Ik was er al eerder geweest: na de januaristorm van januari 2018, zie mijn blogpost: http://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/search?q=valkenhorst
Het Egelven is een van de voormalige visvijvers van de Valkenhorst (totale oppervlakte 798 hectare), en tegenwoordig één van de vogelparadijzen van Brabant. Dat is het echter nog niet zo lang. Vroeger werden hier valken gevangen. Daar waren de heidevelden uitermate geschikt voor. Na te zijn getraind, werden de vogels verkocht aan adellijke hoven in binnen- en buitenland. Valkenswaard was er internationaal beroemd om.
Toen rond 1900 de klad kwam in deze sport, moest er een andere bestemming komen van de heide. Ze werd beplant met bos en aan de beek de Tongelreep werden visvijvers gegraven. Vooral karper, toen populair volksvoedsel, werd er gekweekt. De vijvers werden bemest en de vissen bijgevoerd. Allerlei wilde dierenzoals otters en visetende vogels profiteerden daarvan mee. Ze werden toen natuurlijk bestreden. Toen Brabants Landschap de vijvers in 1987 overnam is de viskweek afgebouwd.
Als je nu rondom de visvijvers gaat wandelen merk je niks meer van de valkerij van vroeger. De vogels zijn er gebleven. Je ziet er allerlei soorten eenden, ganzen, zwanen en roofvogels. Maar ook bijzonderheden zoals de broedende roerdomp en het woudaapje.
De visvijvers zijn tegenwoordig een vogelreservaat en daarom niet toegankelijk voor publiek. Maar het is zeker de moeite waard om hier toch te gaan wandelen daar waar dat wel mag. Er zijn diverse wandelroutes uitgestippeld. Vanuit de parking bij Jagershorst kun je kiezen uit de volgende routes: de witte wandelroute (4,4 km), de rode wandelroute (5,5 km), de blauwe wandelroute (2,5 km), of de groene wandelroute (4,7 km).
Wij hebben de auto geparkeerd langs de Leenderweg, je moet daarvoor eerst even de 2e rotonde voorbij (komend vanuit Leende) en dan kun je rechtsaf evenwijdig aan de Leenderweg stukje terug rijden: zie google maps kaartje:
Startpunt voor de wandelroute van 2,5 km:
Infobord van Brabants landschap:
Omzet van bos in heide dmv corridors: een ecologische corridor is een doorgang tussen twee leefgebieden van biologische soorten. Het zijn verbindingen tussen 2 kleine landschapselementen; twee bossen kunnen onderling verbonden zijn door hagen of bomenrijen. Ecologische corridors vormen routes die de verplaatsing van individuen of soorten toelaat van het ene gebied naar het andere.
In het weiland aan de linkerkant zaten veel grauwganzen en zwarte kraaien. Er vlogen ook veel vogels op, het was er erg druk:
Grauwganzen zijn meestal te vinden waar gras en rietlanden en open water bij elkaar voorkomen. In het grasland zoeken ze hun eten, hun slaapplek is op het water. Als het er veel worden kan dat schadelijk zijn voor de landbouw: niet alleen omdat ze veel gras eten maar ook door de vele ganzenpoep.
Als de eieren zijn uitgebroed, zoeken de paren met hun jongen vooral graslanden op. Het korte eiwitrijke gras is erg belangrijk voor de groei van de jongen. Paren die hun jongen groot willen brengen in gebieden met ruige grasvegetaties hebben over het algemeen niet meer dan twee tot drie vliegvlugge jongen. Paren die in gunstige omstandigheden leven met veel kort, liefst goed bemest gras, brengen meer dan vijf vliegvlugge jongen groot.Buiten de broedvogels zijn er ook vogels die (nog) niet broeden die schade aanrichten. Het gaat om jonge nog niet broedrijpe vogels en oudere (alleenstaande) vogels en tevens vogels waarvan het broedsel in een vroeg stadium mislukt is. Deze groep zogenaamde “zwervers” veroorzaakt de meeste overlast en schade omdat ze gedurende het gehele groeiseizoen van de gewassen op de landerijen komen. Je kunt dus vanalles door elkaar zien lopen. Er zijn koppeltjes (koppeltjes blijven hun leven lang bij elkaar) maar ook einzelgangers te zien:
Links van het wandelpad ligt een wal met allerlei takken, staan bomen in een sloot, waarin ik kleine padjes zag hoorde: de gewone padjes: ze klampten zich angstvallig aan een takje vast wat in het water lag:
Als het in het voorjaar weer warmer wordt, ontwaken de padden uit hun winterslaap en verlaten dan hun overwinteringsplaats. Zij trekken dan naar de vijvers en sloten (meestal die waar ze zelf geboren zijn) om daar te paren en eitjes af te zetten. Dit noemt men de zogenaamde paddentrek. In de voortplantingstijd verlaten de padden hun schuilplaatsen pas na het invallen van de duisternis en gaan ze op zoek naar voedsel of een partner, zonder zich ver van hun schuilplaats te begeven. Voor zonsopgang zijn ze dan weer terug in hun schuilplaats. 
Maar zover is het volgens mij nog niet, al zie je in de natuur wel dat alles vroeger ontwaakt dan normaal. Beetje vreemd dus......

Blik achterom:
Aan de rechterkant lag in de verte het ven:
,
en het was ook daar een drukte van jewelste: veel lawaai makende opvliegende vogels. Op een gegeven moment ging het pad naar rechts:
In de sloten aan weerszijden staat daar nog evenveel water:
Hier is de stroming wat minder:
Dan komt er een stuk waar aan de linkerkant een dieper en kleiner slootje ligt:
Hier sijpelt slechts wat water en het hoogteverschil met het pad is zeker wel een meter:
Hier is goed te zien hoe groot het hoogteverschil is: achter de wal waar de bomen in staan is het waterniveau weer veel hoger:
Ik vroeg me af wat dat nou precies was. Rabatten zijn doorgaans niet zo hoog. Eevn verderop stond een afrastering met een hek met slot erop: verboden toegang ivm het vogelreservaat.
Ik ben eens even gaan googlen. Natuurgebieden Valkenhorst en Groote Heide zijn natte natuurparels. Het zijn waardevolle natuurgebieden die voor hun ontwikkeling afhankelijk zijn van het plaatselijke grondwaterpeil. Dit gebied was erg verdroogd geworden waardoor de natuur niet optimaal tot ontwikkeling kon komen. Daarom werd de verdroging aangepakt in 2013 en 2014. Waterschap De Dommel, Brabants Landschap, Brabant Water en de gemeente Heeze-Leende pakten de verdroging aan met een aantal maatregelen die de grondwaterstand moesten verhogen.
Door het grote gebied loopt nl. een uitgebreid slotenstelsel waardoor veel regenwater afgevoerd wordt. Dat water wil men liever in het gebied zelf houden. Door in een deel van de slootjes dammen aan te brengen stroomt het water niet meer weg maar blijft het langer in het natuurgebied. Er werd 50 hectare bos gekapt, er is geplagd en ook zijn er 2 stuwtjes aangebracht en is een voormalig landbouwperceel afgegraven. Hierdoor steeg de grondwaterstand en werd de natuur minder droog. Waar het naaldbos werd gekapt kwam heidebegroeiing terug, die veel minder water verdampt en dus de grondwaterstand steeg. Natuurgebied Valkenhorst is nu een gevarieerder en aantrekkelijker natuurgebied met zowel natte als drogere delen.
Het zou goed kunnen dat dat is wat we hier zien: gronddammen..... Al is dit wel het uiterste zuidelijke puntje van Valkenhorst. het kunnen ook gewoon dijkjes en sluisjes zijn.
Er moest wel zoveel bos gekapt worden.Want in een bos bereikt een groot deel van het regenwater de bodem niet, met name in naaldbossen werken de bomen als een grote paraplu. De regendruppels blijven aan de naalden van de dennen hangen, waar het vervolgens verdampt. Ook verbruiken naaldbomen via hun wortels het hele jaar door veel grondwater. Dit in tegenstelling tot loofbomen, die ruim 5 maanden geen blad hebben.

Het aanpakken van de verdroging vergroot de mogelijkheden voor de natuur en sluit daarmee aan bij de aanleg van de twee ecoducten in 2013. Dit zijn natuurbruggen over de Rijksweg A2 en de Valkenswaardseweg (N369), die een natuurlijke verbinding vormen tussen natuurgebieden Leenderbos, Valkenhorst en Groote Heide. De ecoducten zijn zodanig ingericht dat zoogdieren, amfibieën, insecten en vlinders die leven in heide, vennen en bos zich gemakkelijk, ongestoord en veilig kunnen verplaatsen. Op de ecoducten lopen er, parallel aan elkaar, meerdere natuurzones. Een zone met struweel geeft dekking aan grotere zoogdieren. Daarnaast ligt een bloemrijke zone met heide die voor insecten de oversteek aantrekkelijk maakt. Ook is er speciaal voor amfibieën een natte zone met poelen. Aansluitend ligt een wal van boomstobben, waarin kleine dieren beschutting vinden. 
Aan de rechterkant een van de kleinere vennen: een zwaan was er op zijn gemakje aan het foerageren:
In de verte is een uitkijktoren te zien:
Blik achterom:
Als je goed kijkt zie je hier afdrukken van schoenen in het zand:
Blik op de grote voormalige visvijver:
Dit gebied hier staat bekend onder de naam Visvijvers Valkenhorst Valkenswaard  en is gelegen aan weerszijde van de Tongelreep en vormt
samen met het Leenderbos, Valkenhorst, de Grote Heide en golfbaan De Eindhovense Golf een zeer groot afwisselend natuurgebied tussen de dorpen Waalre, Aalst, Heeze, Leende en Valkenswaard. Onderstaand kaartje laat de ligging zien tov de Tongelreep:
De oppervlakte van 75 ha is als volgt verdeeld: Open water 37 ha; Bos 11 ha; Grasland 5 ha; Overig, vnl (riet) moeras. De 9 voormalige kweekvijvers van het westelijk deel hebben een flinke rietkraag rond elke vijver, zoals op mijn foto's goed is te zien. De vijvers zijn onderling gescheiden door dijkjes van enkele meters breed. Die dijkjes zijn begroeid met wilgenstruikjes, eik, berk, en els met vnl gras als onderbegroeiing. Het streepje tussen de 2 onderste vijvers geeft zo'n dijkje aan.
Het hele gebied bevat een behoorlijk groot oppervlak aan riet. Voor het grootste deel staat dit riet in het water. Uiteraard komen er tussen en bij het riet ook
allerlei andere planten van voedselrijke milieus tot ontwikkeling. Helaas is er veel lisdodde aan het oprukken.
De voedselrijke vennen, rietmoerassen en de weelderige begroeiing rondom de vennen zorgen samen met de loof- en naaldhoutpercelen voor een vogelrijk gebied. De vijvers zijn erg voedselrijk. De waterstand kan in iedere vijver nauwkeurig geregeld worden. De aanvoersloot die alle vijvers voedt is een aftakking van de Tongelreep stroomopwaarts ter hoogte van Driebruggen. De aanvoersloot heeft een kleiner verval dan de Tongelreep waardoor de
aanvoersloot ter plaatse van de visvijvers een hogere waterstand heeft dan alle vijvers in het gebied. Daardoor kan dus water in de vijvers gelaten worden. De vijvers liggen op hun beurt weer wat hoger dan de Tongelreep ter plaatse, zodat de vijvers ook te allen tijde kunnen worden leeggelaten. Deze infrastructuur die vroeger aangelegd is voor de viskweek is intact gelaten. Dit heeft belangrijke voordelen. Als in een droge zomer veel wateren in de omgeving droogvallen, kan de waterstand op de visvijvers op normale stand gehouden worden waardoor het gebied een belangrijk toevluchtsoord wordt voor talloze water- en moerassoorten, waaronder natuurlijk ook veel vogels. Door het verdwijnen van de viskweek is er wel minder zicht op de visstand, maar de vijvers blijken goede paaiplaatsen voor de vissen vormen. 
De uitkijktoren: genaamd vieuwpoint Egelven: een stalen frame met opgetrokken planken ter bescherming en voor een natuurlijke uitstraling, biedt een mooi uitzicht over de visvijvers:
Vroeger werden die gebruikt voor de kweek van vis. Vooral van de karper. In deze kweekvijver werden ze gekweekt. Als ze groot genoeg waren om uitgezet te worden in de vijvers liet men deze vijver via de sluis leeglopen en ving men de vissen op. Daarna werd de vijver weer gevuld met water en jonge vis. Dit proces van kweken en droogvallen maakte het water daar erg voedselrijk waardoor er ook met name bij het droogvallen veel vogels op af kwamen. Tegenwoordig doet men dit nog eens in de 7 jaar. Zie onderstaande link:
Dramatische lucht boven de visvijver: een naderende regenbui:
Na een kijkje vanaf de uitkijktoren vervolgde ik het pad langs de vijver richting vogelkijkscherm:
Opeens zag ik een klein padje voorbij hupsen:
het was de gewone pad (Bufo bufo), hij bleef mooi stil zitten dus ik kon goed foto's maken:
Hij wordt ook wel de bruine pad genoemd. Hij wordt 6 tot 13 cm groot. Het vrouwtje wordt echter aanzienlijk groter dan het mannetje, dat ongeveer een derde kleiner blijft. Het is een vrij grote, plompe pad met een opvallend wrattige huid. Achter elk oog heeft hij een grote oorklier die door de kleur opvalt en die gifstoffen produceert ter verdediging. De rug is beige, grijsbruin tot bruinrood; de buik witachtig met een grijs gemarmerde tekening. Volwassen padden eten kevers, regenwormen, springstaarten, spinnen, vliegen, mieren, duizendpoten. Belangrijke vijanden zijn vogels, zoogdieren en slangen.
Hij heeft zich aangepast aan drogere habitats maar heeft voor de voortplanting wel water nodig waarbij hij soms grote afstanden af moet leggen om bij water te komen. Als het in het voorjaar weer warmer wordt, ontwaken de padden uit hun winterslaap. Blijft de omgevingstemperatuur 's avonds boven de 7 à 9 graden en is het bij voorkeur een beetje vochtig weer, dan verlaten de paddenmannetjes en -vrouwtjes massaal hun overwinteringsplaats. Zij trekken dan naar de vijvers en sloten (meestal die waar ze zelf geboren zijn) om daar te paren en eitjes af te zetten. De zogenaamde paddentrek. Vaak hebben de vrouwtjespadden al een mannetje op hun rug als ze nog onderweg zijn naar het water.
Mannetjes roepen gedurende het voortplantingsseizoen op het land vanaf hun vaste roepplaats. Dat kan een holletje in de grond zijn, maar ook een hol onder een steen of in een stapelmuur. Overdag verschuilen de padden zich in holletjes en spleten, onder stenen en ander bodemmateriaal. Kort voor de schemering verplaatsen de padden zich meer naar de oppervlakte om te beginnen met hun roepactiviteit. Pas na het invallen van de duisternis verlaten de padden hun schuilplaatsen. Hierna gaan ze op zoek naar voedsel of een partner, zonder zich ver van hun schuilplaats te begeven. Voor zonsopgang zijn ze weer terug in hun schuilplaats.
De eieren worden in tegenstelling tot veel andere kikvorsachtigen niet in klompen maar in strengen afgezet.
Op "pad" naar water dus waarschijnlijk:
Heksensnot.
In de buurt van een paddenpoel kun je in het voorjaar soms een geleiachtige substantie aantreffen. Die brij ontstaat wanneer een reiger, marter of rat een zwanger paddenvrouwtje heeft opgepeuzeld. In de buik van het paddenvrouwtje zitten duizenden eitjes in zeer geconcentreerde vorm. Die eitjes (of beter: de ei-omhulsels) zwellen in de maag van de reiger, marter of rat. De omhulsels zijn waterminnend en wanneer ze in een vochtige omgeving terecht komen, nemen ze op korte tijd enorm in omvang toe. Omdat zo’n zwellende eiklomp nogal zwaar op de maag ligt, wordt die uitgebraakt. Het resultaat - die geleiachtige brij - staat bekend als sterrenschot of heksensnot. Plaatje boswachtersblog:

Maar zoals gezegd: meestal zie je ze niet overdag maar snachts. dus wel bijzonder dat ik hem/haar nu zag:
Afwatering vanaf het akkerland:
Er zitten hier ook veel wilde zwijnen die van tijd tot tijd alles omwoelen:
Gewoon leuk:
Hehe....eindelijk een insectje: een dwergzandbij (Andrena minutulagroep):
Zandbijen (Andrena) vormen met bijna 80 soorten het grootste bijengeslacht in Nederland. Er zijn 28 algemeen voorkomende soorten, de rest is zeldzaam. Je herkent zandbijen aan een strookje met kort viltig haar langs de binnenkant van de ogen. Ander bijensoorten hebben dat niet.
Vrouwtjes zandbijen zijn meestal het beste te herkennen. De mannetjes van verschillende soorten lijken meer op elkaar. Zandbijen bouwen hun nesten in de grond. Ze zijn vaak al vroeg in het jaar actief, in de maanden maart, april en mei zijn veel soorten te zien.
Het zou de meidoornzandbij (Andrena carantonica) kunnen zijn: deze is vrij groot, ongeveer het formaat van een honingbij. Het is een donkere bij met een brede kop en bruin haar op de kop, borst en het achterlijf. De dijborstel heeft relatief weinig haar. Andere zandbijen hebben dikkere haarborstels op de dijen. Ik heb haar maar aangemeld bij Waarneming.
Het was hier aanzienlijk natter:
Af en toe leek het wel net of je in drijfzand terecht was gekomen haha....
Maar de wilde zwijnen houden er wel van: overal wroetsporen:
Blik achterom:
Boerderij aan het zgn Bels lijntje:
Toen ik hier liep wist ik daar nog helemaal niets van. Ik kwam het toevallig tegen bij het zoeken naar informatie over dit gebied.
Het Bels lijntje is een voormalige Kempische spoorlijn van Eindhoven naar Luik.
Nadat Eindhoven in 1844 voor groot transport werd ontsloten door het Eindhovens kanaal kwam in navolging daarop in 1866 de spoorlijn van Eindhoven naar Venlo. In datzelfde jaar werd ook de lijn Eindhoven-Valkenswaard-Hasselt-Luik in gebruik genomen. In de volksmond keeg deze al gauw de naam "Bels lijntje". Hierdoor kon men ineens drie keer op een dag van Amsterdam naar Luik reizen. Niet elke spoorwegoverweg was bewaakt,indien wel dan stond er een baanwachtershuisje bij.
In augustus 1914, als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt het lijntje militair-strategisch belangrijk. Luik wordt, nadat de Duitsers de Maas zijn overgestoken, vanaf 4 augustus gebombardeerd. Burgers nemen per trein de wijk naar het veilige Eindhoven. Eerst nog netjes als betalende passagiers. Maar later, als de Duitsers, gefrustreerd door de onverwachte Belgische weerstand, regelrechte terreur gaan uitoefenen op de Belgische bevolking, wordt de lijn bestormd door wijkelingen, wier aantal toeneemt naarmate de Duitsers het bonter maken.
