vrijdag 15 februari 2019

Eerste warme dag: de natuur ontwaakt

Vandaag 15 februari is officieel "warmetruiendag". Dat is normaliter ook wel erg goed gekozen, maar voor vandaag ging dat niet op. Vandaag was het een ware LENTEDAG. De hele dag hadden we zon met temperaturen van 12 tot wel 17 graden bij ons, en een strakblauwe lucht. Ik ben lekker achter in mijn tuin, uit de wind gaan zitten. Wat was het heerlijk die eerste warme zonnestralen te voelen.
Maar de avond en nacht werden nog wel erg koud: 0-2 graden. Dus later op de dag konden we die trui toch nog wel goed gebruiken. Maar....het blijft het hele weekend mooi weer. Bof ik even, want ik ben jarig. Meestal is het berekoud op mijn verjaardag!


afbeelding Weerplaza 15-02-2019:
Weerbericht: Zonnig, droog en warm op vroege lentedag in 2019 Weerbericht: Zonnig, droog en warm op vroege lentedag in 2019 15 februari 2019 05:23

Blij als ik werd van dit mooie lenteweer was ik natuurlijk gespitst op de eerste levenstekens van de insecten. Ik zag vanmorgen al een citroenvlinder. Jammer dat ik mijn gsm niet bij me had, dan had ik een foto kunnen maken.
De citroenvlinders zien we het eerst omdat het overwinteraars zijn. Ze kruipen voor de winter weg op een beschutte plaats en gaan in 'ruststand'. Dat is een soort diepe slaap, waarbij het lichaam zeer weinig energie, en dus voedsel, verbruikt. Je kunt ze ook ergens aan een takje aan een boom zien hangen. Ze vriezen niet dood omdat ze een soort van antivries aanmaken in hun lijf. Zodra de temperatuur omhoog gaat komen ze tevoorschijn: bij de eerste mooie zonnige en zachte dag zie je ze al lekker fladderen overal. Maar dit vandaag is echt enorm vroeg: normaal zie je ze begin april. De vlindertop ligt meestal rond eind april-begin mei. Misschien dat andere overwinteraars zoals de kleine vos, gehakkelde aurelia en de dagpauwoog zich ook al laten zien.
Voor de vlinders die als ei, rups of pop overwinteren is de optelsom van temperaturen en de hoeveelheid zonneschijn bepalend. Pas als er een aantal dagen hogere temperaturen zijn geweest en ook een bepaalde hoeveeelheid zonnestralen dan komen de vlinders pas uit hun pop. Hoeveel warmte en straling nodig zijn, verschilt natuurlijkvan soort tot soort.

Op de site van de vlinderstichting kun je zien wanneer welke dagvlindersoorten wanneer gaan vliegen:
https://www.vlinderstichting.nl/vlinders/vlinders-kijken/verwachte-vliegtijden-dagvlinders/

Hier de voorspelling van dit jaar:
http://scripts.vlinderstichting.nl/thecla_api/vliegTijdVoorspellingen.html

Ik heb mijn waarneming wel aangemeld, helaas zonder foto! Jammer. Misschien morgen een nieuwe kans. Ik zag op hun site dat de citroenvlinder vandaag in ons land al op 170 locaties is gesignaleerd en dat ook de andere overwinteraars al zijn gezien. Hoe leuk is dat toch bij waarnemingen.nl.

Ik besloot om in mijn tuin eens aandachtig op zoek te gaan naar insecten. Met mijn camera erbij. Na enige tijd zag ik enkele vliegen op mijn coniferenhaag:

Het is de Phaonia tugurionum, een soort van de Muscidae (echte vliegen): genus Phaeonia en soort tuguronium: een hele mond vol, maar eigenlijk is het een gewone huisvlieg:

Het is een algemeen voorkomende vlieg. Het is een van de allereerste vliegen die elk jaar tevoorschijnkomen, je ziet ze vaak zonnebadend op zonnige gebouwen of hagen  zoals mijn coniferenhaag. De vlieg is te zien vanaf februari tot eind oktober.


Je kunt hem herkennen aan de gele poten, het gele tipje van het schildje, een stel dwarse borstels voor het schildje en de donkere dwarsaders  in de vleugel. Het geslacht Phaonia kent in ons land ongeveer 25 soorten:


Een kenmerk van deze vliegensoort (tugurionum) zijn de dorsale haarborstels op de achterschenen, wat je op mijn foto kunt zien:


Ik heb hem aangemeld bij waarnemingen. Ben benieuwd of het juist is, want vliegen zijn niet echt heel makkelijk te determineren. Je moet weten waar je op moet letten.

Ook zag ik nog een andere Phaonia soort: de Phaonia Fuscata: een vrouwtje:


Een tamelijk kleine vlieg van 6 tot 9 mm lang. Hij is lastig te onderscheiden van een paar andere Phaonia-soorten. Enkele aders zijn zwart aangezet en de zwarte streep op het borststuk begint meteen na de ogen en is veel breder dan bij de meeste andere soorten. Het geslacht Phaonia bestaat uit 26 soorten, waarvan er in Nederland 24 voorkomen. 


Ik heb deze vlieg aangemeld bij waarneming. Mogelijk is het toch de turgerionum. Maar deze leek mij kleiner. We wachten maar af.

Ik zag ook al de grote blauwe vleesvlieg (Calliphora vomitoria L.) : eigenlijk een vieze vlieg, omdat hij graag op uitwerpselen zit en vervolgens lekker op jouw boterham gaat zitten bv en zo ziektes kan overbrengen. Maar mooi is ie wel: als hij in de zon gaat zitten heeft hij een prachtige blauw-metallic glans:


Hij wordt ook wel de roodbaardbromvlieg genoemd. Het is een forse vlieg van 1- 11/2 cm lang. De kop en het borststuk zijn grijs, het abdomen heeft een metaalachtige glans en blauwe kleur, met zwarte vlekken. De ogen zijn rood, en de vleugels zijn doorzichtig. De poten zijn zwart, de antennes roze. Op de borst is hij paars. Hier zitten stekels die voornamelijk dienen ter verdediging tegen andere vliegen. Kop, borststuk, abdomen en poten zijn bedekt met haartjes.


De roodbaard-bromvlieg leeft in losse groepen. Wanneer hij voedsel vindt scheidt hij een feromoon uit dat de andere vliegen waarschuwt. Net als andere bromvliegen eet hij vooral rottend vlees, afval en faeces. Hij zuigt nectar op bloemen en zit graag te zonnen.
Het vrouwtje legt haar eitjes in het voedsel. Uit de eitjes komen bleek-witte larven, die zich onmiddellijk beginnen te voeden met het voedsel waarin ze geboren werden. Na een paar dagen zijn de larven volgroeid. Ze graven zich dan in de bodem of bodembedekking in om te verpoppen. De poppen zijn hard en bruin. Na twee of drie weken komen de volwassen vliegen uit de pop, waarna ze direct kunnen paren, zodat een nieuwe levenscyclus kan beginnen. De vrouwtjes kunnen gedurende hun leven honderden eitjes leggen. Deze vlieg is te zien van maart tot november. In de winter of tijdens andere perioden van kou kunnen de volwassen dieren en poppen in winterslaap gaan totdat het warmer wordt.

Lekker zonnend op mijn coniferenhaag:


En poetsend:


Ook deze vlieg heb ik aangemeld bij waarneming. Ik weet niet of het een mannetje of vrouwtje is.

Verder zag ik ook het eerste zweefvliegje:


Zweefvliegen zijn er in veel soorten. Maar hoe kom ik er nu achter welke het is? Hier een mooi pdf over zweefvliegen:

https://waarneming.nl/download/fotogids_Syrphidae.pdf

Meteen al op blz 5 punt 1.a las ik: Achterlijf met kenmerkende "snorretjes", tekening en kleur variabel, glimmend borststuk: hiervan is er maar 1 soort: de snorzweefvlieg (Episyrphus balteatus). Naar blz 19 om hem beter te bekijken.

Het is de piamazweefvlieg die ik vorig jaar ook veelvuldig in mijn tuin zag:


Het is een nogal smal zweefvliegje met een opvallend geel achterlijf met brede en smalle zwarte dwarsstrepen. Daarmeedoet hij een wesp na. Zijn naam dankt hij echter aan de  kenmerkende grijze lengtestrepen op de bovenkant van zijn glanzend koperkleurige borststuk. De ogen zijn rood van kleur en de lengte is 7 tot 12 millimeter. Het zweefvliegje staat vaak stil in de lucht. Hij leeft van nectar en stuifmeel van bloemen (vaak schermbloemen). Het vrouwtje legt eieren bij bladluiskolonies. De rupsachtige larven grijpen bladluizen met hun mondhaken en zuigen die leeg. De pop ziet eruit als een bruine druppel en zit vaak vastgehecht aan een blad.


Ik zag ook nog een honingbij voorbijkomen maar voordat ik had scherpgesteld was ze al voorbij gevlogen.

Het zijn niet alleen de insecten die ontwaken als het warmer wordt. De eerste lentebloemetjes lieten zich al weer zien: crocusjes steken als eerste hun kopjes boven de grond:




Met een telelens helemaal ingezoomd naar bomen een paar straten verderop aan mijn achtertuin, vanwaar een ekster-nest is te zien: het vrouwtje zit op het nest:


De ekster (Pica pica) of gewone of Euraziatische ekster is een vogel die behoort tot de familie van kraaiachtigen. Met zijn opvallende zwart-witte verenkleed is hij een van de gemakkelijkst te herkennen vogels.

De bouw van het nest begint al in januari. Het nest is een bolvormig, vrij groot bouwsel van takken, dat meestal op de vork van een tak in een hoge boom gebouwd wordt. Van de buitenkant meet het 35 tot 75 cm breed en bestaat uit omvangrijke, droge, vaak kruisende, uitwaarts uitstekende takken. De bodem van het nest is bedekt met een laag fijne aarde en/of klei. De nestkuil is meestal gebouwd van fijne wortels, die in een uniform vlechtwerk worden verwerkt. De diameter is ongeveer 13,5 cm en het heeft een diepte van ongeveer 10 cm. De meeste nesten hebben een kap-achtige bovenbouw, bestaand uit omvangrijke takken met één, vaak twee verborgen zijuitgangen. Het ontbreken van de kap kan voorkomen door gebrek aan geschikt bouwmateriaal of de onervarenheid van het koppel. De bovenbouw dient voor het beschermen van de aanvallen van kraaien of roofvogels.


Beide vogels nemen op dezelfde manier deel aan de bouw van het nest. De gemiddelde tijd voor het bouwen van een nest is 40 dagen. Een paar begint vaak op verschillende plaatsen te bouwen. Dit gedrag komt vooral voor bij verstoringen tijdens de bouw van een nest. Zolang de gepaarde vogels samen zijn, voltooien ze vaak veel nesten en ook repareren ze dikwijls oude nesten voor de paring. Dit koppel zit hier al enkele jaren.


Eksters vormen levenslange broedparen en vormen met de uitgevlogen jongen nog een tijdje lang een gezin, maar ze leven 's zomers niet in groepen.Wel kunnen de juveniele eksters in groepjes  voorkomen.


Op de uitkijk:


De vogeltjes komen nog graag naar mijn rijkelijk gevulde voedertafel, zoals ook dit roodborstje:


Dit waren mijn lente waarnemingen voor deze eerste warme dag in februari.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten