woensdag 4 november 2020

Nog meer trekvogels in mijn tuin: de spreeuw

Op 23 oktober verschenen niet alleen 2 mooie lijsters in mijn tuin maar ook nog eens een spreeuw (Sturnus vulgaris). Dat is weer eens wat anders dan mezen,merels, kauwen en duiven:


Deze oktoberweek was blijkbaar een week met uitgesproken goed weer voor de trekvogels. Want de spreeuw is dan wel een zangvogel, net zoals de merel, hij behoort tot de familie van de spreeuwachtigen, maar het is ook een trekvogel. Hij is het hele jaar door bij ons te zien. De spreeuwen die wij hier 's zomers zien, zitten 's winters zuidelijker en onze winterspreeuwen bevinden zich 's zomers noordelijker.


Het verenkleed is glanzend zwart met, vooral in de zon, een weerschijn van bronsgroen (op de kop en achterhoofd) en verschillende variaties purper, en geelwitte spikkels. In de winter is het verenkleed duidelijker gespikkelder dan in de zomer. Je kunt moeilijk het mannetje van het vrouwtje onderscheiden. Maar de stippels van een vrouwtje zijn in de winter groter en staan dichter op elkaar. Jonge spreeuwen zijn grijsbruin met een lichte keel. Aan het eind van de zomer ruilen ze dit verenpak om voor dat van de volwassenen, zij het dat hun spikkels duidelijker zijn dan die van de oudere volwassenen die meer gemêleerd zijn. De snavel is vrij lang en spits en is geel in het broedseizoen en donker in de winter).
In Europa komen twee soorten spreeuwen voor, de gewone spreeuw (Sturnus vulgaris) en de zwarte spreeuw (Sturnus unicolor). Uitgaande van dit alles denk ik dat de spreeuw in mijn tuin een gewone spreeuw is en dat het een jonge volwassen exemplaar is.




s'Zomers zit hij meest in weilanden met zijn snavel in de grond te peuteren op zoek naar emelten en andere insecten, maar in de winter staat fruit (o.a. kersen, druiven, vogelkers en appels) op het menu. En nu dus in de lijsterbes en had ik het geluk dat ik hem kon fotograferen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten