maandag 14 september 2020

Wandeling Hugterheide en Buulderbroek

Vandaag wilde ik naar de Uitkijktoren in het Weerterbos. Maar toen we daar aankwamen bleek de poort gesloten omdat de bronsttijd voor de edelherten is aangebroken. Die loopt globaal van 15 september tot begin oktober. Jammer, maar begrijpelijk.

Dus toen maar even over de grensweg tussen Brabant en Limburg gewandeld. Maar het was er druk met hardlopers, fietsers, en wandelaars. Niet wat we gewend waren. Zal wel door de corona en het mooie weer komen. Maar het nadeel daarvan voor fotografen is dat de rust verstoord wordt. Dus veel heb ik niet kunnen fotograferen. En er was al zo weinig te beleven. Ik heb echt het idee dat er door de droogte van de afgelopen 2 jaar veel minder insecten te zien zijn dit jaar.

Ik heb alleen een foto van een libel, het is de bruine winterjuffer ( (Sympecma fusca):

Winterjuffer? Ja...een winterjuffer. Beetje vreemd he: hebben we een hittegolf en dan kom je een winterjuffer tegen. Hoe dat zit? Winterjuffers gaan als juffer (libel) de winter in en zijn nu in de nazomer op zoek naar geschikte plaatsen daarvoor. In tegenstelling tot bijna alle andere libellen die als larve of ei overwinteren. Maar niet de bruine en noordse winterjuffers: zij vormen een uitzondering die als libel de winter doorgaan. De noordse winterjuffers zijn een zeldzaamheid, maar de bruine winterjuffers komt algemeen voor. Ook in onze tuinen zijn ze te vinden. In de loop van juli en augustus koen hij tevoorschijn uit hun voortplantingswater en gaan dan zwerven. Daarbij leggen ze soms wel 20 km af.

Hij is ongeveer 4 cm groot, heeft een lichtbruin lichaam, met donkere bronskleurige tekening op achterlijfsrug en borststuk. De ogen hebben vaak een blauwe berijping. Het pterostigma is lang en bruin en in de voorvleugels dichter bij de top geplaatst dan in de achtervleugels. In rust worden de vleugels alle vier aan één kant van het lichaam samengehouden. De donkere strepen op de borststukrug hebben een rechte onderkant. De donkere streep op de zijkant van het borststuk (onder de schoudernaad) is relatief breed. Bij de mannetjes reiken de toppen van de onderste achterlijfsaanhangsels duidelijk verder dan de tandjes die aan de binnenzijde van de bovenste achterlijfsaanhangsels staan. Dit is dus een mannetje.

Paddestoelen waren er ook al te zien, zoals deze anijskurkzwam (Trametes suaveolens):

De anijskurkzwam (Trametes suaveolens), welke ik nog niet eerder heb gezien, is  wit van kleur of okerkleurig. De hoed is tussen de 2-12 cm breed en 2 tot 8 cm diep, bij de aanhechting is de zwam tussen de 2 en 4 centimeter dik. De buisjeslaag is enkele mm's dik met tamelijk grove poriën. Het zijaanzicht is daardoor dik driehoekig tot consolevormig. De zwam is eenjarig en het gehele jaar door te vinden. Hij ruikt aangenaam naar anijs. Geen idee, ik had daar niet op gelet.

Ze groeit vaak op knotbomen van de wilg of populier (Populus). Het is een necrotrofe parasiet die voornamelijk leeft van dood hout en witrot veroorzaakt.Volgens Soortenbank staat ze op de Rode Lijst (kwetsbaar).

En deze had ik ook nog nooit eerder  gezien: de roodsteel fluweelboleet (Boletus chrysenteron):

De soort komt algemeen voor in loofbossen en naaldbossen op grazige plekken. De hoed heeft een doorsnede van 5-7 cm en is licht gewelfd. Hij is roodachtig bruin met een olijfkleurige waas. De hoed is in een typisch patroon gebarsten, waardoor het lichtroze vlees zichtbaar wordt. Het oppervlak is fluwelig of viltig. De steel heeft een hoogte van 6-8 cm en een dikte van 1 cm. Deze is geelachtig met onderaan roodachtige strepen.

En op de valreep toch nog een juveniel roodborstje (Erithacus rubecula) weten te kieken:


Juveniele roodborstjes maken verschillende stadia door mbt het op kleur komen. Als de jonge roodborstjes uitvliegen zij ze bijna geheel grijs-bruin, vervolgens een beetje olijfkleurig met een gespikkeld borstje, de rode keel ontbreekt nog.
De jongen komen later langzaam meer op kleur: eerst de borst en later wordt de keel rood. Voor het invallen van de herfst zijn ze volledig op kleur gekomen. In het najaar ziet ze dan uit als volwassen roodborsten. Het lijkt erop dat deze dus bijna volwassen is.

Toen we op het smalle pad bijna "van de sokken" werden gereden door een wielrenner, besloten we om naar het Buulderbroek te gaan. Daar is het altijd lekker rustig.

Zoals ik al eerder verteld heb is het een vochtig bos. Met de extreem warme temperatuur voor deze tijd van het jaar (30 graden) waande je je hier ahw in een tropisch regenwoud...haha. Alleen ontbraken de tropische dieren!

Heerlijk was het: warm maar erg vochtig. Een rare gewaarwording in ons landje. Ik heb maar 2 paden gelopen maar bijna geen insecten gezien. Hier en daar nog een witje en dit bont zandoogje (Pararge aegeria):

De vliegpiek is al voorbij, zijn vleugels zijn al beschadigd door het vele vliegen. Vanaf oktober zie je ze niet meer. Dit is de Pararge aegeria tircis, met flets-gele vlekken. Er is er ook een met oranje vlekken. De vrouwtjes van het bont zandoogje hebben grotere gele vlekken dan de mannetjes. Bij de oogvlekken aan de onderkant van de achterste vleugels is dat goed te zien. Bij de mannetjes zijn de oogvlekken omringd door een smalle gele ring, terwijl er bij de vrouwtjes een groot breed geel vlak omheen zit. Dit is dus een mannetje.

Hier en daar ook nog een bijtje, dit is de blinde bij (Eristalis tenax):


Er zijn twee genetisch verschillende kleurvarianten blinde bij:
een donkere variant waarbij de vrouwtjes bijna helemaal zwart zijn en de mannetjes alleen geel op het tweede (het eerste grote) segment hebben, en
een lichte variant waarbij de vrouwtjes veel geel op het tweede segment hebben en de mannetjes ook geel op het derde segment hebben. Dit is dus een mannetje van de donkere variant.
De grootte van de gele vlekken en de intensiteit van het geel wordt ook nog beïnvloed door de temperatuur gedurende de larvale ontwikkeling (die in het water plaats vindt!).

De Europese hoornaaren zitten ook nog steeds in hun nest hoog in een boom:




De Europese hoornaar is een typische rover die grote hoeveelheden insecten vangt en doodt om ze vervolgens te voeren aan de larven. Volwassen hoornaars leven zelf van verschillende suikerrijke plantensappen en niet van dierlijk materiaal.

Hoornaars vangen in hoofdzaak andere insecten en dan voornamelijk vliegen en muggen. Daarnaast worden kleinere plooivleugelwespen, honingbijen en vlinders en de rupsen hiervan buitgemaakt. Naast insecten worden ook veel spinnen gevangen.
De meeste bijen en wespen houden niet van nat weer of van wind en blijven dan in het nest. De hoornaar is zelfs dan actief op zoek naar prooien voor de larven. De hoornaar vliegt zelfs 's nachts, wat zeer ongebruikelijk is voor wespen.
Er komen meestal enkele honderden exemplaren voor per nest, maar nooit meer dan 1000 exemplaren. Hoornaars overleven de winter niet, ze leven net als andere wespensoorten slechts één seizoen. De laatste werksters houden het uit tot eind oktober of begin november, een nachtvorst is vaak fataal voor de laatste werksters van de kolonie. Alleen de koningin die aan het eind van het seizoen werd geboren, overwintert om het volgende jaar een nieuw nest te maken. Zij komt rond eind april tevoorschijn uit haar winterslaap.

In de afwateringssloot zag ik enkele best wel grote torren zwemmen, ze vielen echt op. Het was nog niet zo eenvoudig ze te determineren:


In eerste instantie dacht ik dat het een waterroofkever was. In ons land zijn 9 "grote waterkevers" (met een lengte van meer dan 2 cm) bekend. Acht hiervan hebben een gele rand. Op de site van EIS Nederland staat een prachtig pdf waarop ze allemaal staan en je ze goed kunt herkennen:


Maar toch had ik niet het idee dat deze kever ZOO groot was (5 cm). Bovendien weet je, ten tijde van het maken van de foto,  niet waar je op moet letten om ze te determineren. En ik had 'm al helemaal niet uit het water gevist. Haha... Na veel googlen kwam ik uit bij de graphoderus cinereus, ook een waterroofkever maar dan van een andere geslacht : ipv de Dysticus behoort deze tot de Graphoderus. tenminste, dat denk ik. Ik heb hem dan ook aangemeld bij Waarneming.


https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=26451













http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document;docid=392490


https://www.eis-nederland.nl/Portals/4/Bescherming/Aandachtsoorten/waterroofkevers.pdf


determinatietabel: http://www.vincentdesmet.be/broeders/bio4/Macro-invertebraten.pdf




Geen opmerkingen:

Een reactie posten