Eindhoven krijgt ze te verstouwen: reguliere burgers, bedelaars, vagebonden, en losgelaten krankzinnigen. En nog later, in oktober, als de vesting Antwerpen belegerd wordt en dreigt te vallen, prostituees met hun pooiers uit het havenkwartier, criminelen en deserteurs, maar ook militairen die het verband met hun geregelde troep volledig zijn kwijtgeraakt. De Eindhovense Sint Catharinaparochie onder leiding van een enthousiaste kapelaan, neemt het initiatief. Humanitaire opvang is Christenplicht. Dat is niet vanzelfsprekend voor de openbare overheid. Die werkt tegen. Een goede opvang heeft aanzuigende werking. De parochianen houden vol. De aanhouder wint. De rijksoverheid ziet haar taak. Maar het particulier initiatief blijft leidend. In de schaduw van de stadskerk.
Steeds rommelen de wagons van het Belze lijntje aan en af, voor nieuwe, onverwachte en onverhoopte aanvoer zorgend in het dommelige provinciestadje in de Kempen. Het bevalt de Nederlandse Generale Staf niets, maar de besnorde Opperbevelhebber van Landen Zeemacht moet zich tandenknarsend neerleggen bij het bijzondere statuut van het Eindhovens Bels lijntje. (dank aan info managementboek.nl)
Aanleg en verbreding van fietspad Bels Lijntje
In 2011 is een deel van het Bels Lijntje, van Heezerenbosch (fietsknooppunt 52) tot aan de gemeentegrens met Geldrop, verbreed. Het gedeelte tussen Heezerenbosch en de Valkenswaardseweg heeft de gemeente Heeze-Leende in 2014 deels aangelegd en verbreed, in samenspraak met het Brabants Landschap en het Waterschap. De gemeente Heeze-Leende, het Brabants Landschap en het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven hebben de aanleg en de verbreding gezamenlijk betaald, mede door middel van subsidiegelden van het SRE.
het nieuwe gedeelte vanaf de Heezerhut naar de Valkenswaardseweg volgt het zandpad van de Oude Baan.” fietspad een ‘natuurlijke uitstraling’, golvend
 Er is gezamenlijk gekeken naar de bomen die er uit moesten voor de verbreding. Daarbij werd ingezet op zo weinig mogelijk kap en de mooiste bomen werden sowieso ontzien. Dat geldt met name voor de oude grove dennen die ook op de foto te zien zijn. Dat betekent dat er een heel natuurlijk fietspad is komen te liggen tussen Heeze en Valkenswaard. Een fietspad dat uitnodigt tot genieten van de Heezer natuur. Er zitten geregeld mensen op de Spinsterberg rond de picknicktafel van Brabants Landschap te genieten van de schitterende heide.
Het Bels lijntje (lijn 18; Eindhoven-Valkenswaard-Hasselt) verving in 1959 de spoorlijn die via Aalst-Waalre liep. Verplichtingen jegens België maakten dat na het opheffen van de lijn via Aalst-Waalre in 1959 er een alternatief moest komen wat de lijn via Geldrop en Heeze werd.
Deze spoorlijn werd in 1959 in gebruik genomen. De lijn werd voornamelijk voor goederenvervoer gebruikt (steenkool en kunstmest) en ook nog een korte tijd voor personenvervoer. Terugloop van het transport, onder andere ten gevolge van de sluiting van de mijnen in België hadden tot gevolg dat de lijn in 1974 werd opgeheven. In 1986 werd de spoorlijn gesloopt.
Op een gedeelte van het oude traject (Geldrop-Heezerenbosch) is nu een fietspad aangelegd. De foto's dateren uit de midden jaren 80, niet lang voordat de spoorlijn werd afgebroken. Het viaduct is de kruising met de snelweg Eindhoven- Weert ( voor leenderheide) en de andere foto's zijn ter hoogte van de Heezerenbosch gemaakt.
Als de dieselloc van Geldrop naar Valkenswaard reed en het viaduct over de snelweg over moest, ging dit nauwelijks harder dan stapvoets. Wie herinnert zich het Bels lijntje nog?
https://www.managementboek.nl/boek/9789462401679/het-eindhovens-bels-lijntje-een-kempische-spoorbaan-in-de-groote-oorlog-gerard-strijards
Afwisseling tussen soorten van droge en natte landschappen
Om de verscheidenheid aan plant- en diersoorten te vergroten, worden in veel van deze kwetsbare gebieden maatregelen getroffen. Zo ook in de Natte Natuurparel Valkenhorst in de gemeente Heeze-Leende en Valkenswaard. In opdracht van Waterschap de Dommel is hier gestart met een grootschalig project, met als hoofddoel het verhogen van de grondwaterstand.
Dit wordt in deze fase gedaan door:
- Het aanbrengen van een 40-tal dammen in diverse watergangen verspreid door het gebied, waardoor het gebiedseigen water langer in het gebied blijft.
- Het ontgraven van de toplaag van een voormalig agrarisch perceel, waardoor het verschil tussen de diepte van het grondwater en het maaiveld kleiner wordt.
- De aanleg van een aantal laagtes en poelen.
In het gebied komen momenteel diverse bijzondere en beschermde soorten voor zoals de nachtzwaluw, gagel, levendbarende hagedis, heikikker en boomkikker. Voor de laatst genoemde soort wordt het biotoop verder verbreed. Hiermee wordt aangesloten bij de herintroductie van de boomkikker in diverse gebieden in Noord-Brabant. Daarnaast wordt ingezet op de ontwikkeling van heidevegetatie door het verwijderen van de strooisellaag. Zodoende krijgen zaden die rusten onder de strooisellaag de kans om te kiemen (zij blijven tot wel 70 jaar kiemkrachtig).
Bij het werken in kwetsbare natuurgebieden is altijd extra aandacht vereist voor de reeds aanwezige landschappelijke waarden, archeologische waarden en natuurwaarden. Voor het grootschalige ontgraven is zwaar materieel nodig, wat veel af- en aanrijroutes nodig heeft om op alle plekken in het gebied te kunnen komen. Hiermee is in het project Valkenhorst bij de aanbesteding, door het waarborgen van een veilige transportroute en het beschermen van aanwezige waarden als belangrijke gunningscriteria, al rekening gehouden.
In het najaar van 2013 is het werk, op basis van een compacte en praktische werkomschrijving, middels een EMVI-aanbesteding gegund. In december 2013 zijn de uitvoeringswerkzaamheden gestart. De directievoering en het houden van toezicht worden verzorgd door BTL Advies. Op dit moment is de volgende fase van dit project in voorbereiding. Deze winter is 40 hectare bos gekapt, in de zomer wordt de strooisellaag van deze oppervlakte ontgraven en afgevoerd. Ook dit project wordt op basis van EMVI aanbesteed.
Onze vakkundige adviseurs hebben ruime ervaring in de begeleiding van dergelijke natuurontwikkelingsprojecten. Zij zorgen ervoor dat de beloofde kwaliteit en veiligheid ook nagekomen worden in het werk en dat de aanwezige waarden zo min mogelijk hinder ondervinden van de werkzaamheden.
wil je weten welke vogels vooral waar zitten kijk dan hier:
http://www.vwgdekempen.nl/PDF/2017%20Rapport%20Valkenhorst%20Ten%20Westen%20vd%20Tongelreep%203.pdf
https://www.kikkersite.nl/voortplanting.php
ieks: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=17902
https://yenm.home.xs4all.nl/Toenennu/gestel/belslijntje.htm
https://www.facebook.com/oudheeze/posts/het-bels-lijntje-lijn-18-eindhoven-valkenswaard-hasselt-verving-in-1959-de-spoor/316513295170963/
https://spoorlopen.wordpress.com/geldrop-valkenswaard/




 
Geen opmerkingen:
Een reactie posten