dinsdag 31 oktober 2017

Paddestoelen ....een wereld van magie

Even een leuk blogje over de magische wereld van de paddestoelen.

plaatje van internet

Ik vroeg me eigenlijk af hoe we aan de naam paddestoelen komen. Of is het paddenstoelen: met een n? Nou...het is met een n: PADDENSTOELEN. Maar die n spreek je nooit uit. Dus ik hou het lekker op paddestoelen.

Maar waar komt dat woord nou eigenlijk vandaan?  bron
Vroeger vonden mensen paddenstoelen maar vreemde, enge dingen. In één dag kon het hele bos volstaan met die gekke gekleurde hoedjes. Paddenstoelen werden daarom snel in verband gebracht met magische verhalen. Kabouters zouden in paddenstoelen wonen, en heksen zouden paddenstoelen gebruiken voor hun toverdrankjes. Ook geloofden mensen dat de voetstappen van de duivel vol groeiden met paddenstoelen.

plaatje van internet

De naam voor de paddenstoel is ontstaan uit deze magische wereld. Padden waren de huisdieren van heksen en tovenaars. En als die padden moe waren, dan rustten ze uit op hun eigen stoelen in het bos: paddenstoelen. Nou geloof me: die padden gaan echt niet op een paddestoel zitten ;-). Alhoewel: in 2014  had ik het geluk een BOSKIKKERTJE op een paddestoel te fotograferen, hoe leuk is dat?:




Maar toch heeft de pad er wel degelijk iets mee te maken, want vermoedelijk is onze Nederlandse benaming paddenstoel ontstaan uit de vertaling van het Engelse toadstool (toad = pad).
In Engeland worden namelijk de giftige of giftig geachte soorten aangeduid met de naam toadstool / paddenstoel. Dit omdat men een vergelijking maakt met de giftigheid van padden. Eetbare of gekweekte paddenstoelen worden in Engeland mushrooms genoemd.
Heksen, duivels, tovenaars, kabouters en elfen hebben allen 1 ding gemeen: paddestoelen!
Er zijn allerlei paddenstoelennamen die min of meer met die magische wereld te maken hebben en veel namen herinneren daar nog aan: heksenkring, elfenbankje, satansboleet, heksenboleet, grote stinkzwam, aardtong, dodemansvinger, eekhoorntjesbrood, duivelsei , duivelsbrood en nog veel meer.

Zullen we een paar ervan nalopen?

HEKSENKRING
Voordat in 1807 door Wollaston werd vastgesteld dat heksenkringen door schimmels worden veroorzaakt, waren er vele verschillende verklaringen in omloop. Ze zouden veroorzaakt worden door bovennatuurlijke wezens, heksen, mollen, parende slakken of bliksem. De heksenkring heeft een geheimzinnig karakter door zijn ronde vorm en vaak plotseling (in één nacht) verschijnen.
De Nederlandse naam is afgeleid uit de gedachte dat heksen (soms vermomd als katten) op die plek gedanst zouden hebben. Als men in een heksenkring stapte, kon men hier niet zelf meer uit weg komen. Vaak bleef men de hele nacht in de heksenkring of kwam zelfs nooit weer terug.

ELFENBANKJE
De naam van het elfenbankje is ook zo ontstaan. Deze paddenstoelensoort groeit tegen dode bomen aan. Padden konden zo hoog niet klimmen, maar voor elfjes waren deze paddenstoelen perfecte zeteltjes.

SATANSBOLEET
De naam komt van het Griekse woord boolos dat ‘aardkluit’ betekent en dat verklaart overduidelijk de vorm van de satansboleet. Het tweede deel, satanas betekent in het Grieks ‘van satan’. Satan betekent zoiets als ‘tegenstander, die de een tegen de ander opzet’.
Met een naam als satansboleet kan het niet anders zijn dat deze paddenstoel giftig is en dat klopt ook. Je moet wel behoorlijk gestoord zijn om een hapje van de satansboleet te proberen: hij ziet er niet echt appetijtelijk uit en hij stinkt ook nog eens naar rottend vlees.

EEKHOORNTJESBROOD
De naam van deze paddenstoel komt van de (onterechte) veronderstelling, dat zij het favoriete voedsel van eekhoorns zouden zijn. En uit het feit dat deze vaak aangevreten wordt aangetroffen en de hoed van de paddenstoel lijkt op een broodje, of een bolletje.

DODEMANSVINGER ( of houtknotszwam)
De naam van deze paddestoel komt door zijn uiterlijk: Knots- of vingervormig, zwart, onvertakt vruchtlichaam met onregelmatig, knobbelig oppervlak. Door de donkerbruin tot zwarte kleur en de wratachtige structuur aan de bovenkant vertoont het uiterlijke overeenkomsten met verbrand hout. Meestal komen vruchtlichamen groepsgewijs voor, hieraan dankt de soort zijn naam 'dodemanshand' of 'dodemansvingers'.

Tot zover de magische wereld van de paddestoelen. Binnenkort een blogje over de magie van het bos:


maandag 30 oktober 2017

Knuffelende schaapjes en ander schapengedrag

Bijna elke dag zie ik ze, deze kleine kudde schapen met een ram erbij. De schapen lijken allemaal op elkaar, maar ik vroeg me vandaag ineens af: wat voor schapen zijn dit nou eigenlijk?
Ze stonden zo dichtbij, ik kon leuke foto's van ze maken. Het leek wel of deze twee elkaar stonden te knuffelen. Maar was dat wel zo? Tijd om even het schapengedrag te bekijken.


Dit is dus het melkschaapras. Wereldwijd zijn ruim 900 schapenrassen bekend. De Nederlandse schapenrassen zijn onder te verdelen in heideschapen, weide- of melkschapen en vleesschapen.
Hobbyisten hebben allerhande buitenlandse rassen naar Nederland gehaald, waaronder bergschapen, vetstaartschapen, haarschapen en wolschapen.

Voor wie het leuk vindt: hier staan foto's van heel veel schapenrassen:
https://www.levendehave.nl/dierenwikis/schapen/schapenrassen

Het Frysk Melkskieppe Stamboek is het oudste stamboek dat melkschapen registreert (al sinds 1908), later is daar het Zeeuwse Stamboek bijgekomen. Dit is ook de reden waarom er over Friese en Zeeuwse melkschapen wordt gesproken, terwijl het in wezen hetzelfde ras is.

Het melkschaap is een erg oud ras (vermoedelijk uit de tijd van de Oost Indische Compagnie). Een melkschaap is helemaal wit, krijgt makkelijk lammetjes ( 2 of 3 of 4) en geeft veel melk.  Hij heeft een langwerpige kop met weinig of geen wol erop, zijn haar lijkt op zijde. Hij heeft lange brede oren. Zijn hals en lijf zitten vol wol. Zijn lange staart heeft weinig wol erop. De hoeven zijn blank. Het melkschaap heeft fijne wol van een goede kwaliteit.


Schapengedrag

Schapen zijn kuddedieren. Ze doen alles samen en lopen als een groep door de weide. De dieren communiceren met elkaar door te blaten en door bepaald gedrag te vertonen. Ze houden elkaar vooral in de gaten met hun ogen. Men denkt dat schapen elkaar aan uiterlijke kenmerken herkennen.

Schapen vormen een sociaal functionerende groep. Een gevecht om rangorde zie je niet gauw, tenzij er een heel beperkt voedselaanbod is. De hoogste in rang is niet per se de ram, eerder een oudere of sterk overheersende ooi. Je herkent dominant gedrag doordat dieren tegen elkaar aan duwen.

Aan de rand van de kudde staan de zogenaamde bewakers op de uitkijk, terwijl de verkenners naar nieuw voedsel zoeken.

Met de poot stampen op de grond dient om de andere schapen te waarschuwen voor dreigend gevaar. Bijvoorbeeld in het geval van een onbekende bezoeker. De dieren staan dan klaar om te vluchten of zich te verdedigen. Schapen stampvoeten ook als ze ongemak en jeuk voelen op hun huid, zoals prikkende insecten of uitwendige parasieten op de achterhand.

Geblaat wijst op onrust in de groep. Het is voor schapen de beste manier om te communiceren. Als ze zich op hun gemak voelen maken de dieren haast geen geluid. Maar hebben ze honger, dorst of voelen ze zich onrustig, dan hoor je ze luid en duidelijk.

Geur is vooral van belang bij de voortplanting. De ooien herkennen de geur van hun eigen pasgeboren lammeren uit duizenden. Ook hun voedsel  besnuffelen schapen uitgebreid. Ruikt het niet goed, dan eten ze het niet op. Ze hebben ook een heel goed smaakvermogen. Het gehoor is scherp. Van ver horen ze iets aankomen en reageren erop. Het zicht van schapen is minder. Dat reikt tot ongeveer 50 meter. Ze zijn wel goed in het herkennen van mensen, waarbij geur overigens ook een rol speelt. Hun tastzin gebruiken ze vooral bij voedsel. Ze betasten het eerst met hun lippen eer ze een hap nemen. Op een ondergesneeuwde weide voelen ze door te schrapen of er gras onder de sneeuw verborgen ligt.       info:avevewinkels.be



Oke, nu weet ik alles over de melkschapen ;-)......maar ik had toch niet de indruk dat hier sprake was van dominant gedrag. Ik hou het er op dat ze elkaar gewoon lekker stonden te knuffelen!!!

Vliegenzwam

Vliegenzwam in steegje.
Op 22-10 zag ik haar voor het eerst in een steegje waardoor ik elke dag met mijn hondje loop: een piepklein wit gevlokt bolletje wat net uit de grond stak, met naast haar een heuveltje bedekt met dennenaalden:


3 Dagen later was uit het heuveltje naast haar plots een nog grotere paddestoel naar boven gekomen:


 En zo zag het er weer 3 dagen later uit:


Met mijn gsm door het hekwerk heen gekiekt:


De vliegenzwam: het blijft gewoon de mooiste paddestoel van allemaal:


op 30-10-2017: ze zijn echt groot; de grootste is wel 15 cm:


donderdag 26 oktober 2017

Code Rood voor de natuur petitie getekend!!!

https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/?bericht=2330

https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/?bericht=2326

Vandaag heb ik een petitie getekend voor code rood voor de natuur: zie bovenstaande link.

Het nieuwe kabinet wordt opgeroepen een einde te maken aan de dramatische daling van de biodiversiteit. Om natuur een vanzelfsprekende plek te geven in haar beleid. Met de start van een nieuwe regeerperiode is het moment daar om deze groene uitdaging aan te gaan.

Het is alarmfase ‘rood’ voor de natuur en de biodiversiteit in Nederland. Recent onderzoek duidt erop dat in de afgelopen 27 jaar, 75% van de vliegende insecten is afgenomen. Insecten zijn enorm belangrijk voor het leven op aarde. Het zijn de bestuivers van bloemen en vormen de voornaamste voedselbron van vogels;75% van het vogelvoer waarmee jonge vogels worden grootgebracht is weg. Je vraagt je af hoe vogels überhaupt nog kunnen overleven. Veel vogels doen dat dus ook niet. Het is ook een voorname voedselbron van veel zoogdieren. Als daar 75% van verdwijnt, heeft dat een enorme impact op de natuur en uiteindelijk ook op onszelf. Hier moeten we wat aan doen. Nu het nog kan.

aldus vogelbescherming Nederland.




Wil je ook tekenen? ga dan naar onderstaande link:

https://secure.avaaz.org/nl/petition/Aan_het_kabinet_en_de_volksvertegenwoordigers_Code_rood_voor_onze_insecten/?cdMhymb&utm_source=sharetools&utm_medium=copy&utm_campaign=petition-454299-Aan_het_kabinet_en_de_volksvertegenwoordigers_Code_rood_voor_onze_insecten&utm_term=dMhymb%2Bnl

Rondje met mijn hondje

Vandaag was een bewolkte dag met af en toe een flauw zonnetje, maar nog best zacht voor de tijd van het jaar. Ik ben dan ook een grote wandeling gaan maken met mijn hondje om lekker van dit mooie weer te genieten. De foto's zijn allemaal met mijn gsm gemaakt.

Mijn wandeling ging langs een  klein droog naaldbosje, een restantje uit vroegere tijden toen dit gebied nog uit heidevelden en zandverstuivingen bestond:


Het pad waar ik dagelijks loop:


De schapen staan nog lekker te grazen, achter de bomenrij  naar links:




Al tussen de bomen door kijkend viel mijn oog op bijzonders: ik dacht meteen dit zijn galappeltjes, maar..... die zitten meestal onder of bovenop de eikenblaadjes; zo had ik ze nog nooit gezien:


Close-up:


Galappeltjes worden gemaakt door galwespen. Dat zijn vliesvleugelige insecten, die met een lange legboor hun eitjes in planten leggen, waarna gallen ontstaan. De bekendste soort is de eikengalwesp die op de onderkant van eikenbladeren 3 centimeter grote gele tot rode galappels maakt.

Ook zag ik al eerder op de onderkant van de zomer-eikenbladeren nu in de herfst van die platronde bolletjes. Dat blijken  galletjes te zijn afkomstig van de vrouwelijke lensgal , die makkelijk loslaten. De gallen zien eruit als gelige platronde bolletjes, oudere gallen worden rood van kleur.Vaak is de grond ermee bezaaid. En dat zag ik ook. In deze bolletjes overwintert de larve. In mei komen van dezelfde galwesp besgalletjes voor zowel op de jonge bladeren als op de bloemsteeltjes. In deze galletjes kunnen vrouwelijke of mannelijke galwespjes zitten.



foto internet

Ook komt de plaatjesgal of Eikennapjesgal op de eikenbladeren voor. De kleur kan wit, bleekroze of puperrood zijn en ze zijn 2-4 mm in doorsnee. Ze kunnen zowel aan de onderkant als aan de bovenkant van het blad zitten. Uit deze gallen komen alleen vrouwelijke galwespen.

Maar wat ik hier zag is de zgn. knikkergal. Het lijken inderdaad knikkers.
De knikkergal of galnoot is een gladde, ronde, 10-20 mm grote gal, die voorkomt in bladoksels van tweejarig hout van de zomer- en wintereik en wordt veroorzaakt door de galwesp Andricus kollari. De galwesp legt haar eitje in de bladoksels, waarna de boom geprikkeld wordt tot het vormen van gallen. De gal is groen, maar wordt in augustus bruin en heeft een dikke, harde wand. In de gal zit de larve van de galwesp. Eind augustus- begin september kruipt de galwesp door een op een houtworm lijkend gaatje uit de gal. De gal kan na het verlaten van de galwesp aan de boom blijven zitten.
Uit de knikkergal komen zowel mannetjes als vrouwtjes.
Nu ik dit weet ga ik een dezer dagen die galletjes eens beter bekijken.



Na bevruchting leggende vrouwtjes hun eieren op de moseik. De moseik vormt knopgallen, de zogenaamde vogelnestgallen, waaruit alleen vrouwtjes galwespen komen. Deze vrouwtjes leggen door parthenogenese (ongeslachtelijke voortplanting) hun eitjes op de zomer- en wintereik.
De vrouwtjes uit de vogelnestgallen zijn 3,5-4,5 mm lang en die uit de knikkergallen van de zomereik of wintereik 1,7-2 mm lang. De mannetjes zijn 1,7-2 mm lang. Ze zijn dus erg klein, vandaar dat de meeste mensen er nog nooit een hebben gezien.

Leuk, dat ik dit vandaag heb gezien! Maar ik zag ook nog wat laatste zomerbloeiers:

Rose klaver:




Voor de dennenboomaanplant ging ik naar rechts:

Grote gele distel:


Even onder het prikkeldraad doorgekropen en weer naar rechts:
links ligt een greppel om het overvloed aan water in natte tijden op te vangen:


Ook hier nog wat laatbloeiers:




Paardenbloem:




Met de bocht mee richting bosrand:


De enigste inimini paddestoeltjes die ik hier heb gezien:




Deze greppel heb ik wel eens vol water zien staan, heb er vroeger met mijn kinderen wel eens kikkervisjes gevangen:


En vervolgens rechtsaf het bos in, vlak langs het grasland:


Ook hier nog wat late bloemetjes:




Het is echt een heel droog stukje bos, met veel afgevallen en dood hout. 


Blik op het weiland aan de rechterkant van mij:


Diverse soorten mosjes, maar die zag ik niet op de bomen of houtresten, alleen hier en daar een klein plukje op de bodem, en naalden van de grove den: die zitten als paar van 2 aan elkaar:


Grote bosmieren hoop:


Stobbe: mooie plek voor allerlei insecten:


Mijn hondje had het prima naar zijn zin: allemaal nieuwe geurtjes...spannend....:


Nog een mierenhoop, ik heb er diverse gezien :


Leuk doorkijkje:


Hier is wel wat meer groen:


Boomstam vol met gaatjes, een lustoord voor insecten:


Mooi....dat zonlicht wat diffuus door de bladeren schijnt:




Veel oud en dood hout, maar nuttig voor de insecten, en soms lijken het net kleine kunstwerkjes:




Geen enkele paddestoel te vinden:


Doorkijkjes naar het weiland:




Het einde van het pad is al weer in zicht:


En weer rechtsaf naar het pad waar ik dagelijks loop en liet ik het bosje weer achter me:












Het was een heerlijke en leuke wandeling. Mijn hondje en ik heb genoten. Weer eens door een heel ander soort bos gelopen. In eerste instantie dacht ik; hmz.....saai, maar er viel toch van alles te zien. En dat zo vlakbij. Soms hoef je niet ver van huis om lekker even je hoofd leeg te maken.