeling van vandaag had niets te maken met het vissen, maar des te meer met de schoonheid van de vijver en de natuur eromheen. Ik heb vandaag mooie natuurfoto's kunnen maken.

De foto's behoeven niet zoveel commentaar. Achter de bossen achteraan ligt de snelweg A2. Vroeg in de ochtend fotograferen geeft mooie kleuren:


Het stikte er van de schaatsenrijders:


Deze beestjes hebben een smal lichaam, met vaak kleine vleugels en vier lange poten waarmee relatief snel over het wateroppervlak bewogen kan worden. Of eigenlijk heeft hij er 6 maar het voorste paar zit helemaal bij de kop en is veel kleiner en tang-achtig. De kleur is bruin tot zwart en de buikzijde lichter, de maximale lengte ongeveer 12 millimeter zonder poten en antennes.


Zich voortbewegen doet deze soort door met de pootjes te roeien, en zo kleine golfjes te veroorzaken. Daar zet een schaatsenrijder zich tegen af en doordat de poten schoksgewijs worden bewogen lijkt de voortbeweging sterk op schaatsen. 


De schaatsenrijder beweegt zich voort door het veroorzaken van een werveling die een naar achter gerichte impuls heeft. Hij krijgt daardoor zelf een voorwaartse impuls. Deze wijze van voortbeweging is geheel analoog aan roeien. De middelste poten zijn de 'roeipoten' en de achterste zijn de 'stuurpoten'. Een schaatsenrijder kan dus over het water rennen, maar ook duiken en zelfs vliegen waardoor ver van het water kan worden overwinterd. Op het land is hij echter niet zo snel, en bij aanraking worden kleine sprongetjes gemaakt om te ontsnappen. Hoe bijzonder!


Mijn mooiste foto van vandaag: ik stond zelf in de schaduw van de berkenbomen:


Overal langs de kant  waren leuke inhammetjes met plekjes om te vissen. Soms met een klein baaitje aan het water, soms een houten stellage om op te zitten, soms een steile oeverkant:





Hier kon je zowaar zomaar het water in lopen:



De plekjes hebben ook een nummer. Ik kan me niet voorstellen dat een visserspas gebonden is aan een vissersplek, maar misschien wel voor het nachtvissen:



Aan deze kant van de vijver zit je smorgens in de schaduw maar smiddags in de volle zon:


Weinig vogels te zien met dit warme weer, alleen enkele meerkoeten:


Aan deze kant van de vijver groeien veel struiken en riet:


Laatste stuk voor de bocht naar rechts: hie staan de bomen echt aan de waterkant:


Leuke doorkijkjes:








Blik naar de overkant (aan de Driebos): hier een praatje gemaakt met een paar vissers, die waren blij dat ze wat schaduw hadden:




Mooie weerspiegeling in het water:


Weer een bocht om naar rechts, het derde deel van de vijver, hier is de basis van de visvereniging:






Hier groeiden ook waterlelies: een roze variant van de Witte waterlelie (Nymphaea alba) :


Waarom die juist hier groeit heeft te maken met verschillende omstandigheden waaronder de stroming van het water. Ze groeit in stilstaand en zwak stromend water met een diepte van maximaal 1,5 m. De plant houdt van zon en bloeit meestal in de maanden juni tot augustus.
De bladeren zijn min of meer rond en drijven op het wateroppervlak. Ze hebben een hartvormige voet. De bladsteel is rond en heeft grote luchtkanalen die lucht naar de wortelstok geleiden. Ze hebben geurige, witte bloemen met een doorsnede van 10-20 cm die op het wateroppervlak drijven. De alleenstaande bloemen staan alleen op cilindrische bloemstelen. De vrucht, die onder water rijpt, heeft meestal de vorm van een fles, maar is soms bolvormig. De zaden worden door het water verspreid:


Ik denk dus dat de wind meestal deze richting op staat. Op de andere hoek aan het einde van deze achterkant van de vijver groeiden ook lelies, op andere plaatsen niet.


Je kunt zien dat ook uit deze vijver veel water verdampt is door de droogte:



Aan de rand is te zien hoe hoog het water normaliter staat:


En de laatste bocht om, weer terug naar het startpunt, links van mij ligt de Driebos:


Allerlei vissersplekjes:


Even zitten en genieten van de rust en het uitzicht over het ven:


Het was er niet druk vandaag, waarschijnlijk was het te warm:


Ook hier een plekjes met waterlelies:







Afzetting midden dwars over de vijver, ws voor de uitzet van nieuwe vis???





