maandag 8 oktober 2018

Vroege oktober wandeling Panbossen


Het is nog steeds heerlijk weer, ongelooflijk, en dat voor oktober. Ik was benieuwd of er al paddestoelen waren te zien in de Panbossen nu dat de natuur helemaal van slag is. Vorig jaar zag ik ze al heel vroeg: in augustus. Maar of dat nu ook het geval is....op naar de Panbossen dus.

Voor een eerder bezoek aan dit gebied: zie blogpost
https://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/2017/08/middagje-in-de-panbossen-deel-1.html
https://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/2017/08/middagje-in-de-panbossen-deel-2.html
https://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/2017/08/middagje-in-de-pan-bossen-deel-3-de.html

Routekaartje in google maps:


Vanaf de parkeerplaats het wandelpad richting Rummeling gelopen. Waar vorige jaar hier veel paddestoelen stonden, zag ik er geen een, ook niet op de omgezaagde bomen die er nog steeds gestapeld lagen en ook niet op stobben. Wat wel opviel was iets wat door iemand op een boom was bevestigd, maar wat dat moet voorstellen....ik heb echt geen idee:


Op deze plek in het Sterkselsch Kanaal staat maar een heel klein laagje water:


Op 11 juli werd al gemeld dat het Sterkselsch Kanaal voor het eerst sinds 1976 is droog gevallen. Vanaf de stuw op de Stoeiing stond er geen druppel water meer in het kabbelende water dat door Sterksel loopt. Dat is dus al best lang geleden.
RAVON, een kennisorganisatie voor reptielen, amfibieën en vissen meldde ook al dat er zich deze zomer een rampscenario voltrekt op de Brabantse zandgronden. Door het droogvallen van beken zijn er al veel vissen dood gegaan. De meest kwetsbare soorten zijn de beekprik, elrits, beekdonderpad en rivierdonderpad, (geen padden- maar vissoorten).  De stichting heeft de waterschappen ingeseind om er iets aan te doen. Waterschap de Dommel hield de situatie hier en bij de Sterkselse AA al goed in de gaten. Daar komt mn de beekprik voor.  Een bijzondere soort waar ik graag wat over wil vertellen, al heb ik er geen foto van, wel een afbeelding van internet:


De Beekprik (Lampetra planeri) is een prehistorische visje en wordt met uitsterven bedreigd. Beekprikken bestaan al meer dan 360 miljoen jaar en zijn al die tijd bijna niet veranderd. Ik had echter nog nooit van dit visje gehoord. Een prehistorisch visje!!!! Hoe bijzonder is dat. En zo vlak bij: bij ons in de Buulder AA!!
Eigenlijk is het geen echte vis: ze heeft geen onder en bovenkaak, maar een met tanden bezette zuigmond. Ze heeft op het 15 cm lange aalchtige lichaam ook geen schubben en vinnnen. Alleen op de rug en bij de staart zit een vinachtige rand. Bij de kop heeft ze 2 rijen gaten: eerst de neusopeningen, dan een paar ogen en daarachter zeven paar kieuwopeningen. Daarom noemt men haar ook wel negenoog. Echt bijzonder dit.
Ze leeft in kleinere, zuurstofrijke, koele, stromende wateren met veel afwisseling in stroomsnelheid en bodembedekking. De eieren worden door de volwassen dieren in zelf gegraven kuiltjes afgezet en bevrucht. Kort na de paaitijd sterven de dieren. Nadat de larven uit het ei zijn gekomen, graven ze zich in een modderige bodem in. Daar verblijven ze drie tot vijf jaar. Als ze volwassen zijn verlaten ze hun schuilplaats als vis en zwemmen vrij rond.  Eten doen ze niet meer. In het voorjaar worden ze geslachtsrijp en begint de paaitijd. Daarna gaan ze dood.

Als de beek dus opdroogt, zoals deze zomer het geval was, zijn alle larven dood en sterft de hele populatie uit.
Nu ik weet dat dit beestje hier zo vlak bij voorkomt ga ik er een keer naar op zoek. Dat moet ik een keer gezien hebben :-).....

Ik heb werknemers van het waterschap ook al eerder gezien bij de Buulder AA bij Kleine Bruggen. Tijdens een praatje met zo'n controleur vernam ik dat er elke twee weken een controle plaats vindt. Op 27 juli hebben ze samen met leden van visclub 'De Samenwerking' en vereniging Dommelvisrecht ongeveer duizend vissen gered uit het droogvallende Sterkselsch kanaal in Sterksel. Het gaat om oa de karper, riviergrondel, zeelt, blankvoorn, ruisvoorn, baars, kleine modderkruiper, riviergrondel en bermpje. De grotere vissen zwemmen nu in de visplas van visclub De Samenwerking in Heeze. Andere vissen hebben ze in de Buulder Aa gezet. Die beek blijft genoeg water houden, omdat ze gevoed wordt door het water van  rioolwaterzuivering in Soerendonk. Wat een geweldige actie!!!

Weer verder met mijn wandeling. Vervolgens passeerde ik het waterbergingsgebied de Rummeling, gelegen rechts van het wandelpad langs  het Sterkselsch Kanaal:

Waterinlaat bij de Rummeling:


Als het Sterkselsch Kanaal tgv hoge piekafvoeren dreigt te overstromen kan het water via de inlaat naar de Rummeling. Hoge piekafvoeren ontstaan door een combinatie van een hoge hoeveelheid neerslag en een snelle afvoer van het water in het landelijk gebied. In 2002 heeft dit geleid tot overstromingen aan de overzijde van dit kanaal.
Waterschap De Dommel heeft toen dit waterbergingsgebied gemaakt waarbij tijdens piekafvoeren van het kanaal een deel van het water via de inlaat het 9 ha. grote waterbergingsgebied kan binnen stromen. Dit gebied is omgrensd door kade en hoge gronden. Hierbinnen kan maximaal 57.000 m3 water tijdelijk worden geparkeerd.


Waterinlaat aan de kant van de Rummeling: je kunt zien dat het hier veel hoger ligt dan de de overkant van het kanaal:


Zodra de afvoerpiek voorbij is, loopt het waterbergingsgebied vanzelf langzaam weer leeg. Het doel  is om wateroverlast ter plaatse van bebouwing of ander intensief gebruikt land te voorkomen. Daar waar het minder kwaad kan, wil het waterschap een deel van het hemelwater tijdelijk "parkeren". Door het aanleggen van waterbergingsgebied De Rummeling ontstaat er minder kans op wateroverlast in de intensievere gebiedsdelen benedenstrooms.

Voorbij de Rummeling (rechterkant) staat het waterniveau hoger:


Toen linksaf het bruggetje over, van waaraf je een mooi zicht hebt over het kanaal. Blik achterom richting startpunt:


Golfjes in het water, veroorzaakt door de schaatsenrijders, die zich voortbewegen door met de pootjes te roeien:


Blik naar de andere kant, richting Hugten:


Zwijnensporen: ze zitten echt overal:




Toen kwam ik weer voorbij de boom waar ik in het voorjaar vanuit een gat geluidjes hoorde van jonge vogeltjes; het was nu verlaten en ik zou ik niet zijn als ik er niet even in ging kijken:



Er staken nl. veertjes en dons uit:




Klik hier om naar het filmpje te gaan waarop het geluid van de babyvogeltjes te horen is:

https://youtu.be/omX_qeX9mrs

En toen opeens.....exact op dezelfde plek waar ik ze vorig jaar ook zag: daar waren ze dan: de paddestoelen: vliegenzwammen in een greppeltje:



Prachtig toch zo'n groepje bij elkaar?


Ze blijft voor mij toch wel een van de mooiste paddestoelen van allemaal en al helemaal als ze prachtig verlicht wordt door de zon:







 De witte stippen zijn piramidevormige giftige vlokken. Dat weten we allemaal wel. Maar wist je ook dat veeboeren vroeger deze vlokken vermengden met melk of water en dat mengsel dan in de stal plaatsten om de vliegen te weren? Zo is deze paddestoel aan zijn naam gekomen. Nee dat is geen gezwam, het is echt waar!


Ik ging linksaf, het brede wandelpad op naar Hoef aan de Pan. Dit deel van het bos is natter en dus vochtiger, ik zag nog meer paddestoelen:


Nog zo'n prachtig clubje bij elkaar! Het is de mooie Geschubde inktzwam (Coprinus comatus): een gemakkelijk herkenbare paddestoel die vaak voorkomt. Niet zo gauw te verwisselen met iets anders: de vorm, de kleur, de schubben en de standplaats zijn onmiskenbaar.  Maar zo mooi in verschillende stadia bij elkaar heb ik ze nog niet eerder gezien. Wat een mazzel. Ik heb er dan ook lekker veel foto's van gemaakt:


De steel is wit. De hoed van het jonge exemplaar is ovaal, later klokvormig. Beide vormen zijn te zien op deze foto. De hoed is verder wit met bruinige plekken in het midden. De schubben op de hoed zijn kenmerkend. 
De oudere inktzwam vervloeit tot een zwarte inkt, zodat je vaak alleen de kale steel ziet staan in een plasje drab.  Wat een mazzel dat er ook een druppende zwam bij staat, Wat me opviel toen ik laag bij de grond deze foto maakte was dat hij een sterk anijsachtige geur heeft:


Drab aan de voet:


Er komen wel 90 soorten inktzwammen voor in ons land. De naam danken ze aan het feit dat het paddenstoelenweefsel vervloeit tot een als inkt uitziende substantie. Als eerste komt de hoed tevoorschijn. Al snel groeit deze door en kun je de steel ook zien. Zo gauw de eerste sporen rijp zijn vervloeit dit deel van de lamellen met de rijpe sporen erin. Dit valt vervolgens op de ondergrond. De sporen worden verspreid via regenwater. Het groei- en rijpingsproces verlopen zeer snel. Soms is na 24 uur al niets meer te zien van de inktzwam(men). Het verinkten van de paddenstoel gebeurt overigens niet bij alle inktzwamsoorten.




Close-up:


Ze zijn al vanaf mei te zien tot november, veelal in het gras op losse zanderige grond. Ik ben toch wel trots op dit mooie plaatje:


Maar soms weet ik echt niet welke soort het is: misschien het Zwavelkopje:


Omdat het belangrijk is te weten hoe de paddenstoelengroei is na zon lange warme zomer heb ik ze aangemeld bij waarnemingen.

 Het begin van de Reuzenzwam (Meripilus giganteus):


De Zwartrode russula (Russula Olivaceoviolascens):


Dit is de Dennenvoetzwam  (Phaeolus schweinitzii):


De hoed is eerst fluwelig geel. Binnen enkele weken, als de paddenstoel volgroeid is, wordt de hoed kleverig van een uitgescheiden harsachtige substantie en wordt de kleur donkerder, tot zwart, aanvankelijk nog met zwavelkleurige rand. Uiteindelijk wordt het vruchtlichaam hard en geheel zwart.


De zon scheen zo prachtig tussen de bomen door:


En dat gaf een beetje een toverachtige sfeer:


Stille getuige van iets wat ooit was:


Ik kwam aan bij Hoef aan de Pan, daar ging ik rechtsaf over het pad naar de hei, en op de hei weer een paadje linksaf naar het bos. Daar stond een bord dat de brug die hier lag was verwijderd, en de poort was dicht. Maar ik wist dat verderop nog een brug lag, en op de plek waar die verwijderde brug eerst stond, stonden vorig jaar reuze grote vliegenzwammen. Die wilde ik nu ook heel graag zien, dus ik besloot om over het grote hek te klimmen. En ik zag even later dat deze voetgangersbrug inderdaad was verwijderd: hier kon je voorheen altijd gewoon over  een bruggetje naar de overkant:


Ik heb niet goed onthouden wat er op dat bord stond. Volgens mij had deze maatregel iets te maken met het in stand houden van de vernatting van dat deel van het bos. Ik kan er verder niets over vinden op internet, helaas.


Veel kroos op het water wat de beek helemaalgroen kleurt. Dat is het gevolg van het warme weer. Er zitten veel voedingsstoffen in het water. Het gevaar bestaat alleen dat alles wat onder die laag leeft dood gaat als het te lang duurt.


Toen ben ik rechtsaf gegaan en heb langs de waterkant van het Sterkselsch kanaal naar de nabij gelegen 2e voetgangersbrug gelopen, die uitkomt op een aangrenzend perceel aan de Stoeiing. Een soortgelijke brug is dus verwijderd:


Blik richting Pandijk:


Blik richting Stoeiing. Ik bevond me hier aan de rand van het beekdal Sterkselse AA:


Het beekdal Sterkselsche Aa heeft Cultuurhistorische waarde en behoort tot de ecologische hoofdstructuur (EHS). Het is een redelijk hoog Beekdal met beemdgronden (hooi- en weilanden) en hier en daar nog restanten van een kleinschalige percelering, met lange, smalle percelen, haaks op de beek.
Verschillende perceelscheidingen worden nog gemarkeerd door greppels en (resten van) houtwallen. Plaatselijk vind je nog zandpaden. De percelering kan deels nog dateren uit de Late Middeleeuwen (1250-1500), toen grote delen van de beekdalen werden ontgonnen. Later vond verdere percelering plaats door toewijzing aan boerderijen en splitsing van percelen bij vererving. Aan de noordkant van het beekdal ligt het Sterkselsch Kanaal. Een deel van het beekdal is nu bedekt met aaneengesloten bos. Voor een deel bestaat dit bos uit (doorgeschoten) hakhout.


Ook hier veel groen op het water:


Ik liep een stukje over de Stoeiing evenwijdig aan het Sterkselsch kanaal en nam het eerste pad naar rechts om vervolgens vlak langs de meanderende Sterkselse AA te wandelen. Zie afbeelding google maps:


Ik wandel daar graag. Het is een moois tukje ongerepte natuur, en het is prachtig te zien hoe de AA zich door dit gebiedje meanderend voortbeweegt. Je merkt direct dat de grond hier vochtiger is:


Een dode boom kan ook mooi zijn, dit is een elzenboom. In de toppen van de bomen hier zaten allerlei soorten meesjes: staartmees, koolmees en pimpelmees. Ik hoorde ook een buizerd, maar om die tussen het gebladerte te vinden....had hij hier maar op deze boom op een tak gezeten, dat zou een fraai plaatje opgeleverd hebben:


Het smalle graspaadje loopt vlak langs de AA, maar alles is er zo dichtbegroeid dat je de beek soms zelfs helemaal niet kunt zien:


De bloei was voorbij dus ik kon niet goed zien welke planten hier allemaal groeiden:


Het is de bedoeling dat door verhoging van de waterstand het oorspronkelijke broekbos terugkeert in de Panbossen.




Maar deze plant herkende ik wel meteen: het is de Hop (Humulus lupulus):


Het is de enige kruidachtige slingerplant die over andere struiken en bomen in  struwelen en bossen groeit. Niet alleen herkenbaar aan de groen blijvende ruwe stengels, maar ook aan de gespleten gezaagde bladeren en aan de hopbellen, de uitgegroeide vrouwelijke katjesachtige bloeiwijzen die van augustus tot september aan de Hop hangen. Het is een plant uit de hennepfamilie die vroeger veel geteeld werd. De hopbellen (vruchtkegels) worden als conserveer- en smaakmiddel gebruikt bij de bereiding van bier.

Het andere geslacht uit de Hennepfamilie, Hennep of Cannabis, wordt ook gekweekt. Vroeger vooral om van de stengelvezels touw te maken en vanwege het zaad dat als vogelvoer diende. Tegenwoordig ook om de etherische stoffen die bij verbranding van de toppen vermengd in tabak aan de roker een bepaalde sensatie geven, wat we kennen als cannabis. Leuk dat ik deze plant eindelijk eens tegenkwam!


Op deze foto is te zien hoe smal het paadje is:


Dat struinen is zooo heerlijk, je ruikt, hoort,voelt en ziet de natuur, er is niets dat zoveel rust geeft als dit:


Dit is Echt riet (Phragmites australis):


Een plant die behoort tot de grassenfamilie en prominent aanwezig is aan waterkanten. Het kan 1-3 m hoog worden. Ze bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, purperkleurige of bruinachtige pluim, die rechtop staat of later aan de top kan gaan overhangen. De aartjes zijn tot 1,5 cm lang, bevatten twee tot zes bloempjes en zijn erg harig.

Zoals ik al eerder vertelde is er hier sprake van een broekbos. Een broekbos is een bos waarvan de vegetatie sterk wordt bepaald door de (hoge) stand van het grondwater, meestal is er sprake van kwel. Elzen of berken vormen er de boomlaag; naargelang van de dominante soorten vallen broekbossen vegetatiekundig gezien onder de klasse van de elzenbroekbossen of de klasse van de berkenbroekbossen.


In andere blogposts over mijn wandelingen in de Pan bossen heb ik al verteld dan vanaf agustus 2017 Staatsbosbeheer boswerkzaamheden in De Pan heeft uitgevoerd. In dit van oorsprong natte gebied, is toegewerkt naar een natuurlijkere waterhuishouding om 'natte' natuur te behouden en te herstellen. Dat betekent dat een groot deel van het bestaande aangeplante naaldbos zal afsterven. Een groot deel van de naaldbomen werd  geoogst voordat ze wegkwijnen. Bos blijft bos in De Pan, vooral in de vorm van loofbos. Het oorspronkelijke vochtige hoogveenbos met zwarte els en moerasplanten krijgt door de maatregelen weer de ruimte. Bijzondere soorten zoals; de kleine ijsvogelvlinder, alpenwatersalamander en heikikker profiteren hiervan.
Behalve de plaatselijke omvorming van naald naar loofbos (elzenbroekbos), heeft Staatsbosbeheer op een aantal plekken de bomen uitgedund zodat de rest van de bomen de ruimte krijgen om dikker te worden. Dit betrof naaldbos dat voornamelijk bestaat uit Japanse lariks en grove den. Deze bomen zijn aangeplant in de jaren ’30 en ’80 van de vorige eeuw.
Het hout van de omgezaagde bomen wordt, onder het label Hollands hout, gebruikt in bijvoorbeeld de bouw. Hout dat hiervoor niet geschikt is, wordt gebruikt voor papier of als biomassa. De opbrengsten van het hout komen ten goede aan het beheer van de natuurgebieden van Staatsbosbeheer.


Rijke oevervegetatie:






Een boom met een wel heel groot gat erin:


"Tijgerbolletjes" haha.....


Hoe kan het zo groeien:


Close-up:


Laag waterpeil in de Sterkselse AA:




Bijna aan het einde van dit pad, ik naderde de Pandijk, de weg die midden door dit beekdal loopt en doorloopt tot Hoef aan de Pan:




Waterpeilmeter aan de overkant van de weg:


Stand op 08-10-2018 15:44 uur is ongeveer 29 NAP.


De provincie Brabant  heeft 2 grondwatermeetnetten, waarmee de grondwaterstand en de kwaliteit van het grondwater worden gemeten. Daarnaast meet de provincie in natuurgebieden die afhankelijk zijn van grondwater de mate van verdroging. Zie hun website:

https://www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/water/water-in-beeld/grondwaterstanden-en-meetnetten

Op deze site ga je naar het meetnet grondwaterstanden voor Brabant en kun je zien waar de peilbuizen staan: de dichtsbijzijnde voor Sterksel is die bij Euvelwegen:

https://grondwaterstand.brabant.nl/nl/map/topography,assetgroup$be1ef6ac,wmslayer$42a9f70/point/groundwaterstation$14629/@51.3568,5.5726,13/-2Days0Hours+0Days3Hours




Nu, een tiental dagen later is de stand 20,87 NAP.


Ik vind het zo leuk dat zulke instanties hun gegevens met ons willen delen. Het is allemaal erg interessant.  Deze doorverwijzing is ook erg leuk:


Het laat zien, ook met mooie kaarten, over watervoorziening en watertekort, algemene toestand van het grondwater, en nog veel meer. Echt de moeite waard om te lezen!!!! 

Over de Pandijk ben ik weer teruggelopen naar de auto op de parkeerplaats. het was een lange maar mooie wandeling van 2,5 uur, door de Pan bossen langs het Sterkselsch kanaal en de Sterkselse AA.
Het Sterksel kanaal is destijds voornamelijk gegraven om de landbouwgronden van Sterksel te bevloeien en werd vroeger ook gebruikt voor eenvoudige scheepvaart. Niet al te grote bootjes werden voornamelijk ingezet om kunstmest te vervoeren. De losse kunstmest werd vanaf het station Sterksel met kiepwagentjes aangevoerd naar de veldschuur ten zuiden van het huidige kerkhof, daar werd het in zakken geschept en per bootje getransporteerd naar de boerderijen. Vanuit de haventjes aan de Stoeiing werd de kunstmest verder gedistribueerd richting de Pan. 
Naar later is gebleken zou het Sterkselsch kanaal ( 6 km lang) zonder vergunning van het Waterschap de Rivier de Dommel zijn aangelegd. Het heeft de toestand van afwateren van de streek echter veel verbeterd. In oktober 2006 heeft Waterschap De Dommel het waterbergingsgebied 'De Rummeling' aangelegd om wateroverlast ter plaatse van bebouwing of ander intensief gebruikt land te voorkomen. Daarnaast is in 2007 het waterbergingsgebied bij het Weerterbos in Limburg gerealiseerd waardoor de kans voor Sterksel op overstromingen nog geringer is geworden. Door de aanleg van het Sterksels Kanaal, dat water vanuit Limburg afvoert, voert de Sterkselse Aa alleen nog water uit Brabant af. Door de aanleg van stuwen wordt verdroging tegengegaan.

Tegenwoordig heeft het Sterkselsch Kanaal, evenals de Sterkselsche Aa, een belangrijke functie voor de waterafvoer van het bovenstrooms gebied vanuit Limburg.
En het Sterkselsch Kanaal is een fraaie waterloop met veel vissen en een dek van waterplanten waar eenden tussendoor zwemmen.

Voor wie nog niet genoeg had aan al deze informatie kan nog naar dit mooie pdf:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten