zondag 2 augustus 2020

Een reus van een zweefvlieg in de tuin: de Stadsreus

Vandaag werd ik door mijn buurvrouw op de hoogte gebracht van het feit dat er een wespennest zat op de bodem van onze gezamenlijke coniferenhaag.
Ik ben even gaan kijken. Ze hadden pas gras gemaaid dus de wespjes waren behoorlijk van slag af.  Ik wilde proberen erachter te komen welke wespen het waren maar deze  ADHD-ertjes goed op de foto krijgen is een hele kunst, en al zeker nu dat ze verstoord waren. Toen zag tussen al die kleine wespen een opvallend grote verschijning rondvliegen. Toen die even ging zitten heb ik er een foto van gemaakt. Het blijkt de stadsreus Volucella zonaria te zijn:


De stadsreus of ookwel hoornaarzweefvlieg genoemd is groter (18-25mm) dan alle andere zweefvliegen en is te zien van juni tot oktober. De naam stadsreus verwijst naar de reusachtige grootte voor een zweefvlieg en dat hij meest in de steden gezien wordt. De naam hoornaarzweefvlieg verwijst naar de gelijkenis met onze grootste echte wesp, de hoornaar. Maar hij heeft geen angel en kan dus niet steken. Dat zij hier nu zit in onze dorpswijk, is dus best wel bijzonder
Het achterlijf is geel tot roestrood met zwarte banden. Bij vrouwen is het borststuk roestrood, bij mannen meer zwart. de vrouwtjes hebben bovendien een opvallend gele kop. Dit is dus duidelijk een vrouwtje.
Aan de korte voelsprieten kun je zien dat het een vlieg is en geen wesp. Wespen hebben nl. altijd lange antennen.

Hij leeft zoals alle zweefvliegen van nectar en stuifmeel.

Deze gelijkenis met de hoornaar noemen wet mimicry. Opmerkelijk is de ontwikkeling van de larve. Veel zweefvliegenlarven eten bladluizen, maar de larve van de stadsreus leeft op de bodem van een bewoond wespennest. Hier voedt hij zich voornamelijk met afval, zoals dode wespenlarven en stervende wespen, en richt dus geen schade aan. Hoe de weerloze zweefvlieg het voor elkaar krijgt om zonder herkend en gedood te worden het wespennest binnen te dringen om eitjes te leggen is niet bekend. Ook de zich na een paar dagen ontwikkelende larven lopen geen gevaar. Ze overwinteren in het inmiddels door de wespen verlaten nest. De volgende zomer verpoppen ze tot een nieuwe generatie stadsreuzen.

De stadsreus komt voor in centraal en zuidelijk Europa, noordelijk Afrika en Azië inclusief Japan. Bij ons is hij dan ook een zomergast: hij komt helemaal vanuit Zuid-Europa naar Nederland en wordt hier het meest gezien in het westen en zuiden van ons land.

In de vorige eeuw was hij hier nog zeldzaam maar  met het warmer worden van de zomers wordt hij steeds vaker gezien. Ook worden er in langere periodes met zuidoostelijke winden nieuwkomers uit het zuiden aangevoerd.

In mijn regio (Km-hok) zijn er slechts 5 andere gesignaleerd en aangemeld bij Waarneming dit jaar:


Er komen in ons land 5 soorten reuzen Volucella voor: de stadsreus, de hommelreus, de wespreus, de witte reus en de gele reus. Allemaal zijn het grote, bolle zweefvliegen met een vrij lange snuit. Hun antennen dragen een pluim. De hommel-, stads- en witte reus zijn algemeen in Nederland. De andere twee zijn zeldzaam.
4 van deze 5 reuzensoorten ontwikkelen zich in de nesten van sociale insecten. De hommelreus leeft als larve in de nesten van verschillende soorten hommels. De larven voeden zich daar met afval dat zich in het nest ophoopt.
De larven van de stadsreus en de witte reus leven van afval in nesten van sociale plooivleugelwespen (gewone wesp, Duitse wesp en hoornaar). Ook de larve van de wespreus leeft in nesten van deze wespen, maar hij voedt zich parasitair op een wespenlarve. De wespenlarve leeft hierbij voort totdat de larve van de wespreus hem uiteindelijk leegzuigt.

Ik vond het leuk deze bijzondere "reus" gezien te hebben. Wat er met het wespennest gaat gebeuren weet ik niet, dat is aan mijn buurvrouw. Waarschijnlijk moeten de wespen eerst bestreden worden (gedood) waarna het nest verwijderd kan worden. Dat zou jammer zijn.......want ook wespen zijn prachtige insecten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten