woensdag 15 mei 2019

Rondje door mijn tuin 18 graden

Het was mooi weer: stralend blauwe lucht, maar wel een frisse wind. Daardoor viel het niet mee onbewogen foto's te maken. Vandaag had ik alleen maar laat in de middag tijd om even door mijn tuin te lopen en insecten te kijken. Desondanks zag ik toch weer 3 insecten die ik nog nooit eerder had gezien.

Dit is de sierlijke wespbij (Nomada panzeri):


Het is een algemeen voorkomend klein (6-11mm) wespbijtje. Zoals al eerder gezegd zijn ze lastig van elkaarte onderscheiden. De vrouwtjes zijn te herkennen aan de haarfranjes aan de achterlijfspunt. 
Hier staan alle 43 soorten: http://www.bijenhelpdesk.nl/Wildebijen/#po0ji909u8u098 waaronder ook deze Nomada panzeri. Ik herkende haar (het is een vrouwtje) aan de bruinrode antennes, waarvan de eerste delen zwart zijn, en de puntige doorntjes aan de poten en de banden op het achterlijf:




Heb haar aangemeld bij Waarnemingen voor de zekerheid.

De rosse metselbij is een trouwe bezoeker aan mijn tuin:


Deze zat zo muisstil op de bloemen dat ik dacht dat ze dood was of sliep, maar door mijn cameralens kijkend zag ik dat ze toch haar monddelen bewoog. Waarschijnlijk zat hij/zij gewoon even uit te rusten. Zo kon ik wel mooie foto's maken.
Want ze maken wat vluchten op een dag! Ze duwen het stuifmeel met hun achterpoten tussen de  buikharen en vervoeren het dan. Pas in het nest poetsen ze het stuifmeel van hun achterlijf. En ze braken de nectar op die ze met hun tong opgezogen hebben. Dat doen ze een keer of tien, voor de totale hoeveelheid voedsel die een larve nodig heeft. Daarna leggen ze een eitje op die voedselvoorraad.

 Ze heeft al haar poten stevig om de bloem gewikkeld:








Ook vaak in mijn tuin te zien is de grijze rimpelrug: zo genoemd vanwege het grofgeribbelde midden-borststuk:


Dit is een vrouwtje:


De vrouwtjes hebben grijswit haar op de voorkant van de kop, bruin haar op de bovenkant van de borst en oranjegele verzamelharen op de achterpoten. Het middensegment is gerimpeld en het achterlijf heeft grijsbruine beharing op de achterranden van de tergieten. De schenen van de achterste poten zijn oranje. Allemaal mooi te zien op de foto's:




De dambordvlieg, ook een trouwe bezoeker:


Zo nu en dan verschijnen er ook wantsen in mijn tuin. Deze wants zag ik ook al een paar keer in mijn seringenboom: het is de smalle randwants (Gonocerus acuteangulatus)


Wantsen behoren tot de (onder)orde Heteroptera (ongelijkvleugeligen). Deze orde is onderdeel van de orde Hemiptera (snaveldragers). Ook de bladluizen, bladvlooien en cicaden behoren tot de snaveldragers. Raar he: snaveldragers. Dat zit zo: De snavel (lange zuigsnuit) bestaat uit een tot een soort omhulsel (schede) gevormde onderlip, waarin de 2 voorkaken en de 2 achterkaken verborgen zitten. De kaken worden bij het steken één voor één gebruikt. De snavel wordt achterwaarts gericht als deze niet gebruikt wordt. De wants wordt 12 tot 15 mm lang. Is gespikkeld en roodbruin van kleur. De nimfen hebben een groen achterlichaam. Bij hoge temperaturen vliegen ze zeer actief. 


Net als de grauwe schildwants: als ik de smalle randwants zie, zie ik de grauwe schildwants ook altijd:


Tot slot nog een pieklein insectje dat op mijn broek kwam zitten. Ik liet hem op mijn vinger lopen en liep naar mijn camera om toch nog te proberen dit beestje vast te leggen: het is de Cerapheles terminatus, behorende dus tot de kevers- bloemweekschildkevers:


Het is een vrouwtje, en was slechts 5 mm groot, zo met het blote oog nauwelijks herkenbaar!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten