Maakte ik eergister in mijn blog over een poepende honingbij een grapje over het feit dat hij zich verstopte achter een blad.....dat was niet helemaal een grapje. Insecten doen dat bewust bij heet weer!
Voor insecten blijkt nl. het verschil in de temperatuur tussen de boven- en onderkant van een blad aan een boom veel uit te maken. Men noemt dat het zgn. microklimaat.
Insecten zijn koudbloedig. Dat betekent dat ze niet in staat zijn om hun lichaamstemperatuur door verbranding van voedingsstofffen constant te houden zoals vogels en zoogdieren dat doen. Maar veel processen in hun lichaam zijn wel afhankelijk van de temperatuur. Daarom is de temperatuur van hun omgeving zo belangrijk. Bv de snelheid waarmee spiervezels zich kunnen samentrekken neemt bij hogere temperaturen toe. Dan kunnen ze zich sneller voortbewegen. Dus is het moeilijker om vliegen te vangen. Ook betekent het dat een insect eerder een partner vindt om mee te paren en zich dus sneller voortplant. Maar ergens ligt een grens waarbij de biologische processen in hun lichaam niet meer mogelijk zijn en het dier overlijdt. Waar die grens ligt verschilt bij de soorten.De conclusie is dat het succes van insecten dus rechtstreeks afhankelijk is van het klimaat en dat klimaatsveranderingen dus ook meteen gevolgen hebben voor ze.
Insecten zijn bepaald geen zonaanbidders en warmteliefhebbers. Op de momenten van een dag dat het extreem heet is (zoals nu) zijn er minder insecten te zien, zowel vliegende als kruipende. Muggen en vliegen schuilen liever onder tafels of tussen de planten. Pas als het gaat afkoelen later in de namiddag komen ze weer te voorschijn. Dazen zijn, zeker bij warm, drukkend weer erg agressief en bloeddorstig. Ze komen af op koolstofdioxide, geur, warmte en beweging. Met wel honderden tegelijk kunnen ze de aanval inzetten, waarbij ze je soms over lange afstand achtervolgen en bijten zodra ze op jou of je paard landen.Vlinders, libellen, waterjuffers e.d. zijn niet in staat om hun lichaamstemperatuur te reguleren. Zij verdragen de zon niet op hete dagen, de eiwitten in hun lijf kunnen dan gaan koken. Dus ook zij houden zich schuil ergens bij het water.
Alle vliesvleugeligen houden zich dan gedeisd, ergens in de schaduw.
Veel gevleugelde insecten kunnen als het te koud is door met de vleugels te trillen de lichaamstemperatuur wat omhoog brengen. Maar om echt goed te kunnen vliegen is een zonnebad vaak toch wel noodzakelijk. Je kunt dat mooi zien bij de dagvlinders: die doen de vleugels geheel of gedeeltelijk spreiden, of houden de onderkant van de opgeklapte vleugels dwars op de straling van de zon:
In het bos zoeken ze de zonbeschenen plekjes op. Waar geen zon is zie je ook geen vlinders. Heb je je wel eens afgevraagd waarom er zoveel vliegen bv op boomstammen zitten? Dat komt omdat op een verticale boomstam op kant waar de zon op schijnt het wel 12°C warmer kan zijn dan de omringende lucht.
Insecten die op open zandgrond leven, zoals zandloopkevers, hebben het bij extreme hitte moeilijker. 's Zomers kan het in een heldere nacht vriezen, terwijl overdag de temperatuur 40°C of meer bereikt. Zandloopkevers kruipen dan voor de nacht in de grond en komen pas weer tevoorschijn als de temperatuur in de grond tot 19°C is gestegen. De kritische luchtlaag is 3 tot 4 mm boven de grond. Daar rennen deze rovers achter andere insecten aan. Om een optimale temperatuur van rond de 35°C te houden, wisselen de kevers het jagen af met zonnebaden. Wordt het ze vlak boven de grond te heet, dan ze gaan hoger op de poten staan, met het lichaam zo'n acht millimeter boven het hete zand. Daar is de temperatuur ongeveer 5°C lager. Als dat ook niet meer voldoende verkoeling oplevert, graven ze zich in. Twee centimeter onder de grond is de temperatuur al ongeveer 10°C lager.
Dat kun je mooi zien op deze foto van de bastaardzandloopkever die ik op 8 april gemaakt heb op de Hatertse vennen, toen hadden we ook een loeihete dag:
Zo heeft elke soort wel zijn eigen bijzonderheden om zich te gedragen bij extreme temperaturen. Maar over het algemeen vormt de harde huid van de insecten een natuurlijke barrière tegen uitdroging. Daarnaast zoeken vooral de kleinste en teerste insecten zoals bv bladluizen de meest vochtige plekjes uit om niet uit te drogen. Dat is vaak de onderkant van het blad of onder de struiken.Veel blad-etende insecten komen alleen 's nachts tevoorschijn, als het minder droog is. Ook wormen en slakken trekken zich terug. Andere soorten spinnen bladeren samen tot een omhulsel waar ze in kruipen, waarin een constante, relatief hoge luchtvochtigheid heerst.
Aan de andere kant zien we bij snikheet weer wel weer opvallend meer wespen en muggen omdat die zich juist door de warmte beter konden voortplanten.
Bloemen en planten produceren door de droogte minder nectar, waardoor bijen en hommels in de problemen komen. Honingbijen hebben het geluk dat ze in een kast een voorraadje honing hebben, maar wilde bijen en hommels moeten elke dag op pad om hun dagelijkse portie bij elkaar te krijgen. Die zie ik dan ook wel nog regelmatig in mijn tuin deze dagen:
Het is mss wel leuk om te vertellen hoe dat zit met die honingbijen. Dat is best wel interessant. De temperatuur van het nest is cruciaal voor het functioneren van de bij, ook de voortplantingssnelheid is grotendeels afhankelijk van de omgevingstemperatuur. In lente en zomer is de ideale temperatuur van een volk 35 °C. Er zijn dan larven en de werksters vliegen uit. In de winter zijn er geen larven en zijn de werksters inactief, de nesttemperatuur is dan ongeveer 17 °C.
Bij hitte kennen ze verschillende manieren om het nest te koelen. Ze zijn een soort van levende ventilator. De honingbijen houden zich een deel van het leven op in het nest terwijl de vleugels worden bewogen. Dat doen ze om de lucht in het nest te verversen en om de temperatuur in stand te houden. Als die te hoog wordt raken ze oververhit. Ook wordt verse zuurstof aangevoerd en vochtige nestlucht wordt vervangen door droge lucht van buiten. Dit speelt een rol in honingproductie, van de verzamelde nectar verdampt het grootste deel.
Als de temperatuur te hoog wordt stoppen de bijen met het halen van honing en gaan op zoek naar water. Ze nemen dit op uit plasjes en dergelijke en brengen het in het nest. Hier laten ze de druppels over de tong uitvloeien, zodat het sneller verdampt. Op deze manier wordt ook nectar omgezet in honing, maar het verdampen van water koelt het nest sneller. Zodra de nesttemperatuur voldoende is gezakt, stoppen de werksters met het halen van water en gaan over tot hun normale werkzaamheden.
In de winter, als de bijen verminderd actief zijn, bevinden ze zich als wintertros dicht tegen elkaar om zo de temperatuur te handhaven. De bijen bewegen hun vleugelspieren om warmte te genereren. Die spieren zijn dan losgekoppeld van de vleugels zodat deze hierbij niet worden bewogen. Door alleen de vliegspieren te laten trillen wordt warmte opgewekt in het borststuk en alle bijen tezamen verhogen de nesttemperatuur op die manier aanzienlijk. In de winter schommelt de temperatuur tussen 20 en 36 graden. De bijen komen weer tevoorschijn als de temperaturen hoog genoeg zijn en de eerste nectardragende planten zich aandoen.
En hoe zit het met onze tuinvogels? Ik zie ze helemaal niet met deze hitte. Ik had al een leuk blog gemaakt over hoe insecten en vogels zich gedragen bij een fikse regenbui, zie mijn blog:
http://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/search?q=een+flinke+regenbui
Sommige vogels kunnen wel tegen hitte, bv sterns en meeuwen maar voor zangvogels geldt dat niet. Ze houden zich rustig, verschuilen zich in schaduwrijke plaatsen en komen alleen vroeg in de ochtend of in de avond in actie. Ze worden soms zelfs lusteloos en ze ademen snel. Ze proberen zich koel te houden. Als je ze al ziet zie je dat ze met opengesperde snavels zitten. Dat doen ze om vocht kwijt te raken, zaols wij mensen zweten.
Toch zijn er wel enkele zangvogels die het best uithouden tijdens tropische temperaturen. Zoals de bijeneter, die wordt juist actief zodra de lucht flink is opgewarmd. Hetzelfde geldt voor de grauwe vliegenvanger. Dat komt omdat ze allebei vliegende insecten vangen, en die worden juist actiever tijdens de zonnige uren. Ook zwaluwen blijven achter de insecten aanvliegen en hun jongen voeren. Maar voor hen zijn er meer risico’s dan te lang moeten stilzitten. De temperatuur in hun nesten onder een dakgoot bv kan oplopen en nesten van klei kunnen dermate uitdrogen, dat ze afbrokkelen.
Kunnen wij de insecten en vogels bij zulke warme dagen een handje helpen?
Zeker! Het is van belang dat we veel bloeiende planten in onze tuinen zetten en geen insectengif gebruiken. En ook eens een ondiepe bak met water neerzetten. Want er zijn ook insecten die water drinken. En niet alleen de vogels. Kijk maar eens op mijn blog:
http://natuurfotografieanitasart.blogspot.com/search?q=wesp+drinkt+water
Maar los van de hitte was het mij al opgevallen dat er dit jaar veel minder insecten en mn ook vlinders te zien zijn dan vorig jaar. En vorig jaar was er ook al een forse afname door de droogte en hitte van de zomer van 2018. Planten waar vlinders afhankelijk van zijn droogden uit, waardoor veel rupsen zijn doodgegaan. Ik merk dat niet alleen in mijn tuin maar ook in de natuurgebieden waar ik vaak wandel. En met zulk heet weer is het aanbod van normale voedselbronnen en water ook nog eens minder beschikbaar. Dus hoe je het ook bekijkt: het is in alle opzichten allemaal niet prettig.
In je eigen tuin kun je de vogels ook helpen. Je kunt een waterschaal neerzetten. De vogels zullen er dankbaar gebruik van maken. Ook kun je vogelvoer neerleggen met meelwormen erin. Sommige vogels zijn nog druk bezig met het voeren van hun jongen. Door meelwormen te voeren, hoeven ze zich niet helemaal uit de naad te werken om voedsel te vinden. En dat betekent dat ze ook minder snel oververhit raken.
Al ben ik zelf een zonneminnend persoon...van mij mag het, ook voor de dieren wel een beetje minder warm worden......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten