donderdag 2 november 2017

Wandelen nabij Grashut Hugterheide en uitkijktoren Weerterbos deel 2

Dit is deel 2 van mijn wandeling op 02-11-2017 nabij Grasut Hugterheide en Uitkijktoren Weerterbos. In deel 1 was ik een kijkje gaan nemen op de uitkijktoren, in dit deel neem ik je mee naar mijn wandeling aan de linkerkant van de toren, via een wandelpad van de route rondom Grashut, direct langs het grasland. De hele route is 8 km lang en duurt ongeveer 2 uur. Ik heb slechts een klein deel gelopen maar ga zeker nog een keer het hele stuk rondom wandelen.

Eenmaal weer beneden dacht ik dat ik aan de rechterkant misschien wel door de poort naar binnen mocht, maar dat was niet zo: ook dat was rustgebied:


Er lagen grote hopen gemaaid gras; bij elke maaibeurt worden voedingsstoffen uit de grond verwijderd zodat de grond weer naar zijn oorspronkelijke gesteldheid kan toegroeien:


Dampende hopen gras:


Je kunt hier goed zien dat ook dit vennetje nagenoeg droog staat:


Foto door het gaas heen genomen; op de achtergrond een ven:


Aan het begin van het wandelpad staat een infobord over de edelherten die hier zijn uitgezet. 


De reden waarom hier edelherten zijn uitgezet is als volgt: nadat de grashut werd gesloopt vindt voorlopig op deze cultuurgrond afgeleid agrarisch beheer plaats d.w.z maaien en begrazing door runderen o.a. edelherten en reeën. Zij zorgen voor een natuurlijke begrazing d.w.z. zij zorgen voor een gevarieerde vegetatie structuur en daar profiteren tal van planten en dieren van. Bovendien zijn edelherten prachtige dieren met een boeiende leefwijze die toeristen aan zal trekken en zo krijgt dit gebied ook tegelijk een economische impuls. En tenslotte past de komst van edelherten helemaal in de toekomstvisie dat natuur hard nodig zal zijn voor waterberging, dat natuur alsmaar belangrijker wordt voor recreatie & toerisme en gezondheid van mensen, en tenslotte dat aantrekkelijke natuur nieuwe inkomsten kan genereren voor de streek. (info Ark.eu)

In het Weerterbos komen twee vormen van begrazing voor: seizoensbegrazing door runderen en natuurlijke begrazing door reeën, konijnen, hazen en sinds 2005 ook  edelherten. De wilde grazers foerageren in het bos en in de graslanden. De runderen grazen alleen op de graslanden bij de Grashut (de oude agrarische percelen). De grens tussen grasland en bos is hier haarscherp. De runderen én de maaimachines reiken precies tot aan het prikkeldraad. Door de natuur meer haar gang te laten gaan kunnen de grenzen vervagen en ontstaan er overgangsmilieus tussen grasland en bos, bestaande uit een rand met ruigte en struweel. Dergelijke randen zijn zeer rijk aan insecten, vogels, kleine zoogdieren en reptielen. Voorbeelden van soorten die daarvan kunnen profiteren zijn bijvoorbeeld de hazelworm en de kleine ijsvogelvlinder. De ontwikkeling naar natuurlijke bosranden en graslanden vraagt om een aanpassing van het beheer. Natuurlijke begrazing met een breed scala aan grazers kan daarbij een belangrijke rol spelen.

Aanvang van het wandelpad, aan de rechterkant een brede berm met begroeiing, daarnaast de afrastering:




Ik zag best wel veel bomen met spechtgaten:


De echte spechten behoren tot middelgrote, robuuste vogels met scherpe snavels, een stijve staart en  poten waarvan de twee middelste tenen naar voren staan en de buitenste twee naar achteren. Zij leven meestal in bomen en gebruiken hun scherpe snavel en lange kleverige tong om daaruit insecten los te peuteren. Zij gebruiken hun staart daarbij als steun. Zij leven meest in paren en hakken hun nest uit in een boomstam zoals je hier kunt zien.


Er zijn wel 230 soorten. De bekendste hier zijn de bonte, groene en zwarte specht. Ik heb ze wel gehoord, ben ook richting geluid gelopen maar heb ze helaas niet gezien. Verlaten holen zijn weer geschikte schuilplaatsen voor andere diertjes.


Deze boom miste over een heel gedeelte in de lengte een stuk schors:


Leuke luchtfoto's:




Deze grove den had een hele lange kale stam en alleen wat takken hoog boven in de kroon:


De begroeiing aan de linkerkant (bos) bestond uit grove dennen, berken, eiken, elzen, veel bramen en wilgenstruiken, waardoor het veelal onbegaanbaar was:


De hoeveelheid mos viel hier eigenlijk wel mee:


Wel veel varens hier:


Dit mooie glanzende blauwe kevertje is het Elzenhaantje (Agelastica Alni)en is een kever die behoort tot de bladhaantjes:


Hij komt niet alleen veel voor op de els maar ook op de populier, hazelaar en wilg. Ze overwinteren in de bodem en onder bladeren en afgestorven plantenresten. Van april tot juni komen ze voor op de bladeren. Hierin worden ronde tot langwerpige gaten gevreten, en kan dus enorme schade aanrichten. De vrouwtjes kunnen wel tot 900 eitjes leggen.De bestrijding bestaat uit het inzetten van insectenetende vogels. Of dat hier ook is gebeurd weet ik niet, maar het viel wel op dat er veel vogeltjes in de bomen en op de grond scharrelden. Zodra ik in de buurt kwam vlogen ze vliegensvlug weg.


Driesprong:


En toen kwam er een stuk waar nog best wel wat paddestoelen stonden:




Berkenzwammetjes:






Wiens werk was dit?


Naast het pad dus begroeiing, daarnaast een greppel: waarschijnlijk om eventueel het  teveel aan water op het grasland op te vangen, daarnaast de omheining:


Op sommige plaatsen kon je goed door de begroeiing heen kijken en had je goed zicht op het grasland:


Hee wat leuk: een plekje om even uit te rusten en/of te picknicken:


En toen dook temidden van de rust en de stilte van dit mooie bos plotseling het Grenskerk monument op, waar ik al veel over gelezen had:


Een grenskerk was in de 17e en 18e eeuw een katholieke noodkerk net buiten de grenzen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De Vrede van Munster, in 1648, kende Maarheeze, Heeze, Leende, Sterksel, Soerendonk, Budel en Someren toe aan Holland en daardoor kwam het katholieke geloof onder druk te staan.
Toen tijdens en na de 80-jarige oorlog de katholieke eredienst er een tijd lang officieel verboden was (1649) en daarna - onder strikte voorwaarden - weer getolereerd werd, vervulde de grenskerk voor katholieken in de grensstreken van de Republiek een tijd lang de functie van schuilkerk. Die stonden altijd net over de grens van de Republiek.
Na de inval van de Fransen (1672-1673) werd het beleid ten aanzien van de katholieken versoepeld en werden oogluikend priesters toegestaan, zodat zij voortaan hun eredienst in schuurkerken konden houden. Pas vanaf 1798 kwam er geleidelijk een einde aan deze achterstelling.

De GRENSKERKvan Grashut  lag op de huidige provinciegrens tussen Limburg en Noord-Brabant, op de plaats waar zich nu dit GRENSKERK MONUMENT bevindt. Deze provinciegrens was na de Vrede van Münster de grens tussen Staats-Brabant en Opper-Gelre. De houten grenskerk die er stond werd bezocht door katholieke gelovigen uit Leende en Cranendonck, wiens kerken en kapellen in de Republiek waren opgevorderd voor de protestantse eredienst. De paters van Biest Weert verzorgden deze diensten. Tot 1682 werd deze grenskerk gebruikt en in 1981, 300 jaar later, is het als monumentkerk overgedragen aan het Limburgs landschap.

Een uitgebreide beschrijving over hoe dit monument tot stand is gekomen vind je hier:


Hier heeft van 1652 tot 1672 dus een houten grenskerkje gestaan. In 1953 is men op zoek gegaan naar de fundamenten van dit kerkje. Volgens de RDOB lag die bewuste plek, groot ongeveer 24 are,  ±200 m. ten noorden van de boerderij "De Grashut" tegen een bos aan en was omgeven door een 3m brede en 2m diepe gracht. Het terrein was dicht begroeid met hoog struikgewas en geheel doorgraven met greppels. Het middengedeelte alsook de oostelijke helft was enigszins opgehoogd. Hier zijn toen ook enige restanten van dat kerkje gevonden. Het kerkje zal een vrij eenvoudig gebouwtje geweest zijn, groot ongeveer 12x6 meter en opgetrokken uit hout (omdat men geen sporen van buitenmuren heeft gevonden) met op kleine afstanden een stenen fundering voor de pijlers van het dak. 

Het terrein werd toen door het gemeentebestuur aangekocht, waarna begonnen werd met een reconstructie van de fundamenten en het aanbrengen van een monument zoals het er nu staat.

Een lage ommuring met enkele steunmuren, tot net boven de grond opgetrokken, geeft precies de vorm aan van het vroegere kerkje. Op de plaats van het altaar is een tombe aangebracht, gedekt met zware leistenen en bekroond met een groot kruis van zware 53 eikenstammen. De tombe is versierd met een tegeltableau, dat uitstekend bij de tombe en de plaats past: druiventrossen en ranken, zowel symbool van de H. Eucharistie als van de Kerk, de mystieke wijnstok. 


Binnen de ommuring zijn lage banken geplaatst, vervaardigd van eenvoudige planken, rustend op stenen muurtjes. 


Het terrein is verder enigszins geëgaliseerd en met heide beplant. Aan de linkerkant van de toegang over de gracht is een bord aangebracht met een situatieschets van de omgeving in 1650 en een korte samenvatting van de geschiedenis van deze grens kerk.




Leuk dat ik dit monumentje heb gezien. Ik had er al vaak over gelezen, maar had het hier eigenlijk niet verwacht. Ik sla het picknicken dit keer even over, heb geen broodjes bij me ;-):


Aan de rechterkant komt een doorkijkje naar de pony's:






Ik besloot weer om te keren en dezelfde weg terug te lopen, de rechterkant van dit pad was vaak erg dichtbegroeid, maar soms nodigde de openheid uit om even van het pad af te gaan:


Het heeft iets mystieks...iets gezelligs:


En daar zag ik deze mooie parasolzwam staan; zoek de paddestoel haha:


Echt een hele mooie middelgrote paddestoel:


De hoed kan wel 40 cm doorsnee hebben. Hij is eetbaar, de hoed wordt vaak als schnitzel bereidt. Maar als er geen ring om de steel zit is het de zgn. Bosparasolzwam, en die is giftig. Ik blijf er maar liever vanaf.....

Het wandelpad geeft het gevoel van een een laan, zo met die overhangende takken:


Vogeltjes fladderen van links naar rechts, dat is echt leuk om te zien. Het zijn vnl. koolmeesjes en vinkjes.

Imposante boomschors: die schubben waren soms wel zo groot als je hand:




Wat ik ook veel heb gezien: muizenholletjes:
van bosmuizen, herkenbaar aan het vele zand voor de ingang van het holletje:


Jammer dat ik de muisjes zelf niet heb gezien. Ze zien er best leuk uit: grote ogen en oren, een puntige snuit en een staart die vrijwel gelijk is aan de lengte van kop en lijf bij elkaar. Hij is grijsbuin met een witte buik, een gele keel en een oranjebruine borstvlek. Wordt 7-10 cm groot en leeft ongeveer 4 jaar. Hij kan goed rennen en klimmen, en eet voornamelijk zaden van grassen maar ook van onkruiden, bessen, noten, wortels, paddenstoelen etc. Het dierlijk voedsel bestaat vooral uit spinnen, slakken, kevers en rupsen en poppen van dag- en nachtvlinders. Wat een lekkerbekken zijn het!

plaatje internet

Het holletje heeft meestal één ingang, een nestkamer en een voorraadkamer. In de nestkamer wordt een nestje van bladeren, mos en gras gemaakt.


Door de uitgegraven aarde die in een waaiervormig stortbergje voor de ingang ligt onderscheidt hij zich van alle andere muizensoorten (m.u.v. de bruine rat).


Nog enkele foto's van de begroeiing:







Mooie paardenbloemenpluis:


En toen dacht ik een bijzondere soort schimmel te zien...maar bij nader inzien kan het ook een papieren zakdoekje zijn geweest haha.....ik weet t niet:


Deze viel ook op, al stond hij daar helemaal alleen:



Dit is de Grote Bostrechterzwam (Clitocybe Phyllophila):


Een mooi middelgrote paddstoel die je vaak ziet in een dikke laag strooisel in naald/loof bossen:


Hij is te zien in de late herfst, leeft van vergane bladeren maar is wel giftig!


En dit was ook prachtig om te zien en de mooiste foto van deze blogpost: een tonderzwammetje op een berkenstobbe: die kleuren en die lijnen: alles past zo mooi bij elkaar (klik op plaatje voor vergroting):




Nog meer tonderzwammetjes maar dan op een afgebroken dode berkentak:


En de laatste paddestoel van vandaag:
ik weet nog even niet zeker welke dit is...?




De afrastering heeft zo te zien eerst ergens anders gestaan




Ik naderde het einde van deze mooie "laan" en besloot om nog even terug te keren naar de uitkijktoren, en dit keer naar de bovenste etage te gaan. Het eerste wat ik zag was een tractor die bezig was hier en daar gras te maaien.
Zoals al eerder verteld was de Grashut een voormalig productiegrasland. Om dit om te vormen naar een natuurlijk grasland is men allereerst gestopt met het bemesten. Het kort houden van het gras geschiedt door begrazing door runderen en edelherten; voorlopig nog in combinatie met maaibeheer.


Je kunt op de 3e etage een stuk verder wegkijken:


Nog even een paar foto's gemaakt, de lucht begon te betrekken:













En nog een paar met de telelens: zo kon ik de vennen op de achtergrond dichterbij halen: 


Paar overvliegende ganzen:






Knobbelzwanen op de achtergrond:






Er zitten behoorlijk veel vogels, volgend keer maar eens dichterbij gaan kijken:










Bosje aan de linkerkant: mooie schuilplaats voor de pony's:


En ik sluit deze blogpost af met een mooie close-up van het vennetje vlakbij:


Het was prachtig om hier te zijn. Ik heb genoten van de stilte...de rust...de schoonheid van het landschap en de bossen en hoewel ik geen wilde dieren heb gezien vond ik het toch zeker de moeite waard om hier te gaan kijken. Ik al er zeker nog vaker terugkeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten