Duidelijk is te zien dat de prooi veel kleiner is, rechtsonder de grote kop van de hoornaar:
De hoornaar hoort tot de familie plooivleugelwespen (Vespidae). Hij heeft een relatief grote kop met rode kleur en 2 grote gele kaken. Het is een typische rover die grote hoeveelheden insecten vangt (vnl vliegen en muggen, maar ook kleinere plooivleugelwespen, honingbijen en vlinders en de rupsen hiervan, en doodt om ze vervolgens te voeren aan de larven.
De hoornaars leven zelf van verschillende suikerrijke plantensappen en niet van dierlijk materiaal. Ze gebruiken het gif uit hun angel om insecten te doden die zij vervolgens met de kaken vermalen tot een papje en aan de larven voeren. De larven geven op hun beurt een zoete vloeistof af aan de werksters die de suikers gebruiken als brandstof om te kunnen vliegen en zo nog meer insecten te vangen.
De hoornaar heeft een kenmerkende manier van eten, de wesp hangt dan ondersteboven aan een tak waarbij het dier slechts een enkele poot gebruikt om zich te ankeren. De overige poten worden gebruikt om de prooi vast te houden terwijl deze door de kaken aan stukjes wordt geknipt. Een prooidier wordt hierbij eerst ontdaan van de vleugels, poten en kop door deze eraf te bijten, daarna wordt de rest van de prooi fijngemalen en naar het nest gebracht. Ik heb dat nu eens goed kunnen bekijken en dat gaat allemaal razendsnel: de prooi wordt net als spinnen dat doen snel rondgedraaid en gebeten. Mooi om dat een keer van dichtbij te hebben kunnen gadeslaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten