zaterdag 19 september 2020

Rondje door mijn tuin 14-09 tm 20-09-2020

Het was deze hele week nog heerlijk weer met temperaturen rond 25-28 graden en een helderblauwe lucht. Ongelooflijk voor deze tijd van het jaar.

In mijn tuin staat niet veel meer in bloei, de wilde bloemen zijn praktisch uitgebloeid en zaden aan het vormen. Maar toch zijn er nog wel inecten te zien.

15-09-2020

Kraamwebspin:


Buxusmot: 

Nu er bijna geen buxusplanten in onze tuinen meer staan rijst de vraag of de motten dan op zoek gaan naar andere planten om hun eitjes te leggen. Vlinderstichting heeft daar onderzoek naar gedaan. Daaruit kwam naar voren dat de planten waarop de rupsen en vlinders werden gezet (Dwergmispel, Japanse hulst, Wilde liguster) niet werden gegeten door de rupsen. Er werden op de liguster wel eitjes gelegd, maar die kwamen niet uit. De planten Pachysandra en Kardinaalsmuts echter bleken wel gegeten te worden door de rupsen en ook nieuwe eitjes kwamen uit. Dat betekent dat het in potentie dus wel waardplanten zijn. Er zijn nog geen meldingen dat vlinders in de vrije natuur op deze planten hun eitjes afzetten, maar deze kweekwaarnemingen wijzen erop dat dat zeker niet onwaarschijnlijk is!

17-09-2020

Duitse wesp:


Ik had gelezen dat je in het najaar nog insecten (wespen en vlinders) kunt aantrekken door een schaal met rottend fruit neer te zetten. De beestjes zuigen daaruit sappen op voor energie:

18-09-2020

Herfsthangmatspin:


Geen al te scherpe foto, maar toch wil ik hem posten. In 2014 was deze spin verkozen tot Europese spin van het jaar. De herfsthangmatspin behoort tot de grote familie van de hangmat- of baldakijnspinnen. Na de springspinfamilie is die, met 4.461 soorten, de grootste spinnenfamilie ter wereld. De vrouwtjes worden 5 tot 6,6 mm groot, de mannetjes zijn iets kleiner.
Ze vallen het meest op in de vroege morgen, als ze bepareld zijn met dauwdruppeltjes. De dichtgeweven webben hangen horizontaal en onder de matten houden een paar stevige draden de webben gespannen. Boven zo'n web lopen draden kriskras door elkaar om een insect dat ertussen raakt te dwingen een uitweg naar beneden te zoeken. Naar de mat dus, waaronder de spin op de loer hangt, die dwars door de mat heen haar kaken in de prooi slaat. De naam zegt het al: deze spinnen maken hangmatachtige webben:


Deze soort is herkenbaar door het achterlijf met bladpatroon:


Ze leeft op takken van bomen en struiken. Je vindt de spin bijna altijd ondersteboven hangend aan de horizontale mat. Wanneer een prooi tegen de verticale draden vliegt, valt die vervolgens op het matgedeelte waaronder de spin hangt. Die volgt de trillingen die de prooi in het web veroorzaakt en kruipt tot onder de plek waar de prooi zich bevindt. Vervolgens bijt zij, door haar web, in de prooi en injecteert die met gif. Kleinere dieren zoals mieren kunnen soms nog wegkomen maar zwaardere dieren als kevers of vliegen zijn verloren. Nadat de prooi uitgeschakeld is trekt de spin de prooi meestal door het web heen.


Deze spinnen hebben forse cheliferen met scherpe tanden. Ze hebben poten, die met stevige borstels zijn bezet. Bij sommige soorten bevinden zich uitsteeksels op de kop, waarop zich de ogen bevinden.


Hangmatspinnen worden ook wel dwergspinnen genoemd omdat veel soorten onooglijk klein blijven en slechts enkele millimeters groot worden.
Niet te verwarren met de trechterwebspinnen; die zitten bovenop het hangmatweb ipv eronder.

Hangmatspinnen kunnen natuurlijk niet vliegen, maar toch worden ze hoog in de lucht aangetroffen, zwevend aan een lange draad (ballooning heet dat met een mooi woord). Dit komt bij wel meer spinnenfamilies voor, maar alleen bij zeer jonge en lichte spinnetjes die net het nest hebben verlaten (herfstdraad). Hangmatspinnen gebruiken hetzelfde trucje ook als volwassen spin, omdat ze zo klein en licht zijn. Dit zweven doen ze door een draad te laten vieren met de wind en als de draad lang genoeg is vliegen ze mee de lucht in. Van sommige soorten is bekend dat ze een hoogte van 10 kilometer(!) kunnen bereiken. Hierdoor zijn de hangmatspinnen belangrijke pioniersoorten en verspreiden ze zich veel sneller en verder dan andere spinnen. 
Dit brengt me meteen bij mijn volgende foto:

Schorsmarpissa met een Windpijlstaart vlinder als prooi:

Helaas op de foto niet te zien, maar het spinnetje hangt ook hier aan 1 lange draad, die aan het dak van mijn tuinhuisje hing. Hij was flink in de weer met zijn prooi: een Windpijlstaart. 

Ik heb er een apart blog over gemaakt:

http://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/search?q=spinnentelling+2020

Steenrode heidelibel:






Ze hebben altijd zo'n vriendelijk koppie, die libelles: alsof ze lachen.....

Ook hier heb ik een apart blog over gemaakt:

http://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/search?q=determinatiesleutel+heidelibellen

19-09-2020

Weer zag ik de steenrode heidelibel:



Doodskopzweefvlieg:


Mooie vlieg met zijn 2 grote zwarte vlekken die op ogen lijken en die grote zwarte vlek eronder die op een grijnzende mond lijkt (op borststuk). 

Zie een eerder blog: 

http://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/search?q=doodskopzweefvlieg

Ik denk dat dit een huismoeder is, een nachtvlinder: nachtvlinders zijn keimoeilijk t determineren. Een goed kenmerk bij de determinatie is het kleine zwarte stipje net iets voor de vleugeltop wat ik hier ook zie. Heb ze dan ook aangemeld bij waarneming:



Geen opmerkingen:

Een reactie posten