woensdag 24 januari 2018

ecoduct valkenswaard


Door de aanleg van wegen, vaarwegen en spoorwegen zijn de natuurgebieden in Nederland in de afgelopen decennia als het ware versnipperd geraakt. In het wild levende dieren zijn daardoor steeds meer vast komen te zitten in een onnatuurlijk klein leefgebied.

Het MJPO (MEER JAREN PLAN ONTSNIPPERING) zorgt voor ontsnippering van de natuur door het realiseren van o.a. ecoducten, ecoduikers, faunatunnels en makkelijk uittreedbare oevers rondom bestaande rijksinfrastructuur. Zo kunnen bijvoorbeeld wilde zwijnen, otters, herten, dassen, salamanders, kikkers en zelfs vleermuizen weer veilig oversteken. Deze dieren krijgen zo meer leefruimte, toegang tot voedsel en schuilplaatsen en ze vinden makkelijker een geschikte partner. De kans op faunaslachtoffers door aanrijdingen met weg- en treinverkeer of verdrinking neemt ook af. In 2007 werden bv. op de Veluwe meer dan 500 wildzwijnen, bijna 800 reeën, 50 edelherten en 100 dassen aangereden.

Rijkswaterstaat en ProRail voeren het uit, in opdracht van de Rijksoverheid en onder regie van de provincies. Het programma levert daarmee een grote bijdrage aan het Natuurnetwerk Nederland (het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden).

Bij aanvang van het Meerjarenprogramma Ontsnippering in 2005 zijn de locaties die 'ontsnipperd' moesten worden vastgelegd. Van de nu in totaal 178 knelpunten zijn de meeste in de afgelopen jaren opgelost door de aanleg vanallerlei soorten faunavoorzieningen.Veel van deze voorzieningen worden intensief gebruikt door de dieren waarvoor ze bedoeld zijn.
In 2018 is het programma afgerond, maar bij de aanleg van nieuwe infrastructuur zal ontsnippering altijd op de agenda staan, geborgd door de Wet natuurbescherming. De opgedane kennis uit het MJPO wordt doorgeven aan provincies, andere beheerorganisaties en aan het buitenland; ook daar wordt ontsnipperd.

aldus: www.mjpo.nl

Natuurbruggen verbinden natuurgebieden met elkaar. Aaneengesloten natuurgebieden zijn belangrijk voor de soorten die in deze gebieden voorkomen. Zonder dit soort verbindingen leven ze geïsoleerd in een natuurgebied, waardoor geen genen kunnen worden uitgewisseld. Op termijn ontstaat er dan inteelt. Ook zonder natuurbruggen proberen diersoorten andere gebieden te bereiken, echter met weinig kans van slagen. Ze sneuvelen vaak bij de hachelijke oversteek over een drukke weg, om over de gevolgen voor de betreffende automobilist nog maar te zwijgen.

Dit blog gaat over de ecoducten vlak in de buurt waar ik woon. in Nederland zijn er inmiddels al 44 waarvan er 3 vlakbij liggen: Natuurbrug Leenderbos, Groote Heide en Weerterbergen.
Ik hoop binnenkort bij alle drie te gaan kijken en mijn foto's in dit blog bij te plaatsen.

In mijn blog van 21-01-2018 had ik het al over het ecoduct Leenderbos.

Deze natuurbrug overspant de N396 tussen Valkenswaard en de aansluiting Valkenswaard van de A2. Het ecoduct verbindt het natuurgebied Valkenhorst ten noorden van het ecoduct met het Leenderbos, een naaldbos ten zuiden van Eindhoven. Het betreft een circa 50 meter lang/breed ecoduct over de N396, die ter plaatse 1x2 rijstroken met tweezijdige fietspaden kent. Het ecoduct heeft een relatief smalle doorgang.
Het ecoduct is tussen maart en eind 2013 aangelegd en is op 8 januari 2014 opgeleverd. Het ecoduct is aangelegd door de provincie Noord-Brabant.


Tussen de parkeerplaats Leenderbos en Industrieterrein de Schaapsloop zijn verder ook faunarasters, wildroosters en een ruitertourniquet aangelegd. De werkzaamheden werden uitgevoerd door Staatsbosbeheer en Brabants Landschap.
Klein- en groot wild wordt door middel van faunarasters naar de natuurbrug geleid. De faunarasters zorgen er tevens voor dat het wild niet onverwachts de provinciale weg oversteekt, waardoor de kans op ongelukken wordt verkleind.
Het bestaande faunaraster, inclusief bijbehorende faunavoorzieningen, is vanaf de parkeerplaats Leenderbos, aan het Strijperpad te Leende,  doorgetrokken tot en met De Oude Baan in Valkenswaard. Aan beide zijden van de weg is langs het fietspad een raster geplaatst van 1,20 meter hoog om wild te weren van de provinciale weg.  Ter hoogte van de zijwegen en fietspaden zijn wildroosters geplaatst.  Om bezoekers van het Leenderbos te informeren over de faunavoorzieningen zijn op en rond de parkeerplaats informatiepanelen geplaatst.
zie foto´s van mijn blog van 21/1/2018.

Uit onderzoek blijkt dat de natuurbrug goed werkt en inmiddels veelvuldig door dieren in gebruik is genomen. Onder meer vos, ree, zwijn, haas, wezel, egel, diverse muizen- en vleermuizensoorten, heikikker, allerlei sprinkhanen, nachtzwaluw, levendbarende hagedis en diverse soorten vlinders zijn al gesignaleerd of wonen zelfs op de natuurbrug. De monitoring van de dieren en planten van de natuurbrug gebeurt door boswachters en vrijwilligers.
Overdag lijkt er niet zoveel te gebeuren, maar ’s nachts is het een ware dierensnelweg: slakken, muizen, konijnen, wezels, buizerds, reeën, zwijnen; allemaal passeren ze de brug. Dat blijkt uit de beelden van de cameravallen die daar van april tot december 2015 hebben gestaan. De zwijnen mogen overigens alleen over natuurbrug Leenderbos; op natuurbrug Groote Heide staat een zwijnenwerend raster. Alle andere dieren zijn op beide bruggen en aan beide kanten welkom.
Een groot succes op beide bruggen is de zogeheten natte zone, een strook poeltjes voor amfibieën. Er zijn al eiklompjes van de bruine kikker gevonden en zelfs een rugstreeppad







SPINSTERBERG
Brabants Landschap ontwikkelt nieuwe heide op de Spinsterberg

https://www.ed.nl/heeze-leende/brabants-landschap-ontwikkelt-nieuwe-heide-op-de-spinsterberg~a9607cf0/

Het uiteindelijk doel is om al die heidegebieden steeds meer aan elkaar te verbinden. Binnen de Spinsterberg, maar ook met in het aan de overkant van de weg gelegen Leenderbos. Het ecoduct dat in 2014 tussen de twee gebieden is gebouwd, speelt daarbij een belangrijke rol. ,,Er stond een tijdje een camera op; daarbij bleek dat de natuurbrug behoorlijk gebruikt wordt. Reeën, zwijnen, vossen... Dat zijn de diersoorten die flink mobiel zijn."

Verder zijn er stukken heide die door een plaatselijke vrijwilligersgroep uit Heeze-Leende in 1996 van veel vliegdennen is ontdaan. Daardoor zijn vennen als Eijerven en Brilven weer vrij in de open ruimte komen te liggen en heeft het gebied veel aan landschappelijke aantrekkelijkheid gewonnen.

Enkele kleinere vennen zoals Ronde Vlaas en Lange Vlaas liggen nog meer besloten. In deze vennetjes vindt men onder meer de Speerwaterjuffer, een internationaal bedreigde soort. Vanaf 1999 werd een begrazingsproject op 100 ha gestart met Schotse hooglanders.

LEENDE – Het gebied van de Spinsterberg is een zeer afwisselend gebied met open heidevelden en bijzondere vennetjes, omliggende bossen en een ecoduct. Dit gebied is de laatste jaren ook het terrein geworden waar wilde zwijnen rondstruinen. De kans dat je ze overdag ziet is niet erg groot, maar de sporen zijn overal aanwezig, bijvoorbeeld afdrukken van poten, omgewoelde grond en haren aan de bomen. Al met al zeker de moeite waard om er regelmatig eens een kijkje te gaan nemen. Dat kan op zondag 18 juni onder leiding van natuurgidsen van het IVN. Vertrek om 14.00 uur vanaf pa

Het wild zwijn is het meest voorkomende lid van de familie der varkens. Het is een krachtig zoogdier. Het volwassen mannetje kan tot 200 kg wegen en bijna 2 meter lang zijn. Wilde zwijnen zijn alleseters. Er zijn zelfs meldingen van hertenkalveren die ten prooi vielen. Ze leven in kleine groepen, “rotten” genaamd. Vanaf 8 maanden kunnen jonge zeugen geslachtsrijp zijn. Ze krijgen maximaal 12 jongen per worp. De laatste tijd komen ze steeds meer voor in Brabant en vooral in onze omgeving, ook op de Spinsterberg.

De Spinsterberg is een hooggelegen en licht heuvelachtig gebied dat behoort tot de Valkenhorst. Het bestaat uit naaldbos, dat deels op stuifzand is aangeplant. Verder is de heide enkele jaren geleden van veel vliegdennen ontdaan, waardoor een aantal vennen weer vrij in de open ruimte kwamen te liggen. In deze vennen komt onder meer de speerwaterjuffer voor, een internationaal bedreigde libelle-soort. Sinds enkele jaren grazen er Schotse Hooglanders







https://twitter.com/twitter/statuses/943015931839729664

https://twitter.com/twitter/statuses/933328933487087616





Ecoduct Groote Heide Deze doelsoorten hebben verschillende voorkeuren voor een migratieroute en daarom lopen meerdere zones parallel aan elkaar over de ecoducten. Een strook struweel geeft dekking aan grotere zoogdieren en vormt een geleidend element voor vleermuizen. Langs de zonzijde van het struweel loopt een bloemrijke ruigte die voor insecten de oversteek aantrekkelijk maakt. Daarnaast loopt een brede heidezone met plekken open zand. Hier moeten warmteminnende insecten van de heide zich thuisvoelen. De zone loopt licht af in dwarse richting en gaat via vochtige heide over in een natte zone met plasjes. Deze natte zone dient de oversteek voor de amfibieën te vergemakkelijken. Dit was het meest uitdagende onderdeel van de ecoducten, omdat deze zone enerzijds zo lang mogelijk nat moet blijven, maar anderzijds slechts gevoed kan worden door regenwater. De vochtige zone wordt daarom opgebouwd als een lange kuip van compacte leem die het water in de zone houdt. Deze kuip wordt opgevuld met leemhoudend zand, dat makkelijk water opneemt en het vervolgens lang vasthoudt. Op de aanlooptaluds naar het brugdek wordt de zone als een cascade met ondiepe plasjes afgewerkt. Zo wordt het afstromen van regenwater zoveel mogelijk vertraagd. Als het water eindelijk beneden aankomt wordt het in een poel opgevangen die als ‘vertrekstation’ voor de kikkers en salamanders moet gaan fungeren. We zijn erg benieuwd hoe nat de zone in de praktijk zal blijven. Ongetwijfeld zullen natte en droge zomers tot duidelijke verschillen leiden, maar we zijn ervan overtuigd dat de zone een geschikte route zal zijn voor amfibieën. Zeker ook omdat naast de natte zone een stobbenwal wordt geplaatst en die hebben al vaak bewezen volop door amfibieën en kleine zoogdieren te worden gebruikt. Bovenop de stobben is het weer prima zonnen voor vele insecten en de levendbarende hagedis.







Realisatie
















Uitwerking



Ecoduct Groote Heide Deze doelsoorten hebben verschillende voorkeuren voor een migratieroute en daarom lopen meerdere zones parallel aan elkaar over de ecoducten. Een strook struweel geeft dekking aan grotere zoogdieren en vormt een geleidend element voor vleermuizen. Langs de zonzijde van het struweel loopt een bloemrijke ruigte die voor insecten de oversteek aantrekkelijk maakt. Daarnaast loopt een brede heidezone met plekken open zand. Hier moeten warmteminnende insecten van de heide zich thuisvoelen. De zone loopt licht af in dwarse richting en gaat via vochtige heide over in een natte zone met plasjes. Deze natte zone dient de oversteek voor de amfibieën te vergemakkelijken. Dit was het meest uitdagende onderdeel van de ecoducten, omdat deze zone enerzijds zo lang mogelijk nat moet blijven, maar anderzijds slechts gevoed kan worden door regenwater. De vochtige zone wordt daarom opgebouwd als een lange kuip van compacte leem die het water in de zone houdt. Deze kuip wordt opgevuld met leemhoudend zand, dat makkelijk water opneemt en het vervolgens lang vasthoudt. Op de aanlooptaluds naar het brugdek wordt de zone als een cascade met ondiepe plasjes afgewerkt. Zo wordt het afstromen van regenwater zoveel mogelijk vertraagd. Als het water eindelijk beneden aankomt wordt het in een poel opgevangen die als ‘vertrekstation’ voor de kikkers en salamanders moet gaan fungeren. We zijn erg benieuwd hoe nat de zone in de praktijk zal blijven. Ongetwijfeld zullen natte en droge zomers tot duidelijke verschillen leiden, maar we zijn ervan overtuigd dat de zone een geschikte route zal zijn voor amfibieën. Zeker ook omdat naast de natte zone een stobbenwal wordt geplaatst en die hebben al vaak bewezen volop door amfibieën en kleine zoogdieren te worden gebruikt. Bovenop de stobben is het weer prima zonnen voor vele insecten en de levendbarende hagedis.











Sinds twee jaar liggen er ook natuurbruggen over de A2 en de N396 in Brabant: de natuurbruggen Groote Heide en Leenderbos. Overdag lijkt er niet zoveel te gebeuren, maar ’s nachts is het een ware dierensnelweg: slakken, muizen, konijnen, wezels, buizerds, reeën, zwijnen; allemaal passeren ze de brug. Dat blijkt uit de beelden van de cameravallen die daar van april tot december 2015 hebben gestaan. De zwijnen mogen overigens alleen over natuurbrug Leenderbos; op natuurbrug Groote Heide staat een zwijnenwerend raster. Alle andere dieren zijn op beide bruggen en aan beide kanten welkom. Boswachter Mari de Bijl van het Brabants Landschap kan bijvoorbeeld niet wachten tot de das, die aantoonbaar op de Groote Heide zelf zit, aan de andere kant van de A2 komt. En ook de boommarter en de wilde kat zijn in de buurt gesignaleerd: kom maar over de brug!



Een groot succes op beide bruggen is de zogeheten natte zone, een strook poeltjes voor amfibieën. Er zijn al eiklompjes van de bruine kikker gevonden en zelfs een rugstreeppad, een soort die boswachter Mari de Bijl daar niet had verwacht. Hij vindt dan ook dat er geen ecoducten meer aangelegd zouden mogen worden zonder natte zones.



ECODUCT WEERTERBERGEN

Natuurbrug Weerterbergen over A2
MAARHEEZE/WEERT - Het nieuwe ecoduct over de A2 ter hoogte van viaduct Maarheezerhutten bij Weert ligt er. Maar er moet nog flink gewerkt worden voordat de eerste dieren er gebruik van kunnen maken.


Het ecoduct op de grens tussen Noord-Brabant en Limburg dichtbij de spoorlijn tussen Weert-Maarheeze vormt de verbinding tussen natuurgebieden Weerterbos en Weerter- en Budelerbergen.



ECODUCT GROOTE HEIDE

Het Ecoduct Groote Heide is een ecoduct in de rijksweg A2 vlakbij Leende en verbindt de natuurgebieden Groote Heide en Valkenhorst met elkaar.

Inhoud [verbergen]
1 Naamgeving
2 Kenmerken
3 Geschiedenis
4 Referenties
Naamgeving
De Groote Heide was van oorsprong een enorm heidegebied grofweg tussen Heeze, Geldrop, Eindhoven en Valkenswaard. Tot de Tweede Wereldoorlog vonden er ontginningen plaats en werd in een groot deel van het gebied (naaldbomen)bossen aangepland. De Groote Heide maakt tegenwoordig deel uit van het grotere Natura2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux.

Kenmerken
Het ecoduct is circa 50 meter breed en gebouwd met een ruimtereservering voor 2x3 rijstroken. De A2 heeft 3 rijstroken in zuidelijke richting en in de richting Eindhoven liggen 2 rijstroken. Het ecoduct overspant de snelweg in één keer, dus zonder middenpijler.

Geschiedenis
Het ecoduct Groote Heide is onderdeel van het Meerjarenprogramma Ontsnippering, waarbij voor 2018 onder andere een aantal ecoducten worden gebouwd om verschillende natuurgebieden met elkaar te verbinden zodat dieren zich ongestoord van het ene gebied naar het andere kunnen verplaatsen. Een ander ecoduct in de A2 dat deel uitmaakt van dit programma is de iets zuidelijker gelegen Natuurbrug Weerterbergen. De overspanning van het ecoduct Hoogerheide is tijdens een 24-uurs afsluiting van de A2 tussen knooppunt Leenderheide en Weert in het weekend van 6 en 7 juli 2013 op zijn plek gelegd. Met de voltooiing van het ecoduct eind 2013 zijn de natuurgebieden Valkenhorst en Groote Heide met elkaar verbonden. Op 8 januari 2014 volgde de formele openstelling[1].



2018: ECODUCT BEST

In 2005 ging de natuurbrug over de snelweg A2 al open, dertien jaar later komt er ook een ecoduct over het spoor tussen Eindhoven en Boxtel. De brug verbindt straks twee delen van natuurgebied het Groene Woud: de Scheeken en de Mortelen. Het grootste dier dat de brug zal passeren is het edelhert, dat onlangs is uitgezet in het gebied. ,,Eigenlijk zijn we bezig met een inhaalslag”, zegt projectleider Camiel Meijneken van Prorail. ,,Tientallen jaren zijn autowegen en spoorwegen aangelegd zonder bijbehorende natuurmaatregelen. Nu horen die erbij, vroeger niet. Met de ecoducten verbinden we landschappen die jarenlang gescheiden zijn geweest.”

Prorail
Het hele project kost 7,5 miljoen euro en wordt uitgevoerd door Prorail, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ook de provincie betaalt mee. Eigenlijk had de brug al zo’n beetje klaar moeten zijn, maar lange tijd lag het project stil door juridische procedures. Prorail moest de aanbestedingsprocedure overdoen. Uiteindelijk is er overigens dezelfde aannemer uitgekomen. De firma BAM gaat de brug bouwen.

De voorbereidingen zijn inmiddels begonnen. Voor de taluds van de brug is zo’n honderdduizend kuub grond nodig. Een flink deel daarvan wordt geleverd door Brabants Landschap, dat de grond overbrengt vanuit andere natuurprojecten in de omgeving. Dat zand wordt nu al op de locatie van het nieuwe ecoduct opgeslagen. In december en januari gaan de voorbereidingen verder met het plaatsen van hekken en aanleggen van een bouwweg. Belangrijk moment is het weekend van 7 en 8 juli. Dan worden de betonnen liggers op hun plek ‘gehesen’ en wordt het treinverkeer tussen Boxtel en Eindhoven een weekend stilgelegd.



Info vlgs: http://www.mjpo.nl/waar-in-nederland/limburg/111/weerter-en-budelerbergen.html


NB 07 - Groote heide
Gebiedsbeschrijving
De Kempische bossen is een Regionale Eenheid Natuur en Landschap (RNLE) en een van de grooste natuureenheden. Het omvat de bestaande bos- en natuurgebieden Groote heide, Strabrechtse heide, Leenderbos, de Malpie, het Platteau en De kempen. Deze gebieden worden doorsneden door de beekdalen van het bovenstroomse Dommelsysteem gelegen in de Centrale Slenk. De groote en Strabrechtse heide bestaat voornamelijk uit droge en vochtige heide landschappen met vennen, her en der stuifzanden en droge naaldbossen. De vennnen zijn waardevol in verband met oervervegetatie en vochtig schrale heide vegetaties. Het Leenderbos bestaat voornamelijk uit naaldbos. Het gebied bevat bijzondere vegetaties van voedslearme zandgronden en wateren en is leefgebied voor internationaal bedreigde vogelsoorten zoals de nachtzwaluw. De Groote Heide De Plateaux, de Strabrechtse heide en Beuven en het Weerterbos zijn aangewezen als speciale beschermingszone van de Habitatrichtlijn. De beken in het gebied zijn grotendeels aangewezen als ecologische verbindingszone.

NB 09 - Leenderbos-De Kempen
De Leenderheide,  potentieel dassenleefgebied, wordt doorsneden door zowel de A2 als de A67.  Het knelpunt is gedeeltelijk opgelost tussen 2005 en 2008.

 NB 09 - Leenderbos-De Kempen
Gebiedsbeschrijving
De Kempische bossen is een Regionale Eenheid Natuur en Landschap (RNLE) en een van de grooste natuureenheden. Het omvat de bestaande bos- en natuurgebieden Groote heide, Strabrechtse heide, Leenderbos, de Malpie, het Platteau en De kempen. Deze gebieden worden doorsneden door de beekdalen van het bovenstroomse Dommelsysteem gelegen in de Centrale Slenk. De groote en Strabrechtse heide bestaat voornamelijk uit droge en vochtige heide landschappen met vennen, her en der stuifzanden en droge naaldbossen. De vennnen zijn waardevol in verband met oervervegetatie en vochtig schrale heide vegetaties. Het Leenderbos bestaat voornamelijk uit naaldbos. Het gebied bevat bijzondere vegetaties van voedslearme zandgronden en wateren en is leefgebied voor internationaal bedreigde vogelsoorten zoals de nachtzwaluw. De Groote Heide De Plateaux, de Strabrechtse heide en Beuven en het Weerterbos zijn aangewezen als speciale beschermingszone van de Habitatrichtlijn. De beken in het gebied zijn grotendeels aangewezen als ecologische verbindingszone.

De N69 doorkruist dit gebied. Ook doorkruis de N69 de het dal van de Dommel, Keersop en de Tongelreep. Het Leenderbos is een leefgebied voor internationaal bedreigde vogelsoorten zoals de nachtzwaluw. De Plateau is een internationaal natuurgebied vanwege de aanwezigheid van vloeiweiden.

De N69 doorsnijdt zowel de beekdalen als de kempische bossen en heide in oost-west richting wat een uitwisseling van dieren belemmert.

Het knelpunt is opgelost in 2008.

LI 14 - Weerter en Budelerbergen
Gebiedsbeschrijving
Waar: Weerterbergen
Soort gebied: lokale kwel, hogere zandruggen met actief stuifzand en heideterreinen, grotendeels bebost
Natuurgebieden: Weerterbosch, Weerter en Budelerbergen, Hugterheide
Doelsoorten: Edelhert, Wild zwijn, hagedissen, Poelkikkers
Barrière: A2, spoorlijn Weert-Eindhoven, Zuid-Willemsvaart
Maatregel(en): ecoduct, fauna-uittreedplaatsen en natuurvriendelijke oevers
Samenwerkende partijen: ProRail, Rijkswaterstaat, Stichting Limburgs Landschap, Provincie Limburg
Planning: na 2018 

Dit gebied wordt op diverse plaatsen versnipperd door onder andere de aanwezigheid van infrastructuur. Het complex is een uitgestrekt, van oorsprong nat, bosgebied dat onder invloed staat van lokale kwel. Plaatselijk liggen hogere zandruggen met actief stuifzand en heideterreinen, grotendeels is het gebied bebost. Voor diverse kenmerken is het gebied aangewezen als Habitatrichtlijngebied. Het Limburgs Landschap heeft uitgestrekte eigendommen waar nieuwe natuur wordt ontwikkeld. Het gebied heeft de potentie om als natuurlijk beheerde eenheid te gaan functioneren. Mogelijkheden voor Edelhert en Wild zwijn in het gebied lijken positief, mits er ontsnipperende maatregelen worden genomen.

In de oevers van de Zuid-Willemsvaart zijn FUP’s aangebracht. Op 12 maart 2014 is door ProRail en Rijkswaterstaat het ecoduct over de A2 en het spoor Weert – Eindhoven opgeleverd en feestelijk ‘geopend’. In 2016 zijn de laatste trajecten langs het spoor en de A2 van geleidende faunarasters voorzien.
 

Ecoduct over de A2 en het spoor Weert-Eindhoven


HEEFT HET ALLEMAAL EFFECT VOOR DE DIEREN?
http://www.mjpo.nl/de-oplossingen/effect-faunavoorzieningen.html


Geen opmerkingen:

Een reactie posten