De eerste ieniemienie-bloemetjes zijn al zichtbaar:
En meteen ook al een eerste bezoeker: een klein akkerhommeltje: hoe schattig!!
Wat een beauty!
Het werk in het insectenhotel lijkt zo'n beetje gedaan, daar zie ik niet zo heel veel activiteit meer. De eitjes liggen er veilig ingemetseld.
Dit is maar een heel klein hotelletje maar ik ben van plan om een mooi groot hotel te gaan maken voor het volgend jaar. Want er huizen veel meer insecten in dan alleen de bijen. Zoals vliegen, kevers, lieveheersbeestjes, wespen, oorwormen en ja, ook vlinders en mieren. Maar elke soort stelt zijn eigen eisen. Dat moet je dan natuurlijk wel aanbieden. Zoiets als dit is pas echt mooi: leuk, gemaakt van pallets, maar dan moet je ook veel bloemen in je tuin hebben......
Lieveheersbeestjes gebruiken het hotel vooral snachts en in de winter. Ze zitten graag tussen schors. Gaasvliegen gebruiken het zelfs het hele jaar als veilig onderkomen. Ze worden aangetrokken door de rode kleur! Sommige mieren, vliegen en kevers zitten graag in los materiaal zoals dennenappels. Ze voelen zich hier zozeer op hun gemak dat ze hier zelfs overwinteren. De wespen en solitaire bijen kruipen graag in gaten zoals die van bamboestengels of boorgaten in stenen. Ze overwinteren er ook graag in. Wespen graven in holle rietstengels. Het zijn de ongevaarlijke wespen, niet die steken. En dan de vlinders: die komen graag naar het hotel bij slecht weer en in de winter. Bv. citroenvlinders, dagpauwogen, distelvlinders en kolibrievlinders verschuilen zich graag in holle ruimtes en vinden er een goede rustplek
Op 30 april zag ik een springspinnetje op het hotel:
Op 11 april waren er rosse metselbijen flink in de weer:
Vandaag zag ik weer allerlei leuke insecten, ook enkele die ik nog niet kende.
De akkerhommels zie ik elke dag: het zijn prachtige hardwerkende beestjes:
Een van de mij nog onbekende vliegjes was deze: een klein (enkele mm's) geheel oranje vliegje, wat volgens waarnemingen de naam Meiosimyza moet krijgen:
Bij waarnemingen staan de diverse soorten; https://waarneming.nl/familie/view/10336
En ook dit kleine onopvallende spinnetje met een grappige naam: de gewone komkommerspin (Araniella cucurbitina):
Het rugschild en de poten zijn groenachtigbruin gekleurd en hebben veel, lange stekels. De volwassen dieren hebben aan het eind van het achterlijf over de spinklieren een rode vlek:
Het is een geslacht van spinnen uit de familie wielwebspinnen die wel 12 soorten kent. Ze heeft de naam te danken aan het glanzende, geelgroen gekleurde achterlijf. De gewone komkommerspin zit in het net, omdat ze door haar kleur niet opvalt bij insecten. Het web heeft een doorsnede van ongeveer 10 cm en wordt ongeveer drie meter hoog opgehangen. Het web bestaat uit 20-30 stralen met een vangspiraal van 10-15 windingen. Het web kan ook als een halve cirkel zijn gemaakt.Het vrouwtje kan ongeveer 6 mm groot worden en het mannetje ongeveer 4 mm. Het achterlijf is glanzend, geelgroen gekleurd en aan beide zijden van de middenlijn zitten 4-5 donker gekleurde putjes:
Het rugschild en de poten zijn groenachtigbruin gekleurd en hebben veel, lange stekels. De volwassen dieren hebben aan het eind van het achterlijf over de spinklieren een rode vlek:
De pas uit het ei gekropen spinnetjes hebben een lichte kleur. Nog niet geslachtsrijpe spinnen hebben in de herfst een rode of bruine kleur, waardoor ze tijdens de bladverkleuring in de herfst een goede camouflage hebben. Pas in het voorjaar krijgen ze dan de groene kleur. Een volwassen mannetje wacht in het net van een vrouwtje tot deze paringsbereid is. In juli zetten de vrouwtjes in de omgeving van het web drie eicocons af. Deze zijn wit tot geelachtig gekleurd en bevatten 140-160 eitjes. Geslachtsrijpe spinnen komen vanaf mei tot in augustus voor. De spinnen overwinteren in het juveniele stadium. De gewone komkommerspin is in Europa een van de meest voorkomende spinnen. De spin is niet alleen te vinden in naaldbossen, bosranden, in struiken en heggen, maar ook op braakland, akkerland, weiland, veengronden, broekland en moerassen. En in mijn tuin dus :-). Mooi klein spinnetje!
In mijn tuin stond eerst een enorme dennenboom, maar die werd veels te groot voor een kleine tuin, dus die is omgezaagd, en een stronk van 2 meter heb ik laten staan. De schors zit er nog om. Vandaag zag ik per toeval een insect erop zitten, in een perfecte schutkleur: het blijkt de grijze ribbelboktor (Rhagium inquisitor) te zijn, ook wel gewone dennenboktor genoemd:
In mijn tuin stond eerst een enorme dennenboom, maar die werd veels te groot voor een kleine tuin, dus die is omgezaagd, en een stronk van 2 meter heb ik laten staan. De schors zit er nog om. Vandaag zag ik per toeval een insect erop zitten, in een perfecte schutkleur: het blijkt de grijze ribbelboktor (Rhagium inquisitor) te zijn, ook wel gewone dennenboktor genoemd:
Volgens Wikepedia is deze boktor in ons land uiterst zeldzaam maar volgens waarnemingen is hij algemeen voorkomend.
Hij behoort tot de boktorren, een keverondersoort waar er wereldwijd wel 20.000 soorten van zijn. Boktorren hebben als volwassen kever (imago) een langwerpig lichaam en sprieterige poten. Ze zijn vaak mooi gekleurd. En extreem lange tasters, die vaak minstens zo lang zijn als het lichaam maar meestal langer. Ze hebben sterk getande monddelen. De lichaamslengte varieert van 0,3 tot 15 cm. De grijze ribbelboktor is ca. 20 mm lang en dankt zijn Nederlandse naam aan de lengteribbels op zijn dekschilden. De grondkleur van de dekschilden van deze boktor is zwart tot donkergrijs. Doordat de geelbruine beharing niet overal even dicht is zie je geelachtige tot roodbruine dwarsbanden, vlekken. Het halsschild heeft zijdoorns. De antennes zijn kort voor een boktor.Ze komt alleen voor waar dode dennen zijn. Ze eten van bloemen, stuifmeel en bladeren.
In het najaar verpopt hij in deze poppenwieg. Het wordt dan een witte pop die met de pootjes op de borst op de rug in de poppenwieg ligt. De verpopping gaat snel, waarschijnlijk een kwestie van dagen. Rond kop en borststuk wordt de pop donkerder en verandert dan in een kever. Die kever draait zich om met de pootjes op het hout, maar blijft verder rustig in de poppenwieg zitten en wacht tot het 'buiten' lente wordt. Dan werkt de kever zich naar buiten en zoekt een mannetje of vrouwtje zodat er nieuwe eieren gelegd kunnen worden. De volwassen insecten leven waarschijnlijk maar een paar maanden want na mei zijn er bijna geen meldingen meer. Wat een bijzondere levenscyclus!
Het vliegje op voorgaande foto is overigens een lansvlieg (Lonchaeida) :
En toen zag ik een bijzonder mooi gekleurd klein wespje, die vorig jaar ook al in mijn tuin te zien was, een goudwesp (Chrysis ignita):
kijk, zo klein is ie:
Maar klein of niet, hij heeft prachtige opvallende kleuren:
Hier een mooie goudwespentabel: https://zookeys.pensoft.net/articles.php?id=6164
Dit is een grasbij (Andrena flavipes):
Deze spin heet de schorsmarpissa (Marpissa muscosa):
Dit is mijn mooiste foto van vandaag, een sluipwespje, maar ondanks zijn naam was hij zo snel dat ik hem verder niet kon fotograferen om te determineren:
Vergroot:
Mooie dambordvlieg:
Dit vliegje is een bloemvlieg spec (welke soort is niet te zeggen):
Aardhommel met zware bepakking: soms hebben ze enorme korfjes aan hun poten hangen:
De kleine hommels zijn allemaal werksters die al het stuifmeel en nectar verzamelen voor het nieuwe broed (waar mannetjes en nieuwe koninginnen uitkomen). De 2e groep werkers zijn duidelijk een stuk groter omdat ze veel meer voedsel en warmte krijgen door alle aanwezige hulp van de 1e groep werkers. Ze vliegen de hele dag heen en weer tussen het nest en bloemen. Een hommel vliegt meestal niet verder dan 100 tot 200 meter van het nest. De nectar wordt verzameld in de nectarmaag, die vele malen kan uitvouwen. De nectarmaag is een zak met alleen een opperhuid en één opening. Er kan, afhankelijk van de grootte van de hommel, ongeveer 0,06-0,20 ml nectar worden opgenomen. Een volle nectarmaag bevat de nectar uit zo’n 60 bloemen (bloemen bevatten zo'n 0,001 ml nectar). Ze kunnen tot wel twee uur lang stuifmeel verzamelen, en de hommelvrouwtjes gebruiken nectar om het stuifmeel tot klompjes te maken om dit met hun achterpoten te vervoeren (klompjes).
Soms denk ik wel eens: kan zo'n hommel nog wel opstijgen met zulke zware last: ze verzamelen nl. 60% van hun lichaamsgewicht aan stuifmeel tijdens hun 2-uur durende vlucht:
Insecten hebben iig wel een dag- en nachtritme. Alleen zul je niet zo gauw slapen de insecten zien. In vorige blogs heb ik wel al foto's laten zien van slapende bijen.
Insecten rusten op een plek waar zij niet blootstaan aan natuurlijke vijanden en elementen. Dat zie je bv als het gaat onweren: dan zie je geen insecten omdat ze een beschut plekje hebben opgezocht. Ze zijn heel goed in staat om een omgeving in zich op te nemen en daarna een beslissing te nemen. Ze rusten tegen gevels aan of onder bladeren van planten of onder tuinmeubels bv. net wat ze tegenkomen. Of het echts slapen is, is moeilijk te zeggen. In het algemeen kun je zeggen dat de meeste insecten periodes kennen van sloomheid of nietsdoen. Dan rusten ze.Ze bewegen dan niet en ze reageren niet of nauwelijks op prikkels van de omgeving.
Wonderbaarlijk genoeg was er best nog wel wat activiteit in mijn tuin toen ik rond half acht een rondje liep. De grijze ribbelboktor zat nog steeds op mijn boomstronk: (midden-boven):
Er waren nog volop honingbijen op de laurierkers te zien:
Het lijkt erop dat ze zich tegoed doen aan de plantensappen, ws voor hun eigen energie:
Steekmug...ja die komen vooral s'avonds opdraven:
Muggen lopen het risico uit te drogen. Daarom zie je ze of als het net geregent heeft en de lucht vochtig is, of 's avonds, als het koeler is en minder zonnig is:
Ook de hele kleine lansvliegjes waren nog te zien:
Dit vliegje is een calliopum spec, ondersoort van de wijdoogvliegen:
Net als deze met de moeilijke naam: Tricholauxania praesta:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten