Ieks.....vandaag heb ik een teek van dichtbij gezien. Een heel kleintje weliswaar, maar toch! Ik heb er maar even de lineaal bijgelegd, kun je zien hoe klein ie wel niet is. Hij liep over de arm van mijn dochter, ze kon hem dus zo makkelijk verwijderen.
Het is de in ons land meest voorkomende schapenteek (Ixodes ricinus). Ze is niet alleen te vinden op schapen maar ook op veel andere zoogdieren en ook op de hond en de mens.
Teken zijn net kleine platte spinnetjes. Ze behoren tot de geleedpotigen. Ze kennen 4 levensstadia: ei, larve, nimf en volwassen teek:
De larve heeft zes poten maar de nimf en de volwassen teek hebben acht poten. Dit kleine monstertje was zo te zien dus een volwassen vrouwtje. En wij maar denken dat t een jonkie was.
Dat de teken de ziekte van lyme kunnen overbrengen weten we allemaal al wel. In dit blog wil ik wat andere, minder bekende dingen vertellen over de teken.
Rond oktober krijgen de volwassen tekenvrouwtjes een laatste kans om voor de winter een bloedmaaltijd te vinden en daarmee hun pakket van zo’n 2.000 eitjes te leggen. Dat is een enorm aantal. Rond november gaan veel schapenteken in rust omdat er geen temperaturen waarbij ze actief kunnen zijn (van 4 tot 8 graden) meer bereikt worden. Maar in zachte winters kunnen ze ons nog wel eens verrassen! Ze wachten in een schaduwrijke vegetatie met een vochtig microklimaat en een bladerrijke ondergrond op een passerende gastheer. Als die (soms pas na een jaar wachten) passeert, grijpt de teek zich vast en kruipt naar een plekje om zich gedurende 3 dagen tot een week vol te zuigen met bloed.
Bij de volwassen teek zoekt alleen het vrouwtje (te herkennen aan haar rode platte achterlijf) een bloedmaaltijd om deze om te zetten in eitjes. Het volwassen mannetje probeert zowel in de vegetatie als op de gastheer met meerdere vrouwtjes te paren om de eitjes te bevruchten, maar neemt verder geen bloedmaaltijd.
In 2 tot 6 jaar ontstaat uit een eitje een volwassen teek. Uit het eitje, dat het vrouwtje in de strooisellaag van de bodem legt, komt een larve, die 6 pootjes heeft. Die gaat op zoek naar een bloedmaaltijd bij vooral kleine knaagdieren en vogels. Na de maaltijd verstopt de larve zich en verpopt tot een nimf: een wat groter teekje. Die heeft 8 poten. Ook deze heeft een bloedmaaltijd nodig en zoekt die vooral op wat grotere dieren als egels, konijnen en herten en op mensen. Na een tweede vervelling verschijnt de adult: de volwassen teek. Dan kan hij zich voortplanten hoewel het nog jaren kan duren voordat de teek volledig is ontwikkeld. Het mannetje kan meerdere vrouwtjes bevruchten, maar drinkt geen bloed. Het vrouwtje zoekt een nieuwe bloedmaaltijd bij de grotere knaagdieren, vogels, egels en vooral grotere hoefdieren zoals herten. Vervolgens legt het vrouwtje dan weer een pakket van ongeveer 2.000 eieren. Omdat de meeste larven verhongeren voor ze een gastheer hebben gevonden legt een vrouwtjesteek honderden tot duizenden eitjes. Het vrouwtje sterft na de eileg en de cyclus begint opnieuw. Mensen kunnen door alle stadia gebeten worden.
Bij de volwassen teek zoekt alleen het vrouwtje (te herkennen aan haar rode platte achterlijf) een bloedmaaltijd om deze om te zetten in eitjes. Het volwassen mannetje probeert zowel in de vegetatie als op de gastheer met meerdere vrouwtjes te paren om de eitjes te bevruchten, maar neemt verder geen bloedmaaltijd.
In 2 tot 6 jaar ontstaat uit een eitje een volwassen teek. Uit het eitje, dat het vrouwtje in de strooisellaag van de bodem legt, komt een larve, die 6 pootjes heeft. Die gaat op zoek naar een bloedmaaltijd bij vooral kleine knaagdieren en vogels. Na de maaltijd verstopt de larve zich en verpopt tot een nimf: een wat groter teekje. Die heeft 8 poten. Ook deze heeft een bloedmaaltijd nodig en zoekt die vooral op wat grotere dieren als egels, konijnen en herten en op mensen. Na een tweede vervelling verschijnt de adult: de volwassen teek. Dan kan hij zich voortplanten hoewel het nog jaren kan duren voordat de teek volledig is ontwikkeld. Het mannetje kan meerdere vrouwtjes bevruchten, maar drinkt geen bloed. Het vrouwtje zoekt een nieuwe bloedmaaltijd bij de grotere knaagdieren, vogels, egels en vooral grotere hoefdieren zoals herten. Vervolgens legt het vrouwtje dan weer een pakket van ongeveer 2.000 eieren. Omdat de meeste larven verhongeren voor ze een gastheer hebben gevonden legt een vrouwtjesteek honderden tot duizenden eitjes. Het vrouwtje sterft na de eileg en de cyclus begint opnieuw. Mensen kunnen door alle stadia gebeten worden.
Om de eitjes te beschermen, besmeurt het tekenvrouwtje de eitjes met een glazige vloeistof. Doordat alle eitjes op een hoopje zijn gelegd, kunnen in het volgende voorjaar honderden tekenlarven tegelijk op een klein plekje tevoorschijn komen. Deze minuscule larven hebben nog geen bloedmaaltijd gehad en vormen daardoor gelukkig geen risico voor de ziekte van Lyme bij mensen. Maar ze kunnen zich wel vastbijten. Ik vond op facebook een foto van iemands hand die vol zat met van die miniscule teekjes:
Tijdens elke fase van zijn leven heeft de teek bloed nodig om te leven. Ze graven daarbij hun snuit met weerhaken in de huid.
afb. internet
Sommige teken blijven tijdens iedere fase (hun hele leven dus) bij één gastheer. Maar de meeste teken hebben meerdere gastheren, die hoeven niet van dezelfde soort te zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee- en driegastherige teken. Teken gaan zeer zuinig met hun energie om en ze kunnen meer dan een jaar zonder voedsel: sommigen zelfs tot 5 jaar.
Teken kunnen dus heel geduldig wachten tot er een gastheer langskomt. Diem merken ze op door lichaamswarmte en geur. Bij hun gastheer aangekomen gaan ze op zoek naar de beste plek om zich vast te bijten en bloed te zuigen. Bij de hond zijn vaak de liezen, de oksels, en de kop favoriet. Bij ons de nek, achter de oren, knieholtes, bilspleet oksels en liezen. Want daar is het lekker warm.
Pas dus op en laat je niet "beetnemen". En controleer jezelf en je dieren na elk bezoek aan de natuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten