maandag 21 oktober 2019

Herfstwandeling Buulderbroek

Het was vandaag een natte, vochtige maar zonnige dag. De temperatuur lag rond de 15 graden. Zulke weersomstandigheden zijn mooi om foto's te maken. Alles oogt fris door het vocht en de zon geeft extra glans. Ik ben al vaak naar Buulderbroek geweest, dus ging ik vandaag weer, er zouden nu vast meer paddestoelen te zien zijn.

Eerst een paar luchtfoto's. De maan was nog te zien, op klaarlichte dag:








En alhoewel het niet mistig was zorgde het vocht er voor dat er mooie zonneharpen te zien waren:










Mooie herfstkleuren van de eik:


Het verkleuringsproces van de bladeren komt tot stand door minder daglicht (kortere daglichtperioden) waardoor de boom stopt met het aanmaken van bladgroen door de naderende winter. In de herfst laat hij zijn bladeren vallen en slaat de nodige voedingsstoffen op in tak en stam om uitdroging in de winter te voorkomen. Maar eerst verkleuren ze nog naar die mooie herfstkleuren (geel,oranje,rood). Hoe dat zit?

In de herfst zijn de dagen korter. Dat is voor de bomen een teken om zich op de winter voor te bereiden. Er treden een aantal processen in werking in de bladeren. Deze zorgen voor de kleurverandering.
De belangrijkste kleurstof in bladeren is bladgroen, of chlorofyl: dat zorgt ervoor dat planten er overwegend groen uitzien en zonlicht en koolzuur omzetten in suikers en zuurstof. Planten staan hiermee als producenten aan de basis van het leven op aarde. Als het bladafval optreedt breken de bomen het kostbare bladgroen af en slaan dan de grondstoffen op in hun takken en stam. Als de groene stof langzaam verdwijnt, worden andere gele en oranje kleurstoffen zichtbaar: caroteen en xanthofyl. Dat zijn hulpkleurstoffen die planten ook gebruiken bij de omzetting van licht in suikers. Die kleuren waren er dus al wel, maar gemaskeerd en worden nu pas zichtbaar. Voor de rode kleur van herfstbladeren ligt het anders. Die is het gevolg van kleurstoffen (anthocyanen )die planten speciaal aanmaken. Ze spelen waarschijnlijk een rol in de bescherming tegen kou en schade door de soms toch nog felle herfstzon. Koud en niet al te droog weer, en juist geen vorst en veel regenval, stimuleren de roodkleuring.

Dit hele proces noemt men ook wel het blozen van bomen. Dat proces is zo deels een bijproduct van bladgroenafbraak en processen die de bladeren vervolgens beschermen tegen kou en zonnebrand. Verder denken biologen dat roodverkleuring van herfstbladeren bomen mogelijk ook beschermt tegen het optreden van plagen van bladluizen in het volgend voorjaar. Blozende bomen zijn daarmee niet alleen mooi, maar zeker ook nog ergens goed voor. Dat was interessant he?

Ik zal eerst even een google maps kaartje laten zien van hoe ik heb gelopen. Het Buulderbroek is een  nat broekbos waardoorheen een aantal paden lopen en waar je op sommige plekken, als het wat droger is ook nog kunt lopen:




Foto van het pad zie A op google kaartje: 


Er is de afgelopen dagen veel regen gevallen:


Daarom kun je hier het beste laarzen aandoen als je er gaat wandelen:


Maar lekker door de modder banjeren....ook dat is natuur, en het hoort bij dit bos, als je er niet van houdt moet je hier niet komen:




Aan beide kanten van het pad ligt een sloot met links meer water erin dan aan de rechter kant. op sommige plekken zijn sporen van wilde zwijnen te zien en zijn ook duidelijk de wissels zichtbaar: hier kwamen ze vanuit het dichte bos het pad op:


Wroetsporen:


Op 3/4 van dit pad kun je naar rechts een ander pad in waar veel mooie paddestoelen staan:


Ik was hier bij punt B op google kaartje. Hier lag een grote tak over de sloot, en door het zonlicht op de bladeren en de weerspiegeling in het water vind ik het een prachtig plaatje:




Ik ging hier linksaf. Weer linksaf moet je eerst over een boomstam heen maar dit pad is niet zo boeiend:


Ik nam het rechtse pad: oversteek over de sloot met een blik op de andere kant (links):


Op dit pad stonden veel mooie paddestoelen. Dit is de geelwitte russula (Russula ochroleuca): deze kun je al zien na hevige regenval in juni, ze behoort tot de vroege herfstpaddestoelen: ze heeft een mooie okergele hoed en contrasterende witte plaatjes:


Om deze te fotograferen moest ik even een droogstaande sloot in: het was een bijzondere verschijning, het is een witte koraalzwam (Clavulina coralloides):


Ze stond er met een paar bij elkaar in een dikke zwarte strooisellaag, een humusrijke grond dus. Het cremewitte vruchtlichaam bestaat uit één of meerdere stammen en is 2-8 cm hoog. De stammen zijn vertakt met enkel- of meervoudig vertakte toppen. De vertakkingen zijn 5-10 mm dik.  Deze familie behoort tot de plaatjesloze vlieszwammen, een vormrijke groep paddenstoelen die geen hoed en steel en plaatjes of buisjes hebben. Te vinden in loofbossen, langs greppels of paden zoals hier, ook veel in kruipwilg.

Dit is de stevige braakrussula (Russula mairei): je ziet ze in natte broekbossen en lanen alleen bij beukenbomen. Ze hebben een mooie felrode karmijnrode hoed van 3-8 cm groot. Soms met wat gelige vlekken erop: hier is zo te zien al stevig van gegeten...door dieren dan wel te verstaan:


Je kan wel raden waarom hij deze naam heeft gekregen: idd hij is giftig. 


Het is hier vaak zo nat dat er stapstenen zijn neergelegd, zie mijn andere blogposts over dit gebied. Voorbij de stapstenen nam ik het eerste pad naar links zie C op google kaartje. Een heel mooi pad, waar ik deze zomer veel mooie insecten gezien heb. Vandaag zag ik er alleen nog af en toe een rode libelle.

Maar plotseling stonden we oog in oog met een ree, die uit het bossage aan de rechterkant tevoorschijn kwam ( punt E op google kaartje). Het ree was net zo verbaasd als ons, stond ons even doodstil aan te kijken en koos toen snel het hazen (nee reeen) pad haha. Ik had geen tijd om scherp te stellen en schoot op goed geluk een paar foto's die ik toch wel graag wil laten zien:


Reeën behoren tot de familie der hertachtigen en zijn herkauwers. Ze zijn schuw en bewegen zich dan ook meestal daar waar het rustig en beschutting direct in de buurt is. Ze zoeken rust. Daarom zijn ze vooral in de schemering en in de nacht actief. Dus het was wel bijzonder dat we er nu eentje zagen. Mijn dag kon niet meer stuk. Ze had een mooie chocoladebruine kleur. Snel rende ze links de bosjes weer in:


Maar ze zit hier vast niet alleen. En ook hier weer sporen van wilde zwijnen:






Toen viel mij aan de linkerkant een partij forse paddestoelen op. Ik wilde daar perse heen maar om er te komen moest ik door een sloot waar mijn laarzen nog net boven water stonden, spannend, maar dan heb je ook wat ( punt E google kaartje):


We zien hier het eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) en de gele knolamaniet (Amanita citrina):
De meeste amanieten zijn erg giftig en staan in naald- en loofbossen, vooral onder eiken en beuken:

De gele knolamaniet (Amanita citrina), al eerder beschreven: 


Gewone zwavelkopjes (Hypholoma fasciculare), met afgebroken (of opgegeten?) hoedjes:


Het eekhoorntjesbrood kan reusachtig groot worden:




Hier nog een jong exemplaar:






Ik weet niet of de jongere exemplaren lekkerder smaken voor de dieren, maar er wordt al wel van gegeten zo te zien. Als de paddestoelen ouder zijn, zien ze er niet echt appeteitelijk meer uit:






Ze worden ook vaak omgelopen:


Ze stonden hier zelfs heel dicht aan de waterkant, dat zie je niet vaak:




Dat is toch een prachtig gezicht. En ohhhh....toen ik scherpstelde op de volgende foto sprong er een kikker vanaf...wat jammer nou...dat was het perfecte plaatje geweest: een pad op een paddestoel:


Maar....de kikker in het water leverde onverwachts toch ook nog een mooi plaatje op: zie je hem?




En dit tafereeltje dan......de gewone glimmerinktzwammetjes (Coprinellus micaceus):


Ze groeien op rottend hout (boomstronken of ondergrondse dode wortels). De hoed is eerst ovaal eivormig, later klokvormig om zich ten slotte horizontaal uit te spreiden. Daarbij kan hij een diameter van ruim 3 cm bereiken. Afhankelijk van het weertype (vochtig of droog) is de kleur donkerder of lichter bruin. De bovenkant van de hoed heeft radiaal verlopende groefjes en is in jonge toestand bedekt met fragmenten van het velum universale die het licht weerkaatsen en er als fijne zoutkorrels of glassplinters uitzien. Bij oudere vruchtlichamen kunnen deze door de regen weggewassen zijn. De steel is hol, wit of beige van kleur en meestal langer dan de diameter van de hoed. 

Ik had dit voor geen goud willen missen, wat was het hier mooi! En ik had er zelfs natte voetjes voor over gehad...


Ik passeerde de doorwaarbare plaats (punt F op google kaartje), maar dat kon alleen via de stapstenen:


Blik achterom:


Ook hier veel zwijnensporen: een wissel:


Rustplaats:


Ik was bijna aan het einde van het pad toen ik recht voor me in de lucht roofvogels zag en hoorde: het waren 2 buizerds, die ik er vaker had gezien; het is waarschijnlijk een koppeltje. Ik had geen telelens maar de combinatie van het silhouet van de vogel met de dreigende wolken en het groen van de boven leverde me toch een mooie foto's op:










Aan de rechterkant ligt in de verte een gebouw van Brabant water (punt G google kaartje). Ik ging hier linksaf, richting afrastering van het terrein van Brabant water om weer op het pad naar mijn auto te komen:


Dit is een heel leuk paadje, waar heel veel zwijnen zitten, maar ik zou ze toch niet tegen het lijf willen lopen...denk ik:


Blik achterom:


Wroetafdruk van een zwijn en mijn laars:


De zwartpurperen russula (Russula atropurpurea): met zijn mooie grote purperen hoed:


Langs de kant staat hier veel gewone engelwortel (Angelica sylvestris) tussen de bramenstruiken:


Dit kleine paddestoeletje is de gewone fopzwam (Laccaria laccata) : eentje die ons vaak op het verkeerde been zet; maar moois is ze wel:


Aan het einde van het paadje rechtsom langs de afrastering, en toen kwam ik weer uit op het pad waar aan het eind ervan mijn auto stond geparkeerd:


Hier heb ik mijn mooiste foto's van vandaag gemaakt:






Op het eind van de Broekkant stond een bijzondermooi schapenras in de wei:ik denk dat het een Drents heideschaap is: de Kerry Hill, daar lijkt ie wel op als ik op deze site ga zoeken:

De Kerry Hill, is oorspronkelijk een schaap uit Engeland en dan met name uit Wales. Een heel oud ras dat sinds 1992 ook in beperkte mate in ons land rondloopt. Ze produceren een zeer fijne wolsoort. Ze hebben voor mij een groot aaibaarheidsgehalte als ik die vertederende koppies zie!


Dat was het weer voor vandaag. Ik heb weer enorm genoten en was blij verrast een ree en de buizerds gezien te hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten