dinsdag 26 februari 2019

Doe mee met de Landelijke mollen(sporen) telling 2019

De Zoogdierenvereniging komt met iets leuks: voor de eerste keer vragen zij om mee te doen aan de Landelijke mollen(sporen)telling. Deze is op 2 en 3 maart a.s.
De mol komt overal in ons land voor maar verder is er weinig over ze geregistreerd.  Met de mollentelling hoopt zij hier meer inzicht in te krijgen: waar zitten ze, komen ze veel voor?
We kunnen onze waarnemingen ( de mollen zelf, molshopen, uitwerpselen, pootafdrukken) doorgeven aan een speciaal meldpunt:


Op waarneming.nl staat een pagina met info over de mol:


Ik ga zeker meedoen. Ik had in januari al eea verteld over de mollen: 


Ik zal het hier nog een keer herhalen.
Dé oorzaak van het verschijnen van nieuwe molshopen heeft te maken met het zoeken naar voedsel.
Ik wilde wel eens weten hoe dat zit met die mollen, ze leven onder de grond, maar veel meer weet ik er eigenlijk niet van. Ze leven een nogal verborgen leven. Ze eten insecten, maar houden echter geen winterslaap. Wel gaan ze in de winter dieper de grond in. Dat doen ze om zich beter tegen de kou te beschermen maar ook om insectenlarven te zoeken, die bij kou ook dieper in de grond gaan zitten.
De mol is dus het gehele jaar actief, maar zijn activiteit is vooral in de lente groot. Hij graaft dan met een ongelooflijke snelheid (12 meter per uur !) volgens schema een ingewikkeld gangenstelsel. Hij kan zijn gehooropeningen afsluiten zodat er geen zand in komt. Er zijn 2 soorten gangen : de vaste gangen en de jachtgangen. De doorsnede van een gang is 4 tot 5 cm.
De vaste gangen zitten op een diepte van 50 cm onder de grond. Deze aarde wordt naar boven gewerkt, dat zijn de bekende molshopen. Centraal daarin bevindt zich een vrij grote ruimte met een doorsnede van 10 cm die dienst doet als nest. Deze ruimte bevindt zich altijd onder een stuk terrein dat dicht begroeid is. Hiervandaan leiden 3 gangen schuin naar boven waar ze uitmonden in een cirkelvormige gang. Van deze cirkel lopen 5 of 6 gangen schuin omlaag en eindigen in een tweede grotere ringgang die op een afstand van 15-25 cm om de woonruimte loopt.Van deze ring lopen verschillende gangen straalsgewijs in alle richtingen. Deze vaste gangen werkt de mol zorgvuldig af : hij drukt de wanden goed aan om instortingen te voorkomen. Jeetje, nooit geweten wat zich daar allemaal afspeelt! Volgens zoogdiervereniging zou dat er dan ongeveer zo uit moeten zien: mollenburcht met kraam- en voorraadkamers:


Enkele centimeters onder de oppervlakte lopen de zogeheten jachtgangen, die veel eenvoudiger zijn gegraven. Bij de bouw van deze gangen wordt de aarde meestal wat omhoog gedrukt. In deze gangen gaan ze enkele malen per dag op zoek naar wormen (90 %), insectenlarven, insectenpoppen, pissebedden, enzo. Die vallen in de gang en worden door de passerende mol opgegeten. Dit wil zeggen dat wanneer de regenwormen zeer actief zijn, er geen noodzaak bestaat om het gangenstelsel uit te breiden. In de winterperiode is dit niet het geval en dan verschijnen dus de meeste nieuwe molshopen ! Soms komt een mol ’s nachts tevoorschijn boven de grond om zijn maaltijd aan te vullen met slakken, kleine muizen, kikkers, enz. Nu weten we meteen ook waarom we nooit een mol zien: die zie je alleen s'nachts dus!
Bij droogte (vb zomer) graaft de mol zijn gangen dieper tot zelfs op 2 meter diepte om toch nog voldoende voedsel te vinden. Want als het grondwater zakt, dan zitten de regenwormen ook dieper en moet de mol dus dieper ondergronds wroeten om zijn voedsel te bemachtigen.
Stijgt de grondwatertafel drastisch (vb in winter), dan is er kans dat een deel van het gangenstelsel onderloopt, en de mol nieuwe gangen moet gaan graven om voldoende voedsel te kunnen verzamelen. In gebieden met hoge grondwaterstand of gevaar voor overstroming maken mannetjes en vrouwtjes hoge molshopen om in te schuilen. Dergelijke bouwwerken worden vooral in de late herfst en lente gebruikt.

De mol eet op jaarbasis ongeveer 21 kg regenwormen op!  De mol is namelijk zeer vraatzuchtig : hij eet per dag een hoeveelheid voedsel die gelijk is aan zijn eigen lichaamsgewicht. De maximale limiet dat een mol zonder eten kan overleven is slechts 12 uur. Moet de mol langer hongeren dan sterft hij. Is er veel eten, bijvoorbeeld na een regen of dooiperiode veel regenwormen, dan gaat de mol daar een voorraad van aanleggen voor slechtere tijden. Omdat hij als echte insecteneter alleen levende dieren eet, gebruikt hij deze voorraad enkel zolang deze vers is. Om te zorgen dat de wormen niet wegkruipen, bijt hij instinctief het kopstuk eraf, meestal de eerste 2 tot 5 segmenten, waardoor de regenworm weliswaar wordt verlamd maar niet gedood. Voordat ze de wormen daadwerkelijk eten, knijpen ze met hun klauwen eerst de aarde en darminhoud uit het wormenlijfje. Reuze interessant allemaal.

Ik zou natuurlijk heel graag ook een keer de mol zelf op de foto willen zien. Het blijkt dat juni de beste periode is om een levende mol bovengronds te zien. Na 6 tot 10 weken (afhankelijk van het voedselaanbod) worden jonge mollen door de moeder uit haar gangenstelsel verdreven. De jonge dieren moeten dan op zoek naar een eigen leefgebied. Ze hebben echter nog te weinig kracht in hun graafpoten en te weinig ervaring om hun eigen gangen te graven. Er rest hen dan niets anders dan bovengronds op zoek te gaan naar onbewoonde tunnels. Vaak laten die bovengrondse junimollen zich zonder enig verweer oppakken. Een mol eet vooral regenwormen en insecten. Bovengronds is dat natuurlijk veel moeilijker dan onder de grond; de mollen die zich zomaar laten oprapen zonder bijten zijn dus doorgaans totaal uitgeput van het zoeken naar eten.

We weten allemaal wel hoe een mol eruit ziet. Hij heeft een fluweelzachte zwarte vacht. Zijn lengte is 11-16 cm en zijn lichaam is cilindervormig. Hij heeft een slurfvormige snuit zonder snorharen, geen uitwendige oorschelpen, piepkleine oogjes, maar hij is niet blind, schopvormige voorpoten, brede graafpoten met lange nagels en een heel kort staartje (2 - 4 cm) wat altijd omhoog staat. Hij leeft altijd alleen, behalve tijdens het paren. Met passende geluidjes en geurtjes tasten ze elkaar af. Hij slaapt rechtop met zijn hoofd tussen de voorpoten.  In de paartijd gaan mannetjes op zoek naar vrouwtjes.  Ze graven lange mollenritten, totdat ze een vrouwtje hebben gevonden.  Alleen het vrouwtje zorgt voor de jongen.  Hij wordt normaal ongeveer 3 jaar maar kan 7 jaar worden.

Ik vind ze eigenlijk best wel schattig. Vooral de pootjes: aan de voorpootjes zitten 6 vingers. En een extra graafduim waardoor hij meer aarde in één keer weg kan scheppen. Onderzoekers denken dat mollen die extra duim krijgen door hoge concentraties mannelijke geslachtshormonen. Bij veel mollensoorten hebben de vrouwtjes namelijk een bijzonder geslachtsorgaan met zowel mannelijke als vrouwelijke delen. Hierdoor produceren ze ook de typisch mannelijke geslachtshormonen.
De snuit van de mol is erg gevoelig. In zijn neus heeft hij zgn organen van Eimer. Dit zijn kleine ronde zwellinkjes vol met zenuwuiteinden die zo gevoelig zijn dat ze dienst doen als tastorganen..
Doordat mollen onder de grond leven, zitten ze voortdurend in een omgeving met veel koolstofdioxide en weinig zuurstof. Dat verdragen ze blijkbaar goed want ze kunnen hierdoor hun eigen uitgeademde lucht opnieuw inademen zonder te stikken.
Hoe bijzonder toch allemaal he!

Ik heb al op veel plaatsen molshopen gezien. De laatste keer was op 25-02-2019 op een bolle akker in het Buulderbroek: een natte akker, waar ik diverse mollenstelsels zag in het gras: je kon precies zien welke hopen bij elkaar hoorden. Er waren ook verse hopen zichtbaar: dat zand was nog nat:


Op 24-01-2019 langs de Buulder AA bij de Kleine Bruggen: deze hoop was zo groot dat hij zelfs boven de dikke sneeuwlaag uit stak:


Op een ander plek daar:


Onder de grond heeft de mol geen vijanden.  Boven de grond wordt hij bejaagd door de uil, de buizerd, de blauwe reiger, de ooievaar, de wezel, de hermelijn en de vos. Soms sterft hij ook door de honger, door droogte en verdrinking wanneer zijn gangen overstromen.   Maar ook de mens is een vijand. Hun vacht wordt gebruikt in kleding. 
Veel mensen zeggen dat mollen een plaag zijn. Ze worden met allerlei middelen bestreden, maar dat is niet alleen niet fijn voor de mollen maar heeft ook winig nut.. Als je een mol bestrijdt, gaat hij weg uit zijn territorium en die plek zal gauw weer  worden ingenomen door een andere zoekende mol.
De tijd dat mollen hopen maken is echter maar kort: je ziet ze alleen in het voorjaar wanneeer nieuwe gangen gemaakt moeten worden of uitgebreidt. Het is veel vriendelijker om de hoop over het omringende gras te verspreiden, na een regenbuitje zie je er niets meer van! (dank aan info natuurpunt belgie)

Tot slot is het ook nog eens zo dat mollen wijzen op een gezond en vruchtbare bodem. Mollen hebben een goed functionerend ecosysteem nodig om te overleven. Ze vangen ook veel organismen die anders aan onze groenten schade zouden toebrengen. Dus bedenk in het vervolg: als ik een mol zie op mijn grond, dan is die grond gezond!!!!!

Op 02-03-2019 heb ik een aantal moslhopen eengemeld die ik dit jaar heb gezien:


04-03-2019: Leuk, een berichtje op de site Zoogdiervereniging:

De 1e nationale mollentelling was een groot succes. In 2 dagen tijd zijn 3600 meldingen gedaan van wel 40.000 molshopen!
Uitslag kun je hier vinden: https://www.zoogdiervereniging.nl/succesvolle-nationale-mollentelling
De meeste zijn gezien in Zuid-Holland. Ze bedanken die iedereen die heeft meegedaan en vraagt ons gewoon lekker door te blijven gaan met het doorgeven als we een molshoop zien. Dat kan het hele jaar door. Op de verspreidingkaart ( bron waarneming) staan in rode vlakken de mollenwaarnemingen van 2 en 3 maart 2019 in 5km-hokken. Hoe donkerder het rode vlak, hoe meer waarnemingen in dit hok doorgegeven zijn. Ik heb een snapje gemaakt van mijn regio:


Mijn waarnemingen: voor kmhok in Cranendonck was ik de enige:


En op de grens met het kmhok erboven:


Leuk hoor, dat je dit zo allemaal kunt zien bij waarneming.nl op de verspreidingsatlas van de Europese mol!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten