woensdag 24 januari 2018

Valkerij op de Achelse Kluis


Nu in de winter, kan ik mooi wat blogposts plaatsen met foto's van eerdere leuke wandelingen die ik gemaakt heb voordat ik mijn blogsite had aangemaakt.
Vandaag een blog over een wandeling die ik met mijn dochter gemaakt heb op 10 juli 2012 bij de Achelse Kluis in België.
De Achelse Kluis is een natuurgebied gelegen in de Stad Hamont-Achel, op de grens tussen Noord-Brabant (Nederland) en Limburg (België). Het maakt deel uit van het Europese Natura-2000 netwerk vanwege van haar hoge natuurwaarden en is hierdoor beschermd. Het gebied beslaat een oppervlakte van ongeveer 100 ha en vormt samen met het Nederlandse deel een aaneengesloten gebied van meer dan 2500 ha.

Hieronder een overzichtje van Google Maps van mijn wandeling:




Infobord aan het begin van het wandelpad:




Eerst even wat informatie over dit prachtige natuurgebied:
De Achelse Kluis is hét startpunt voor een prachtige wandel- of fietstocht door het Leenderbos of de Groote Heide. Je kunt hier genieten van vergezichten en stilte.

De Achelse Kluis vormde vroeger een geheel van woeste en natte gronden. In 1871 onstond uit een kluizenaarsgemeenschap de Abdij van Achel. De broeders trokken de Warmbeek (een waterloop) recht en ontgonnen de omliggende gronden om tot vruchtbare akkers en weilanden. De abdij van Achel groeide gestaag en de monniken weidden zich aan handenarbeid.De Achelse Kluis is gelegen ten zuiden van de abdij van Achel, waar je sinds 1998 weer echt trappistenbier kan proeven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd door de Duitsers de Doodendraad opgericht langs de hele grens tussen Nederland en België. Dit was een draadversperring waar 2000 Volt opgezet werd om te verhinderen dat Belgen naar Nederland zouden reizen. Honderd jaar later is deze draad nog niet vergeten, een reconstructie is in 2015 voorgesteld aan het publiek.
In 1996 kocht het ANB een deel van de gronden van de broeders, nadat de landbouwactiviteiten van de Kluis werden stopgezet.

De variatie in dit kleinschalige Brabantse landschap draagt bij aan een gevoel van vrijheid. Je ruikt de vele verschillende naaldbomen en kunt bijzondere diersoorten waarnemen, zoals de nachtzwaluw, heikikker, levendbarende hagedis, houtsnip, bosuil en zwarte specht. Door een beheermix van maaien en begrazen krijgen de weilanden een natuurrijker uitzicht en daarmee een grotere biodiversiteit. Diverse soorten, zoals de moerassprinkhaan voelen zich hierdoor meer in hun sas. Ook de blauwborst en de geelgors plukken hier de vruchten van.

Er liggen twee kraanvennen op de Leenderhei. Je kunt ze makkelijk vinden als je van de Achelse Kluis over het asfaltpad in de richting van het Leenderbos gaat ( zie witte pijlen). Na het eerste bos zie je links eerst het Klein Kraanven en even later rechts het Groot Kraanven. De vennen danken hun naam aan de kraanvogels uit Scandinavië en Rusland die hier op doortocht naar het zuiden konden fourageren. Tegenwoordig zijn er niet veel kraanvogels meer. Ze worden nog wel gesignaleerd in de Peel en op de Strabrechtse heide (Kranenmeer). De Kraanvennen zijn voedselarm en daardoor kennen ze een beperkte vegetatie.

Aan het begin aan de linkerzijde van het zandpad het eerste bosje:




Aan het begin van de heide zagen we plots een hutje van takken; dat moest even nader bekeken worden.... het was een z.g.n. tobhut: een ingegraven plaggenhut met een karrenwiel als zoldering, en voorzien van kijkgaten, om de vanger te camoufleren. We hadden toen nog geen flauw idee dat hier vroeger aan valkerij werd gedaan:


Maar dit infobord vertelde ons precies hoe het zat:


Inderdaad:  een ingegraven plaggenhut met een karrewiel als zoldering. Je kon er net in staan en de helft van de hut lag in een kuil.


Kijkopeningen:


Nu is het natuurlijk leuk om wat te vertellen over die valkerij.

Al in de Oudheid werd de valkerij in het Midden-Oosten beoefend. In de lage landen ontwikkelde de valkerij zich in Kempische Brabant, gelegen op de trekroute van de slechtvalk. Vlak over de grens in Nederland ontwikkelde de valkerij zich in Valkenswaard, Leende en Leenderstrijp vanaf de 16e eeuw. In de 17e, 18e en 19e eeuw waren Valkenswaardse valkeniers werkzaam aan bijna alle Europese vorstenhoven, waar de valkenjacht een geliefd tijdverdrijf was. Met de Franse Revolutie en de moderniseringen van de 19e eeuw kwam ook het einde van de valkerij. De laatste Valkenswaardse valkenier was Karel Mollen, die leefde van 1854-1935.

Omdat de Leenderheide op de trekroute van de slechtvalk lag, en daar ook de voor de valkenvangst benodigde klapekster voorkwam, was dit gebied erg geschikt. Het vangen ging als volgt:
Op een stille plaats op de heide, liefst in de buurt van een moeras, werd de vangplaats of legge ingericht. Een ingegraven plaggenhut met een karrenwiel als zoldering, en voorzien van kijkgaten, camoufleerde de vanger. Dit was de tobhut. Op vijftig meter afstand van de tobhut stonden drie palen, de tobroeden. Op de eerste roede was een houten valk, de dove, bevestigd, die met een lijn in beweging kon worden gebracht. Op de tweede roede zat een tamme valk, de zege, en was tevens een bos veren bevestigd. Op de derde roede zat een tamme lokduif.
Op 90 meter van de tobhut waren vangnetten gespannen en een hokje met een tamme duif, maar een eindje verder was ook een hutje met daarin een tamme klapekster die aan een lijntje zat. Dit was het handwerk. De klapekster kon al vanaf grote afstand waarnemen dat er een roofvogel in aantocht was, vandaar de naam, die van verklappen komt. De klapekster reageert op elke soort anders, wat voor de vanger belangrijke informatie geeft.
Voor zonsondergang ging de valkenvanger naar de tobhut. Als er een valk in aantocht was sloeg de klapekster alarm en vluchtte in zijn hutje. De valkenvanger trok aan de lijn en tobde (bewoog) daarmee de dove. Hierdoor werd de wilde valk aangetrokken. Vervolgens werd de tamme valk met de veren omhooggetrokken, waardoor de wilde valk het idee had dat deze valk een prooi had geslagen. Als de wilde valk naderbij gekomen was, liet de vanger de tamme valk in de heide zakken, en trok aan de lijn waaraan de duif bevestigd is. De duif ging fladderen en de wilde valk trachtte de duif te vangen, maar deze zakte nu de heide in. De valk ging zoeken naar de duif en op een gegeven ogenblik trok dan de vanger de tamme duif uit het hutje. De valk stortte zich op de duif en werd, samen met deze, naar het slagnet getrokken en gevangen.
Als de valk gevangen was moest ze nog wennen aan de mens(zeeg maken) en afgericht worden (treinen).

Reuze interessant allemaal, en vooral leuk dat ik nu zo'n plaggenhutje heb kunnen bekijken.



Dit is het klein Kraanven:


Shenna vond het heerlijk om even het ven in te lopen:






Leuk doorkijkje:















zie pdf landschapsontwikkeling blz 139 in map natuurgebieden A>K>









 De route wordt geflankeerd door berkenbomen en gaat over de Grote Heide  en langs de kleine Kraanven en iets verder weg ligt de grote Kraanven. Zandpaden worden later afgewisseld met bospaden in het Leenderbos

‘De Groote Heide is gesitueerd in een hooggelegen licht geaccidenteerd dekzandlandschap en vormt samen met het
Leenderbos, Valkenhorst, Braakhuizensche Heide en Strabrechtse Heide een belangrijke ecologische
hoofdstructuur. Het gebied is aardkundig van belang omdat er vrij veel reliëfvormen van verschillende aard nog
ongeschonden aanwezig zijn (…) In het gebied liggen enkele vennen (Klein Huisven, Appelven en Peerven). De
aanwezige verschillen in bodemtype en in grondwaterstand leveren een grote variatie aan begroeiingstypen op. De
diversiteit van de bodem is voor een deel nog terug te vinden in de aanwezige begroeiingstypen. De vegetatie vormt
op veel plaatsen onmiskenbaar de projectie van hetgeen zich in de bodem heeft afgespeeld.’8
De Groote Heide biedt, zoals uit het beheersplan blijkt, een zeer afwisselend landschapsbeeld:
‘In ruimtelijke zin wordt een rijke afwisseling aan overgangen aangetroffen in het gebied. Gesloten, half-open en open
terreinsituaties komen op korte afstand van elkaar voor en gaan geleidelijk in elkaar over (gradiënten). Dit is niet
alleen van belang voor de flora, maar vormt ook een gunstige factor met betrekking tot de fauna. Het gebied heeft
een goed ontwikkelde fauna. Naast kleine fauna-elementen als konijn, eekhoorn, bunzing, wezel, vos en diverse
broedvogelsoorten komen ook grote fauna-elementen als ree voor. De avifauna laat zich het gemakkelijkst
beschrijven door het gebied globaal in te delen in open en half-open heide en gesloten bos. Daarbij dient te worden
opgemerkt dat de levensmogelijkheden van een groot aantal vogelsoorten door meerdere terreintypen worden



Op de Groote heide bij Leende hebben twee grote en bloedige veldslagen plaatsgevonden. In het
Zwartland op de grens van Heeze en Leende werd op 8 oktober 1482 de slag bij Leende geleverd.
Grote troepen soldaten van Maximiliaan, hertog van Brabant, die terugkeerde van de bedwinging van
Utrecht, hadden zich in deze streken genesteld. Vooral de 2.600 Duitse huurlingen teisterden de
streek. Het landvolk van Heeze, Leende, Geldrop, Eindhoven, Valkenswaard, Aalst, Asten en
Someren sloegen de handen ineen en trokken ten strijde. Er sneuvelden die dag 250 landlieden. De
vele gesneuvelde paarden werden begraven op het Perdekerkhof. In 1528 werd een Gelders leger,
dat al plunderend door de streek trok, door de Brabanders verslagen.


valkerij:

http://www.valkerij.nl/valkerij/page/53/geschiedenis

https://nl.wikipedia.org/wiki/Valkerij

Valken
In Nederland zijn meerdere valkensoorten te vinden. De belangrijkste twee zijn de torenvalk en de boomvalk. Beide zijn te vinden in De Groote Heide en hebben een bepaalde historische waarde voor het gebied rondom Heeze-Leende en Valkenswaard. Vroeger was landbouw op de heidegebieden erg moeilijk, hierdoor moesten de boeren een andere manier van inkomen verzinnen. Dit deden ze door valken te vangen en af te richten voor de jacht. Door heel Europa werden de vogels verkocht, vooral aan Koninklijke families. Voor hen was het een belangrijk en prestigieus tijdverdrijf. De Brabanders hadden in heel Europa aanzien door deze valkerij.

Vanaf de zestiende eeuw begon in De Groote Heide de valkenvangst. In plaatsen zoals Valkenswaard, Leende en Leenderstrijp waren Brabantse valkeniers te vinden die in de eeuwen daarna hoog stonden aangeschreven bij de vorstenhuizen in heel Europa. Met name de valkeniers uit Valkenswaard waren geliefd bij de vorsten. Valkenjacht was erg populair onder de Koninklijke gezagshebbers. Door de Franse Revolutie en moderniseringen stopte de valkerij. Karel Mollen heeft de eer om de laatste Valkenswaardse valkernier te zijn. 


https://www.degrooteheide.eu/ontdek-de-groote-heide/fauna-van-de-groote-heide/vogels/valken
met mooie fotos:


Een torenvalk wordt ook wel roodvalk genoemd en is een vogel uit de familie van valken. Volwassen valken worden tussen de 30 en 38 centimeter groot. De kleine roofvogel jaagt op kleine zoogdieren en insecten. Muizen en kevers staan dagelijks op het menu van de torenvalk. Hoe de torenvalk een muis kan vangen is menig ander vogel jaloers op. De vogel kan namelijk urinesporen van muizen detecteren en op deze manier groepen muizen vinden om ze vervolgens te vangen. Zelf bouwen de vogels geen nesten, maar gebruiken oude nesten van andere vogels. 

De boomvalk begint in Nederland en België minder te worden in aantal. In Nederland staat de vogel zelfs als kwetsbaar op de Nederlandse Rode Lijst, terwijl de boomvalk niet op de Vlaamse Rode Lijst staat. Op de lijst staan alle alleen soorten die zich in Nederland voorplanten, dus niet de vogels die ook in Nederland overwinteren. De boomvalk is net iets kleiner dan de torenvalk en wordt tussen de 29 en 35 centimeter groot. De boomvalk jaagt op grote insecten, maar ook op kleine vogels. 



http://docplayer.nl/18637402-Wij-beginnen-onze-fietstocht-bij-de-oude-kern-van-heeze-het-kerkhof-reeds-in-de-romeinse-tijd-was-dit-gebied-bewoond-de-opgravingen-die-hier.html

veel info leenderbos


http://www.valkerij.nl/valkerij/page/53/geschiedenis









Foto bewerken in Lightroom

Lightroom van Adobe is een zeer omvangrijk foto bewerkings programma. Ik vind het leuk om het af en toe eens aan te zetten om te kijken wat het met een mooie natuur foto doet maar ik gebruik het niet om mijn foto's er beter van te maken. Ik hou het bij mijn eigen gemaakte foto's zonder aanpassingen. Maar om te laten zien wat je er bv mee kunt laat ik wat mogelijkheden zien. Onderstaand mijn eigen foto van en Eluven op de Valkenhorst:


Deze is met LR preset doordrukken:


Deze is met YPS HDR vignette 2:


Deze is met zoom preset dynamische zonopkomst


Deze is met zoom preset frisse wind


En deze laatste is met zoom preset smart fill light


Met uitzondering van de preset doordrukken en fill light vind ik de foto's niet meer natuurlijk aandoen. De laatste met fill light vind ik dan nog wel kunnen, die heeft net iets meer diepte. Maar ik vind mijn eigen foto net zo mooi en die is dan niet bewerkt. 

ecoduct valkenswaard


Door de aanleg van wegen, vaarwegen en spoorwegen zijn de natuurgebieden in Nederland in de afgelopen decennia als het ware versnipperd geraakt. In het wild levende dieren zijn daardoor steeds meer vast komen te zitten in een onnatuurlijk klein leefgebied.

Het MJPO (MEER JAREN PLAN ONTSNIPPERING) zorgt voor ontsnippering van de natuur door het realiseren van o.a. ecoducten, ecoduikers, faunatunnels en makkelijk uittreedbare oevers rondom bestaande rijksinfrastructuur. Zo kunnen bijvoorbeeld wilde zwijnen, otters, herten, dassen, salamanders, kikkers en zelfs vleermuizen weer veilig oversteken. Deze dieren krijgen zo meer leefruimte, toegang tot voedsel en schuilplaatsen en ze vinden makkelijker een geschikte partner. De kans op faunaslachtoffers door aanrijdingen met weg- en treinverkeer of verdrinking neemt ook af. In 2007 werden bv. op de Veluwe meer dan 500 wildzwijnen, bijna 800 reeën, 50 edelherten en 100 dassen aangereden.

Rijkswaterstaat en ProRail voeren het uit, in opdracht van de Rijksoverheid en onder regie van de provincies. Het programma levert daarmee een grote bijdrage aan het Natuurnetwerk Nederland (het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden).

Bij aanvang van het Meerjarenprogramma Ontsnippering in 2005 zijn de locaties die 'ontsnipperd' moesten worden vastgelegd. Van de nu in totaal 178 knelpunten zijn de meeste in de afgelopen jaren opgelost door de aanleg vanallerlei soorten faunavoorzieningen.Veel van deze voorzieningen worden intensief gebruikt door de dieren waarvoor ze bedoeld zijn.
In 2018 is het programma afgerond, maar bij de aanleg van nieuwe infrastructuur zal ontsnippering altijd op de agenda staan, geborgd door de Wet natuurbescherming. De opgedane kennis uit het MJPO wordt doorgeven aan provincies, andere beheerorganisaties en aan het buitenland; ook daar wordt ontsnipperd.

aldus: www.mjpo.nl

Natuurbruggen verbinden natuurgebieden met elkaar. Aaneengesloten natuurgebieden zijn belangrijk voor de soorten die in deze gebieden voorkomen. Zonder dit soort verbindingen leven ze geïsoleerd in een natuurgebied, waardoor geen genen kunnen worden uitgewisseld. Op termijn ontstaat er dan inteelt. Ook zonder natuurbruggen proberen diersoorten andere gebieden te bereiken, echter met weinig kans van slagen. Ze sneuvelen vaak bij de hachelijke oversteek over een drukke weg, om over de gevolgen voor de betreffende automobilist nog maar te zwijgen.

Dit blog gaat over de ecoducten vlak in de buurt waar ik woon. in Nederland zijn er inmiddels al 44 waarvan er 3 vlakbij liggen: Natuurbrug Leenderbos, Groote Heide en Weerterbergen.
Ik hoop binnenkort bij alle drie te gaan kijken en mijn foto's in dit blog bij te plaatsen.

In mijn blog van 21-01-2018 had ik het al over het ecoduct Leenderbos.

Deze natuurbrug overspant de N396 tussen Valkenswaard en de aansluiting Valkenswaard van de A2. Het ecoduct verbindt het natuurgebied Valkenhorst ten noorden van het ecoduct met het Leenderbos, een naaldbos ten zuiden van Eindhoven. Het betreft een circa 50 meter lang/breed ecoduct over de N396, die ter plaatse 1x2 rijstroken met tweezijdige fietspaden kent. Het ecoduct heeft een relatief smalle doorgang.
Het ecoduct is tussen maart en eind 2013 aangelegd en is op 8 januari 2014 opgeleverd. Het ecoduct is aangelegd door de provincie Noord-Brabant.


Tussen de parkeerplaats Leenderbos en Industrieterrein de Schaapsloop zijn verder ook faunarasters, wildroosters en een ruitertourniquet aangelegd. De werkzaamheden werden uitgevoerd door Staatsbosbeheer en Brabants Landschap.
Klein- en groot wild wordt door middel van faunarasters naar de natuurbrug geleid. De faunarasters zorgen er tevens voor dat het wild niet onverwachts de provinciale weg oversteekt, waardoor de kans op ongelukken wordt verkleind.
Het bestaande faunaraster, inclusief bijbehorende faunavoorzieningen, is vanaf de parkeerplaats Leenderbos, aan het Strijperpad te Leende,  doorgetrokken tot en met De Oude Baan in Valkenswaard. Aan beide zijden van de weg is langs het fietspad een raster geplaatst van 1,20 meter hoog om wild te weren van de provinciale weg.  Ter hoogte van de zijwegen en fietspaden zijn wildroosters geplaatst.  Om bezoekers van het Leenderbos te informeren over de faunavoorzieningen zijn op en rond de parkeerplaats informatiepanelen geplaatst.
zie foto´s van mijn blog van 21/1/2018.

Uit onderzoek blijkt dat de natuurbrug goed werkt en inmiddels veelvuldig door dieren in gebruik is genomen. Onder meer vos, ree, zwijn, haas, wezel, egel, diverse muizen- en vleermuizensoorten, heikikker, allerlei sprinkhanen, nachtzwaluw, levendbarende hagedis en diverse soorten vlinders zijn al gesignaleerd of wonen zelfs op de natuurbrug. De monitoring van de dieren en planten van de natuurbrug gebeurt door boswachters en vrijwilligers.
Overdag lijkt er niet zoveel te gebeuren, maar ’s nachts is het een ware dierensnelweg: slakken, muizen, konijnen, wezels, buizerds, reeën, zwijnen; allemaal passeren ze de brug. Dat blijkt uit de beelden van de cameravallen die daar van april tot december 2015 hebben gestaan. De zwijnen mogen overigens alleen over natuurbrug Leenderbos; op natuurbrug Groote Heide staat een zwijnenwerend raster. Alle andere dieren zijn op beide bruggen en aan beide kanten welkom.
Een groot succes op beide bruggen is de zogeheten natte zone, een strook poeltjes voor amfibieën. Er zijn al eiklompjes van de bruine kikker gevonden en zelfs een rugstreeppad







SPINSTERBERG
Brabants Landschap ontwikkelt nieuwe heide op de Spinsterberg

https://www.ed.nl/heeze-leende/brabants-landschap-ontwikkelt-nieuwe-heide-op-de-spinsterberg~a9607cf0/

Het uiteindelijk doel is om al die heidegebieden steeds meer aan elkaar te verbinden. Binnen de Spinsterberg, maar ook met in het aan de overkant van de weg gelegen Leenderbos. Het ecoduct dat in 2014 tussen de twee gebieden is gebouwd, speelt daarbij een belangrijke rol. ,,Er stond een tijdje een camera op; daarbij bleek dat de natuurbrug behoorlijk gebruikt wordt. Reeën, zwijnen, vossen... Dat zijn de diersoorten die flink mobiel zijn."

Verder zijn er stukken heide die door een plaatselijke vrijwilligersgroep uit Heeze-Leende in 1996 van veel vliegdennen is ontdaan. Daardoor zijn vennen als Eijerven en Brilven weer vrij in de open ruimte komen te liggen en heeft het gebied veel aan landschappelijke aantrekkelijkheid gewonnen.

Enkele kleinere vennen zoals Ronde Vlaas en Lange Vlaas liggen nog meer besloten. In deze vennetjes vindt men onder meer de Speerwaterjuffer, een internationaal bedreigde soort. Vanaf 1999 werd een begrazingsproject op 100 ha gestart met Schotse hooglanders.

LEENDE – Het gebied van de Spinsterberg is een zeer afwisselend gebied met open heidevelden en bijzondere vennetjes, omliggende bossen en een ecoduct. Dit gebied is de laatste jaren ook het terrein geworden waar wilde zwijnen rondstruinen. De kans dat je ze overdag ziet is niet erg groot, maar de sporen zijn overal aanwezig, bijvoorbeeld afdrukken van poten, omgewoelde grond en haren aan de bomen. Al met al zeker de moeite waard om er regelmatig eens een kijkje te gaan nemen. Dat kan op zondag 18 juni onder leiding van natuurgidsen van het IVN. Vertrek om 14.00 uur vanaf pa

Het wild zwijn is het meest voorkomende lid van de familie der varkens. Het is een krachtig zoogdier. Het volwassen mannetje kan tot 200 kg wegen en bijna 2 meter lang zijn. Wilde zwijnen zijn alleseters. Er zijn zelfs meldingen van hertenkalveren die ten prooi vielen. Ze leven in kleine groepen, “rotten” genaamd. Vanaf 8 maanden kunnen jonge zeugen geslachtsrijp zijn. Ze krijgen maximaal 12 jongen per worp. De laatste tijd komen ze steeds meer voor in Brabant en vooral in onze omgeving, ook op de Spinsterberg.

De Spinsterberg is een hooggelegen en licht heuvelachtig gebied dat behoort tot de Valkenhorst. Het bestaat uit naaldbos, dat deels op stuifzand is aangeplant. Verder is de heide enkele jaren geleden van veel vliegdennen ontdaan, waardoor een aantal vennen weer vrij in de open ruimte kwamen te liggen. In deze vennen komt onder meer de speerwaterjuffer voor, een internationaal bedreigde libelle-soort. Sinds enkele jaren grazen er Schotse Hooglanders







https://twitter.com/twitter/statuses/943015931839729664

https://twitter.com/twitter/statuses/933328933487087616





Ecoduct Groote Heide Deze doelsoorten hebben verschillende voorkeuren voor een migratieroute en daarom lopen meerdere zones parallel aan elkaar over de ecoducten. Een strook struweel geeft dekking aan grotere zoogdieren en vormt een geleidend element voor vleermuizen. Langs de zonzijde van het struweel loopt een bloemrijke ruigte die voor insecten de oversteek aantrekkelijk maakt. Daarnaast loopt een brede heidezone met plekken open zand. Hier moeten warmteminnende insecten van de heide zich thuisvoelen. De zone loopt licht af in dwarse richting en gaat via vochtige heide over in een natte zone met plasjes. Deze natte zone dient de oversteek voor de amfibieën te vergemakkelijken. Dit was het meest uitdagende onderdeel van de ecoducten, omdat deze zone enerzijds zo lang mogelijk nat moet blijven, maar anderzijds slechts gevoed kan worden door regenwater. De vochtige zone wordt daarom opgebouwd als een lange kuip van compacte leem die het water in de zone houdt. Deze kuip wordt opgevuld met leemhoudend zand, dat makkelijk water opneemt en het vervolgens lang vasthoudt. Op de aanlooptaluds naar het brugdek wordt de zone als een cascade met ondiepe plasjes afgewerkt. Zo wordt het afstromen van regenwater zoveel mogelijk vertraagd. Als het water eindelijk beneden aankomt wordt het in een poel opgevangen die als ‘vertrekstation’ voor de kikkers en salamanders moet gaan fungeren. We zijn erg benieuwd hoe nat de zone in de praktijk zal blijven. Ongetwijfeld zullen natte en droge zomers tot duidelijke verschillen leiden, maar we zijn ervan overtuigd dat de zone een geschikte route zal zijn voor amfibieën. Zeker ook omdat naast de natte zone een stobbenwal wordt geplaatst en die hebben al vaak bewezen volop door amfibieën en kleine zoogdieren te worden gebruikt. Bovenop de stobben is het weer prima zonnen voor vele insecten en de levendbarende hagedis.







Realisatie
















Uitwerking



Ecoduct Groote Heide Deze doelsoorten hebben verschillende voorkeuren voor een migratieroute en daarom lopen meerdere zones parallel aan elkaar over de ecoducten. Een strook struweel geeft dekking aan grotere zoogdieren en vormt een geleidend element voor vleermuizen. Langs de zonzijde van het struweel loopt een bloemrijke ruigte die voor insecten de oversteek aantrekkelijk maakt. Daarnaast loopt een brede heidezone met plekken open zand. Hier moeten warmteminnende insecten van de heide zich thuisvoelen. De zone loopt licht af in dwarse richting en gaat via vochtige heide over in een natte zone met plasjes. Deze natte zone dient de oversteek voor de amfibieën te vergemakkelijken. Dit was het meest uitdagende onderdeel van de ecoducten, omdat deze zone enerzijds zo lang mogelijk nat moet blijven, maar anderzijds slechts gevoed kan worden door regenwater. De vochtige zone wordt daarom opgebouwd als een lange kuip van compacte leem die het water in de zone houdt. Deze kuip wordt opgevuld met leemhoudend zand, dat makkelijk water opneemt en het vervolgens lang vasthoudt. Op de aanlooptaluds naar het brugdek wordt de zone als een cascade met ondiepe plasjes afgewerkt. Zo wordt het afstromen van regenwater zoveel mogelijk vertraagd. Als het water eindelijk beneden aankomt wordt het in een poel opgevangen die als ‘vertrekstation’ voor de kikkers en salamanders moet gaan fungeren. We zijn erg benieuwd hoe nat de zone in de praktijk zal blijven. Ongetwijfeld zullen natte en droge zomers tot duidelijke verschillen leiden, maar we zijn ervan overtuigd dat de zone een geschikte route zal zijn voor amfibieën. Zeker ook omdat naast de natte zone een stobbenwal wordt geplaatst en die hebben al vaak bewezen volop door amfibieën en kleine zoogdieren te worden gebruikt. Bovenop de stobben is het weer prima zonnen voor vele insecten en de levendbarende hagedis.











Sinds twee jaar liggen er ook natuurbruggen over de A2 en de N396 in Brabant: de natuurbruggen Groote Heide en Leenderbos. Overdag lijkt er niet zoveel te gebeuren, maar ’s nachts is het een ware dierensnelweg: slakken, muizen, konijnen, wezels, buizerds, reeën, zwijnen; allemaal passeren ze de brug. Dat blijkt uit de beelden van de cameravallen die daar van april tot december 2015 hebben gestaan. De zwijnen mogen overigens alleen over natuurbrug Leenderbos; op natuurbrug Groote Heide staat een zwijnenwerend raster. Alle andere dieren zijn op beide bruggen en aan beide kanten welkom. Boswachter Mari de Bijl van het Brabants Landschap kan bijvoorbeeld niet wachten tot de das, die aantoonbaar op de Groote Heide zelf zit, aan de andere kant van de A2 komt. En ook de boommarter en de wilde kat zijn in de buurt gesignaleerd: kom maar over de brug!



Een groot succes op beide bruggen is de zogeheten natte zone, een strook poeltjes voor amfibieën. Er zijn al eiklompjes van de bruine kikker gevonden en zelfs een rugstreeppad, een soort die boswachter Mari de Bijl daar niet had verwacht. Hij vindt dan ook dat er geen ecoducten meer aangelegd zouden mogen worden zonder natte zones.



ECODUCT WEERTERBERGEN

Natuurbrug Weerterbergen over A2
MAARHEEZE/WEERT - Het nieuwe ecoduct over de A2 ter hoogte van viaduct Maarheezerhutten bij Weert ligt er. Maar er moet nog flink gewerkt worden voordat de eerste dieren er gebruik van kunnen maken.


Het ecoduct op de grens tussen Noord-Brabant en Limburg dichtbij de spoorlijn tussen Weert-Maarheeze vormt de verbinding tussen natuurgebieden Weerterbos en Weerter- en Budelerbergen.



ECODUCT GROOTE HEIDE

Het Ecoduct Groote Heide is een ecoduct in de rijksweg A2 vlakbij Leende en verbindt de natuurgebieden Groote Heide en Valkenhorst met elkaar.

Inhoud [verbergen]
1 Naamgeving
2 Kenmerken
3 Geschiedenis
4 Referenties
Naamgeving
De Groote Heide was van oorsprong een enorm heidegebied grofweg tussen Heeze, Geldrop, Eindhoven en Valkenswaard. Tot de Tweede Wereldoorlog vonden er ontginningen plaats en werd in een groot deel van het gebied (naaldbomen)bossen aangepland. De Groote Heide maakt tegenwoordig deel uit van het grotere Natura2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux.

Kenmerken
Het ecoduct is circa 50 meter breed en gebouwd met een ruimtereservering voor 2x3 rijstroken. De A2 heeft 3 rijstroken in zuidelijke richting en in de richting Eindhoven liggen 2 rijstroken. Het ecoduct overspant de snelweg in één keer, dus zonder middenpijler.

Geschiedenis
Het ecoduct Groote Heide is onderdeel van het Meerjarenprogramma Ontsnippering, waarbij voor 2018 onder andere een aantal ecoducten worden gebouwd om verschillende natuurgebieden met elkaar te verbinden zodat dieren zich ongestoord van het ene gebied naar het andere kunnen verplaatsen. Een ander ecoduct in de A2 dat deel uitmaakt van dit programma is de iets zuidelijker gelegen Natuurbrug Weerterbergen. De overspanning van het ecoduct Hoogerheide is tijdens een 24-uurs afsluiting van de A2 tussen knooppunt Leenderheide en Weert in het weekend van 6 en 7 juli 2013 op zijn plek gelegd. Met de voltooiing van het ecoduct eind 2013 zijn de natuurgebieden Valkenhorst en Groote Heide met elkaar verbonden. Op 8 januari 2014 volgde de formele openstelling[1].



2018: ECODUCT BEST

In 2005 ging de natuurbrug over de snelweg A2 al open, dertien jaar later komt er ook een ecoduct over het spoor tussen Eindhoven en Boxtel. De brug verbindt straks twee delen van natuurgebied het Groene Woud: de Scheeken en de Mortelen. Het grootste dier dat de brug zal passeren is het edelhert, dat onlangs is uitgezet in het gebied. ,,Eigenlijk zijn we bezig met een inhaalslag”, zegt projectleider Camiel Meijneken van Prorail. ,,Tientallen jaren zijn autowegen en spoorwegen aangelegd zonder bijbehorende natuurmaatregelen. Nu horen die erbij, vroeger niet. Met de ecoducten verbinden we landschappen die jarenlang gescheiden zijn geweest.”

Prorail
Het hele project kost 7,5 miljoen euro en wordt uitgevoerd door Prorail, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ook de provincie betaalt mee. Eigenlijk had de brug al zo’n beetje klaar moeten zijn, maar lange tijd lag het project stil door juridische procedures. Prorail moest de aanbestedingsprocedure overdoen. Uiteindelijk is er overigens dezelfde aannemer uitgekomen. De firma BAM gaat de brug bouwen.

De voorbereidingen zijn inmiddels begonnen. Voor de taluds van de brug is zo’n honderdduizend kuub grond nodig. Een flink deel daarvan wordt geleverd door Brabants Landschap, dat de grond overbrengt vanuit andere natuurprojecten in de omgeving. Dat zand wordt nu al op de locatie van het nieuwe ecoduct opgeslagen. In december en januari gaan de voorbereidingen verder met het plaatsen van hekken en aanleggen van een bouwweg. Belangrijk moment is het weekend van 7 en 8 juli. Dan worden de betonnen liggers op hun plek ‘gehesen’ en wordt het treinverkeer tussen Boxtel en Eindhoven een weekend stilgelegd.



Info vlgs: http://www.mjpo.nl/waar-in-nederland/limburg/111/weerter-en-budelerbergen.html


NB 07 - Groote heide
Gebiedsbeschrijving
De Kempische bossen is een Regionale Eenheid Natuur en Landschap (RNLE) en een van de grooste natuureenheden. Het omvat de bestaande bos- en natuurgebieden Groote heide, Strabrechtse heide, Leenderbos, de Malpie, het Platteau en De kempen. Deze gebieden worden doorsneden door de beekdalen van het bovenstroomse Dommelsysteem gelegen in de Centrale Slenk. De groote en Strabrechtse heide bestaat voornamelijk uit droge en vochtige heide landschappen met vennen, her en der stuifzanden en droge naaldbossen. De vennnen zijn waardevol in verband met oervervegetatie en vochtig schrale heide vegetaties. Het Leenderbos bestaat voornamelijk uit naaldbos. Het gebied bevat bijzondere vegetaties van voedslearme zandgronden en wateren en is leefgebied voor internationaal bedreigde vogelsoorten zoals de nachtzwaluw. De Groote Heide De Plateaux, de Strabrechtse heide en Beuven en het Weerterbos zijn aangewezen als speciale beschermingszone van de Habitatrichtlijn. De beken in het gebied zijn grotendeels aangewezen als ecologische verbindingszone.

NB 09 - Leenderbos-De Kempen
De Leenderheide,  potentieel dassenleefgebied, wordt doorsneden door zowel de A2 als de A67.  Het knelpunt is gedeeltelijk opgelost tussen 2005 en 2008.

 NB 09 - Leenderbos-De Kempen
Gebiedsbeschrijving
De Kempische bossen is een Regionale Eenheid Natuur en Landschap (RNLE) en een van de grooste natuureenheden. Het omvat de bestaande bos- en natuurgebieden Groote heide, Strabrechtse heide, Leenderbos, de Malpie, het Platteau en De kempen. Deze gebieden worden doorsneden door de beekdalen van het bovenstroomse Dommelsysteem gelegen in de Centrale Slenk. De groote en Strabrechtse heide bestaat voornamelijk uit droge en vochtige heide landschappen met vennen, her en der stuifzanden en droge naaldbossen. De vennnen zijn waardevol in verband met oervervegetatie en vochtig schrale heide vegetaties. Het Leenderbos bestaat voornamelijk uit naaldbos. Het gebied bevat bijzondere vegetaties van voedslearme zandgronden en wateren en is leefgebied voor internationaal bedreigde vogelsoorten zoals de nachtzwaluw. De Groote Heide De Plateaux, de Strabrechtse heide en Beuven en het Weerterbos zijn aangewezen als speciale beschermingszone van de Habitatrichtlijn. De beken in het gebied zijn grotendeels aangewezen als ecologische verbindingszone.

De N69 doorkruist dit gebied. Ook doorkruis de N69 de het dal van de Dommel, Keersop en de Tongelreep. Het Leenderbos is een leefgebied voor internationaal bedreigde vogelsoorten zoals de nachtzwaluw. De Plateau is een internationaal natuurgebied vanwege de aanwezigheid van vloeiweiden.

De N69 doorsnijdt zowel de beekdalen als de kempische bossen en heide in oost-west richting wat een uitwisseling van dieren belemmert.

Het knelpunt is opgelost in 2008.

LI 14 - Weerter en Budelerbergen
Gebiedsbeschrijving
Waar: Weerterbergen
Soort gebied: lokale kwel, hogere zandruggen met actief stuifzand en heideterreinen, grotendeels bebost
Natuurgebieden: Weerterbosch, Weerter en Budelerbergen, Hugterheide
Doelsoorten: Edelhert, Wild zwijn, hagedissen, Poelkikkers
Barrière: A2, spoorlijn Weert-Eindhoven, Zuid-Willemsvaart
Maatregel(en): ecoduct, fauna-uittreedplaatsen en natuurvriendelijke oevers
Samenwerkende partijen: ProRail, Rijkswaterstaat, Stichting Limburgs Landschap, Provincie Limburg
Planning: na 2018 

Dit gebied wordt op diverse plaatsen versnipperd door onder andere de aanwezigheid van infrastructuur. Het complex is een uitgestrekt, van oorsprong nat, bosgebied dat onder invloed staat van lokale kwel. Plaatselijk liggen hogere zandruggen met actief stuifzand en heideterreinen, grotendeels is het gebied bebost. Voor diverse kenmerken is het gebied aangewezen als Habitatrichtlijngebied. Het Limburgs Landschap heeft uitgestrekte eigendommen waar nieuwe natuur wordt ontwikkeld. Het gebied heeft de potentie om als natuurlijk beheerde eenheid te gaan functioneren. Mogelijkheden voor Edelhert en Wild zwijn in het gebied lijken positief, mits er ontsnipperende maatregelen worden genomen.

In de oevers van de Zuid-Willemsvaart zijn FUP’s aangebracht. Op 12 maart 2014 is door ProRail en Rijkswaterstaat het ecoduct over de A2 en het spoor Weert – Eindhoven opgeleverd en feestelijk ‘geopend’. In 2016 zijn de laatste trajecten langs het spoor en de A2 van geleidende faunarasters voorzien.
 

Ecoduct over de A2 en het spoor Weert-Eindhoven


HEEFT HET ALLEMAAL EFFECT VOOR DE DIEREN?
http://www.mjpo.nl/de-oplossingen/effect-faunavoorzieningen.html


zondag 21 januari 2018

Wandeling Valkenhorst : stormschade in het bos

Vandaag heb ik een wandeling gemaakt in een ander prachtige natuurpark vlakbij waar ik woon, n.l. Natuurgrenspark De Groote Heide: een natuurpark van 6000 hectare. Het strekt zich uit van Eindhoven tot Neerpelt-Achel in België.
Het uitgestrekte gebied bestond zo'n 100 jaar geleden vrijwel alleen uit heide. In de jaren dertig van de vorige eeuw werden er in Nederland en België veel naaldbossen aangelegd op de hei. De vraag naar productiehout - onder andere voor de mijnbouw - was groot en werklozen werden massaal ingezet om bossen aan te planten.
De Groote Heide: een heel groot gebied, waarvan ik vandaag slechts een heel klein stukje heb gezien: ik ging naar Valkenswaard en bewandelde een klein stukje van de Valkenhorst (totaal 798 ha groot) op twee verschillende plaatsen aan  de N396 van Leende naar Valkenswaard.
De bedoeling was om eens te gaan kijken wat de storm van 18 januari j.l.heeft aangericht in de natuur.

Kaartje van google maps:


Ik wilde graag vlak langs het ecoduct mijn wandeling aanvangen maar daar kon je de auto niet parkeren. Dat kon wel een eindje verderop, bij de Oude baan, vlak voor je Valkenswaard inrijdt, en waar ook meteen een info zuil staat, al was er slechts plaats voor een handjevol auto's in de berm:






De Valkenhorst: een parel in het zand, volgens Het Brabants Landschap.


In vroegere tijden werden hier valken gevangen (vandaar de naam Valkenhorst) die, na getraind te zijn, werden verkocht aan de adel in binnen- en buitenland. Nu merk je niets meer van die valkerij. Rond 1900 kwam er de klad in en moest err een andere bestemming van de heide worden gevonden. Ze werd beplant met bos en aan de Tongelreep (een beek) werden visvijvers gegraven. Vooral karper, toen populair volksvoedsel, werd er gekweekt. De vijvers werden bemest en de vissen bijgevoerd: het leek wel intensieve veeteelt. Allerlei wilde dieren profiteerden daarvan mee, zoals otters en visetende vogels. Die werden natuurlijk  bestreden. In 1987 nam Brabants Landschap het gebied over van Philips: de vijvers werden afgebouwd en het oppervlak aan heide werd vergroot door houtkap. In de jaren die volgden, ontwikkelde het gebied zich tot een oase van rust voor allerlei soorten vogels: eenden, ganzen, zwanen, roofvogels. Het broeden van zeldzame soorten zoals de woudaap, roerdomp, zwarte wouw en middelste bonte specht mag als een waar succes genoemd worden. Maar ook het wild zwijn, de vos en de bever voelen zich hier thuis. 
De visvijvers zijn nu een vogelreservaat en niet toegankelijk voor het publiek, behalve tijdens de jaarlijkse excursie voor de beschermers van het Brabants Landschap. Zij vertellen dan over het natuurbeheer dat zij toepassen:
om de rijke natuur en de verschillende soorten landschappen in stand te houden, wordt specifiek beheer toegepast. Zo zijn er speciale manieren om grote stukken heide en bos te onderhouden. Maar er moet ook rekening gehouden worden met vogels, zoogdieren en allerlei soorten insecten. Zij moeten ook een geschikt onderkomen en voedsel kunnen vinden. Ook hier wordt speciaal beheer op toegepast.

Tot zover de info  over dit gebied. Op naar de foto's van vandaag.

Er lag al een grote ontwortelde boom over de ingangspoort aan het begin van mijn wandeling, dan maar over het wildrooster naar binnen; maar dit was nog niks, de desastreuze impact die de storm heeft gehad op de natuur zal gauw zichtbaar worden:


Zie je op de achtergrond de boom die op de poort ligt, nog geen 10 meter verder ligt er weer een dwars over het pad:


Er staan hier veel Douglassparren, dit zijn bomen voor productiehout. Ze staan vaak dicht op elkaar. De boom heeft in bossen meestal een lange rechte stam, waarbij de piramide-achtige kruin pas op zo'n tien meter hoogte begint. Omdat de stam recht is, kan die goed gebruikt worden om mooie planken uit te halen. Er wordt hier al aan boskap gedaan, maar hier liggen toch duidelijk omgevallen bomen door de storm:


Dit viel ook nog mee; maar als je dit ziet schrik je toch wel even:


Elk jaar waait het wel een keer stevig, maar daar ondervindt het bos, behalve een enkele instabiele boom, geen hinder van. De bomen worden er zelfs sterker van door reactiehout aan te maken in de stam en wortels. Een storm zoals we nu hadden met windkracht 11 komt gemiddeld maar een keer in de 10 jaar voor.

Bepalend voor de effecten van stormen op bos is de windkracht verder landinwaarts. Neerslag kan een versterkende factor zijn, door het verzwaren van de boomkronen en door waterverzadiging van de bodem. Bij eenzelfde windsterkte is de kans op ontworteling groter wanneer de bodem waterverzadigd is.
Er is sprake van stormschade wanneer de getroffen bosopstanden tijdelijk hun verwachte landschappelijke, ecologische, economische en recreatieve functie niet meer, of slechts ten dele kunnen vervullen. Zoals mijn foto's zullen laten zien lijkt mij dat hier dus echt wel aan de orde.

En het is er niet zomaar eentje: ze liggen in bosjes bij of over elkaar:


De wortelkluit is gemiddeld een meter in doorsnee, alsook de kuil waaruit hij ontworteld is:


Dit laat wel zien met wat voor een enorme krachten we hier te maken hebben gehad, zelfs het asfalt is mee los gekomen:


En om te laten zien hoe groot zo'n kluit werkelijk is ben ik er maar even naast gaan staan: 


Het was indrukwekkend om te zien. Ik had wel iets van wat omgevallen bomen verwacht, maar dit toch niet. Dat doet wel wat met je. En dit was nog maar het begin.......overal waar je keek, m.n. aan de rechterkant bosinwaarts lagen gesneuvelde bomen:


Soms zelfs waren gigantische takken als lucifershoutjes afgeknapt en op het pad belandt:


Zoals hier op het punt staat te gebeuren: als het ineens gaat kraken moet je maken dat je wegkomt, eigenlijk is het nu best gevaarlijk in het bos:


Ik weet niet hoe vaak ik in mezelf riep: "ohh wat erg"...maar wel vaak....
Hier kon ik helemaal niet meer over het pad:


Het gat hier in de grond was zeker een meter diep en in doorsnee, ongelooflijk:


Dit is aan de linkerkant, de rand van het bos, waar een weiland ligt. De oostkant, vanwaar de wind kwam. De bomen die hier stonden kregen dus de volle mep: sommigen zijn gewoon doormidden geknakt:
Maar goed dat ik mijn laarzen aan had gedaan, om mijn weg te vervolgen moest ik door een hoop modder. Het is echt heel erg nat in het bos:




O..o...alweer een obstructie, en nog een.....er lijkt geen einde aan te komen...




Blijkbaar is men hier al met grote bulldozers aan het werk geweest, gezien de grote bandensporen in de modder:


Het was zo indrukwekkend, ik bleef maar foto's maken. Deze boom zat blijkbaar toch wel stevig verankerd maar er is goed te zien wat voor kracht heeft ingespeeld op de stam: zie enkele foto's van zo'n breuk:


Van de onderkant:


Close-up:




Er is toch wel heel wat power nodig om zo'n reus om te krijgen:


Het was wel een mooie dag: fris maar zonnig dus wel aangenaam in het bos. Maar de aanblik van deze stormschade was niet leuk:


Gelukkig.....een stukje is redelijk behouden gebleven. Ik vraag me af of er nou overal in het bos zoveel schade is, of alleen aan de bosrand....dat zou wel echt heel erg zijn dan.....






Het is maar een trieste boel. Ook als ik omhoog kijk:


Maar de zon schijnt, de temperatuur is aangenaam in het bos en de lucht is inmiddels helderblauw , dat maakt me toch ook wel weer vrolijk, dus ook even een paar leuke kiekjes:








Men is na donderdag meteen al aangevangen met opruimwerkzaamheden in het bos, een paar impressies:
mega grote bandensporen in het zand:




boomstammen op maat afgezaagd voor transport uit het bos:


Hier was het weer heel erg:




Boom na boom lag om:


Dit pad word blijkbaar veel gebruikt door wielrenners, ik zag er veel voorbijkomen. Sommigen stapten af, tilden hun fiets over de stammen of liepen om. Een blik achterom:


Het lijkt wel een hindernisbaan:


Ik moest hier echt over de bomen heen klimmen, heb een leuke collage van enkele foto's gemaakt in Photoscape:




Op dit punt komt aan de rechterkant het heidegebied in zicht...ik heb maar besloten om terug te keren. Met mijn statief en 2 tassen om mijn nek is dit niet echt heel erg handig met al die obstakels..






Dus weer terug naar de auto. Op de infozuil stond aan de achterkant ook nog veel nuttige informatie over de Valkenhorst. Ik vind het altijd leuk om info op te zoeken over de gebieden waar ik ga wandelen en foto's maken. Vaak begrijp je dan beter wat je allemaal ziet.


Beetje lastig te lezen, maar waterschap de Dommel zegt het volgende:

Natuurgebieden Valkenhorst en Groote Heide zijn natte natuurparels. Natte natuurparels zijn waardevolle natuurgebieden in Noord-Brabant die voor hun ontwikkeling afhankelijk zijn van het plaatselijke grondwaterpeil. Dit gebied was erg verdroogd. Hierdoor kon de natuur niet optimaal tot ontwikkeling komen. Daarom heeft Waterschap De Dommel, in 2013 en 2014, samen met Brabants Landschap, Brabant Water en de gemeente Heeze-Leende de verdroging aangepakt.
Om de grondwaterstand te verhogen en daarmee de verdroging tegen te gaan, is er in 2013 en 2014 een aantal maatregelen genomen. Zo is er ongeveer 50 hectare bos gekapt, is er geplagd en zijn er gronddammen en 2 stuwtjes aangebracht. Ook is een voormalig landbouwperceel afgegraven. Door de optelsom van deze maatregelen stijgt de grondwaterstand en wordt de natuur minder droog. Hierdoor is natuurgebied Valkenhorst nu een gevarieerder en aantrekkelijker natuurgebied.
Waarom is er zoveel bos gekapt? In een bos bereikt een groot deel van het regenwater de bodem niet, met name in naaldbossen werken de bomen als een grote paraplu. De regendruppels blijven aan de naalden van de dennen hangen, waar het vervolgens verdampt. Ook verbruiken naaldbomen via hun wortels het hele jaar door veel grondwater. Dit in tegenstelling tot loofbomen, die ruim 5 maanden geen blad hebben. Waar het naaldbos is gekapt komt een begroeiing van heide terug. Er verdampt veel minder water, waardoor de grondwaterstand stijgt.


In het gebied zijn vele gronddammen aangelegd. Door de aanleg van deze gronddammen stroomt het regen- en grondwater niet via de slootjes weg, maar blijft het langer in het natuurgebied. 


Het aanpakken van de verdroging vergroot de mogelijkheden voor de natuur en sluit daarmee aan bij de aanleg van de twee ecoducten in 2013. Dit zijn natuurbruggen over de Rijksweg A2 en de Valkenswaardseweg (N369), die een natuurlijke verbinding vormen tussen natuurgebieden Leenderbos, Valkenhorst en Groote Heide. De ecoducten zijn zodanig ingericht dat zoogdieren, amfibieën, insecten en vlinders die leven in heide, vennen en bos zich gemakkelijk, ongestoord en veilig kunnen verplaatsen. Op de ecoducten lopen er, parallel aan elkaar, meerdere natuurzones. Een zone met struweel geeft dekking aan grotere zoogdieren. Daarnaast ligt een bloemrijke zone met heide die voor
insecten de oversteek aantrekkelijk maakt. Ook is er speciaal voor amfibieën een natte zone met poelen. Aansluitend ligt een wal van boomstobben, waarin kleine dieren beschutting vinden. Aldus Waterschap de Dommel.

Hierover later meer. Ik vond het nog te vroeg om naar huis te gaan, en was zulk lekker weer. Ik had op de infozuil gezien dat een stukje verderop, vlak voor Valkenswaard een vogelkijkscherm en vogeluitkijktoren staan. Dit hoort ook nog bij Valkenhorst. Dus besloot ik om daar ook even te gaan wandelen.


Even van de N396 af en langs de weg terug gereden naar het startpunt waar je naar de vogel kijkplekken kunt wandelen. Dit is het stukje onderaan de zgn visvijvers van Valkenswaard: het zijn indrukwekkende enorme vis(kweek)vijvers die sinds 1900 in het dal van de Tongelreep zijn uitgegraven. Een  initiatief van de baron van Tuyll van Serooskerken van Heeze, later voortgezet door de Heidemij. Ook het uitgestrekte natuurlijke Greveschutven werd als visvijver ingericht. De vijvers staan weliswaar met elkaar in verbinding maar zijn gescheiden door dijkjes en sluisjes.Vanwege de grote natuurwaardes en de kwetsbaarheid daarvan zijn grote delen van het gebied nu een vogelreservaat en afgesloten voor publiek. In dit bos vind je bosjes, open terreinen en plassen. Ik heb aan het begin van dit blog al meer daarover verteld.

Kijk met mij mee naar de foto's die ik hier heb gemaakt:
Startpunt voor een wandeling rondom het ven:




Ik besloot linksom het ven rond te lopen in de hoop mooie vogelfoto's te kunnen maken:


Hier ziet het er totaal anders uit dan de plek waar ik eerder was: veel sloten, berkenbomen, ruwe begroeiing, m.n. veel bramenstruiken, riet:


Maar ook hier waren bomen omgewaaid:


Op scheefgewaaid:


Maar dat gaf wel heel veel leuke weerspiegelingen in het water:




Op de achtergrond het ven:



Leuk doorkijkje:


Ik zag aan de overkant de vogelhut liggen. Dat was nog een flink eind lopen. Ik besloot terug te gaan en rechts om het ven te gaan i.p.v. linksom, dat leek een stuk korter: dus ik liep dit pad weer terug:


Vervolgens aan het begin een pad evenwijdig een de N397 richting Leende, hier was het erg nat en modderig, links en rechts sloten en bomen en struiken die in het water stonden. Bij het rode paaltje linksaf:


Hier was de begroeiing helemaal ruig: veel bramenwallen, berkenbomen waarvan er veel ziek waren (zie de zwammen) en andere struiken waarvan ik de naam niet weet nu ze geen herkenbare blaadjes hebben:





Ook hier  lagen her en der obstructies op het pad:


En daar kwam dan eindelijk het  doorkijkscherm in zicht : een uit riet opgetrokken kijkwand waardoor je zonder de vogels te storen uitzicht hebt op de voormalige viskweekvijver Valkenhorst: ook aan de kinderen is gedacht door op lager niveau doorkijkvensters aan te brengen:






Het uitzicht was prachtig, maar er waren weinig volgels te zien. Ondanks dat er toch heel veel broedvogels zijn waargenomen:

Wilde Eend Roodborst MatkopFazant Merel Pimpelmees Waterhoen Zanglijster Koolmees Meerkoet Kleine Karekiet Vlaamse Gaai Houtduif Tuinfluiter Kauw Koekoek Zwartkop Zwarte Kraai Witte Kwikstaart Tjiftjaf Spreeuw Winterkoning Fitis Vink Heggemus Staartmees Rietgors...dat zijn er nogal wat.


Naast de broedvogels zijn er ook tal van andere vogels waargenomen: 
Geoorde Fuut Aalscholver Zomertaling Pijlstaart Casarca Nijlgans Grauwe Gans Wespendief Visarend Boomvalk Watersnip Bokje Tureluur Witgatje Zwarte Ruiter Groenpootruiter Bosruiter Oeverloper Kleine Mantelmeeuw Zwarte Stern Visdief Grote Gele Kwikstaart Kramsvogel Barmsijs....ook dat zijn er best veel.
IJsvogel, Koekoek en Roerdomp zijn er ook te vinden, en in de winter is er kans op de zeldzamere Ruigpootbuizerd. Bijzonder is het broeden van roerdomp en het woudaapje: dit is een kleinere reigersoort.

Bij het kweken van de vissen worden de vijvers sterk verrijkt met voedingsstoffen, waardoor ze erg voedselrijk zijn, zowel wat vissen als ander dierlijk en plantaardig voedsel betreft. En dat is natuurlijk gunstig voor een aantal broedvogels.Het noodzakelijke onderhoud rond de visvijvers wordt zoveel mogelijk buiten het broedseizoen gedaan. De werkzaamheden op de vijvers leiden echter toch tot een aanzienlijke verstoring: 
  • Sterk wisselende waterstanden in het broedseizoen (of geheel droogvallen van vijvers), waardoor vogels verdreven worden en nesten verloren gaan. Het geringe broedsucces van Futen en eendenwordt deels hierdoor verklaard. Ook andere soorten, zoals Dodaars, Waterral, Waterhoen,Meerkoet en Blauwborst hebben hiervan vermoedelijk te lijden.
  • Uitbaggeren van vijvers 
  • Maaien van rietzomen en dijkvegetaties en kappen en uitdunnen van de dijkbeplantingen, waardoor broedplaatsen verloren gaan en broedsels vernietigd worden.


Maar zo'n stil water heeft natuurlijk wel een adembenemende schoonheid:


Mooie link met veel informatie over de hier waargenomen vogels:

http://www.vwgdekempen.nl/PDF/2017%20Rapport%20Valkenhorst%20Ten%20Westen%20vd%20Tongelreep%203.pdf


Bramenwal met lisdoddes: een teken dat de grond hier erg arm is: waar niks meer kan groeien tiert de lisdodde welig, achter de wal ligt het ven:


De begroeiing bestaat hier uit berken, waterwilgen, lisdodden, riet en een verweerde vegetatie van gagel:


Eindelijk, na een moeizame baggertocht door de modder haha:



... de vogeluitkijktoren:
een stalen frame met opgetrokken planken ter bescherming en voor een natuurlijke uitstraling:


Met uitzicht op het ven (rechts) en de voormalige viskweekvijver (links):



Geen vogels te bekennen, ook geen ganzen:


Dit is het pad rondom het ven. Een wandelaar/jager die hier ook toevallig was wist mij te vertellen dat er zich hier ook vossen ophouden, en dat de everzwijnen hier alles omgeploegd hebben en  wel zo erg dat het bijna onbegaanbaar is geworden. Ze komen vooral s'nachts tevoorschijn en zijn met heeeeeeel erg veel:












Mijn twee mooiste foto's van vandaag:
Als het riet door de zon werd beschenen leek het wel net een laagje goud...zooo mooi:






Op de voorgrond nog een dun ijslaagje op het water:



Op de vijsvijver waren wel enkele vogels, welke weet ik niet, mijn lens rijkt niet ver genoeg, en helaas ben ik nog niet in het bezit van een goede verrekijker:


De zon net niet in de lens:








Die toevallige voorbijganger vertelde nog meer leuks over de visvijvers. Vroeger werden die gebruikt voor de kweek van vis. Vooral van de karper. In deze kweekvijver werden ze gekweekt. Als ze groot genoeg waren om uitgezet te worden in de vijvers liet men deze vijver via de sluis leeglopen en ving men de vissen op. Daarna werd de vijver weer gevuld met water en jonge vis. Dit proces van kweken en droogvallen maakte het water daar erg voedselrijk waardoor er ook met name bij het droogvallen veel vogels op af kwamen. Tegenwoordig doet men dit nog eens in de 7 jaar. Zie onderstaande link:

https://m.facebook.com/BrabantsLandschap/posts/1048264585279428






De storm heeft ook hier de rietwal omver geblazen:


Dit is de zuidelijke grens van de Valkenhorst, op de achtergrond de N397 en het begin van de bebouwde kom van Valkenswaard:


 Na al dit moois weer over het modderpad terug naar de auto:


Ondanks het mooie weer was deze wandeling er een met gemengde gevoelens: het is triest te zien welke schade de afgelopen storm ook in de natuur heeft aangericht. Maar tegelijkertijd ook erg indrukwekkend. Ik vond het bijzonder dit een keer gezien te hebben. Aan de andere kant heb ik toch ook weer veel moois gezien. En het baggeren door de modder...ach ja...dat is weer eens wat anders. Ook dat is de natuur: je moet er van kunnen genieten in al haar facetten.
Nog niet alle bossen zijn gecontroleerd en veilig verklaard. Het blijft dus oppassen voor vallende takken.. er moet nog heel wat werk verricht worden om alles weer een beetje begaanbaar voor de recreanten te maken.