Tussen het riet hier hoorde ik jonge meerkoeten piepen:



Even later zag ik een ouderpaar met jongen:


De veren zijn geheel zwart, de snavel en voorhoofdsschild zijn wit en de ogen zijn rood. De meerkoet heeft grote blauwgroene poten. 
Van oorsprong zijn meerkoeten echte moerasvogels, met poten die bijzonder geschikt zijn om te lopen op drijvende vegetatie (kraggen) en wortels van riet- en lismoerassen. De poten hebben eigenaardige zwemvliezen. Die zitten niet tussen de tenen maar elke teen heeft aan weerszijden een flap. Bij een achterwaartse beweging van de poot gaan de flappen wijd uit staan. Wordt de poot naar voren bewogen, dan klappen de flapjes weer dicht. Ze kunnen hiermee ook beter op het land lopen dan eenden. Ze kunnen 30 seconden onder water blijven en wel 7 m diep duiken.

Meerkoetjes duiken vaak om waterplanten te zoeken. Hierbij maken ze een soort 'sprongetje' voordat ze onder water duiken. Omdat er veel lucht tussen de veren zit, is het voor de meerkoetjes lastig om onder water te komen, vandaar dat grappige sprongetje; je kun meerkoetjes er op afstand aan herkennen:


Mooie beschutte plek om nesten te maken:



Het nest wordt aan de waterkant gebouwd van riet en waterplanten, maar ook van drijvend afval zoals stukken papier of plastic. In een nest worden 5 tot 10 grijswitte tot zandkleurige eieren met bruinzwarte vlekjes en puntjes uitgebroed in een tijdsbestek van 21 tot 25 dagen. De jongen worden door beide ouders begeleid en kunnen na ongeveer 8 weken vliegen. Overleeft van een nest slechts een enkel jong of zelfs geen (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers, meeuwen en snoeken), dan doen de ouders een volgende poging. Per broedseizoen doen de ouders 2 tot 3 pogingen een nest jongen groot te brengen.


Meerkoeten vliegen niet graag; als er gevaar dreigt 'rennen' ze liever weg over het water. Ook als ze wel vliegen nemen ze eerst een flinke aanloop over het water, waarbij ze fladderen voor ze opstijgen. Toch kunnen ze goed vliegen en leggen ze soms grote afstanden af (meestal `s nachts), zoals we zien bij meerkoeten uit de noordelijke landen, die naar het Zuiden trekken.


Lisdodden in een rietkraag:




Gewone Oeverlibel in zijn territorium tussen het riet:


Hij zwermt hier heen en weer, verjaagt indringers en keert telkens weer op dezelfde plek terug om te rusten:




Gewoon mooi:


En weer terug bij het beginpunt van mijn wandeling:


2 Dagen later gaf de visvereniging het volgende bericht uit:


't Tipke

18-07-2018

Naar aanleiding van de droogte en aanhoudende warmte ontstaat er een zuurstoftekort en een overvloed aan amoniac in het water, wat de gezondheid van de vissen niet bevordert. De vissen verdagen deze temperaturen niet, en brengt tijdens het drillen van een vis veel stress tot stand, zelfs zo ernstig tot bloeden uit de kieuwschelpen toe, de vissen zijn buiten hun krachten en futloos.

Daarom is heden tijdens de bestuursvergadering besloten om met onmiddellijke ingang het advies uit te brengen naar de leden om tot nader bericht de gehele vijver niet te bevissen. (Karperbak als Witvisbak). Het is dus voorlopig eventjes uit met de pret voor de vissers.

Ik heb vandaag in ieder geval genoten van een mooie wandeling, al was het behoorlijk warm.

De visvereniging wil het nog mooier maken dan het nu is, kijk maar eens hier:


Ze willen de huidige visvijver uitbreiden. Het doel is het het realiseren van een natuurlijke vijver, met glooiende oevers die geleidelijk overgaan in het water. Dit biedt een goed evenwicht met de al aanwezige rechthoekige, strakke vijver met steile oevers.


Temidden van de twee vijvers komt dan een eiland wat aan de ene kant zicht op de ‘oude’ vijver geeft en aan de andere kant op de nieuwe. Dit eiland is dan dmv 2 bruggen bruggen met het vasteland verbonden en te voet bereikbaar.
Wat een briljant idee!!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten