vrijdag 23 februari 2018

De duinen en de bossen deel 1 van de Panne in Zuid Belgie

Weekendje naar de Panne in Belgie alhoewel de voorspellingen bar slecht waren: het zou gevoelsmatig heel erg koud worden met een ijzige wind en temperaturen die overdag niet boven 0 uit zouden komen. Dan moet je dus eigenlijk niet aan zee zijn. Maar er was wel veel zon en een felblauwe lucht. Dus dat maakte wel weer veel goed.


Deze blogpost bestaat uit 3 delen, veelvuldig aangevuld met interessante informatie die ik op internet heb gevonden, om zo een duidelijk beeld te scheppen van al het moois wat ik hier heb gezien:

- foto's van het strand van de Panne
- foto's van een wandeling in het natuurreservaat de Houtsagersduinen
- foto's van een wandeling in het natuurreservaat Westhoek

Dit alles maakt deel uit van de grootste aaneengesloten duinengordel van België.
De duinen langs de Belgische kust zijn een onderdeel van een strook die loopt van Noord-Frankrijk, via België, Nederland en de Duitse wadden tot in Denemarken. Ze ontstaan doordat de wind het lichte zand makkelijk kan meenemen. Als de wind vervolgens in kracht afneemt wordt het zand neergelegd. Langs de Belgische kust zijn de duinen vrij smal. Het hoogste duin bevindt zich in Koksijde, in de nabijheid van de Panne.

Allereerst wat foto's van het strand van de Panne aan het noordelijkste puntje van de lange Zeedijk die langs het strand van de Panne loopt en grenst aan de inmiddels opgeheven camping Zeepark:


Lekker brede boulevard aan de Zeedijk:


Strand bij Canadezenplein:


De noord-oosten-wind was inderdaad ijzig koud, en het zand waaide soms in je gezicht. Dat was niet echt prettig, en lastig om foto's te maken, dus dat kon alleen met de wind in de rug. Het was teruglopend tij, en er waren niet echt veel meeuwen te zien. Hier en daar zag je een wandelaar of groepjes trimmers, en ik was merkwaardig genoeg niet de enige die foto's maakte.

Wat de bulldozer daar nou precies aan het doen was was me niet helemaal duidelijk, maar hij liet wel een mooi spoor achter in het zand:




Het strand hier behoort tot de breedste van de Belgische kust. Er is genoeg ruimte voor iedereen om op het strand te liggen, er een wandeling te maken of strandactiviteiten te doen. Er zijn een golfbrekers en het zand loopt langzaam af in zee dus is het ook zeer geschikt voor kinderen. Ook mogen hier ritten te paard gemaakt worden langs het strand.

In de diepere geulen blijft nog water staan tijdens het terugtrekken van de vloedlijn waardoor een soort van zandbankjes ontstaan:


Als ik op het strand loop kijk ik altijd of ik leuke details kan vaastleggen, zoals dit, ik noem het maar een soort van artefact: geen idee wat het is; het is door het zeewater aan land  geworpen:


Hier is te zien hoe enorm breed het strand is bij eb: 


 Twee zwarte kraaien op het strand, is weer ns wat anders dan zeemeeuwen:


Als je op het strand wandelt zie je ze altijd: de sierlijke rimpelingen in het zand: er zijn 2 soorten: de golfribbels en de stroomribbels:

De golfribbels hebben meestal korte, kronkelende banen en  scherpe symmetrische toppen met holle dalen een beide kanten zoals hier:


Ze ontstaan als het klotsen van de golven een heen- en terugstromen van het water veroorzaakt. Bij het terugstromen bestaan de toppen uit fijn zand , de dalen uit grover korrels. Door de herhaalde golfslag en de waterwervelingen in de dalen zijn de lichtere zandkorrels opgeheven en afgezet op de ribbeltoppen:


En dit zijn de stroomribbels die in lange, evenwijdige banen voorkomen en die schuin, als tegen elkaar liggende dakpannen zijn opgebouwd. Ze ontstaan als het water in één richting over het zand stroomt en staan loodrecht op de stroomrichting van het water of de kust:


In de plassen met achtergebleven zeewater zie je beide soorten ribbels. Men noemt dat ook wel "zwin" (geul die onderhevig is aan eb en vloed). Ze komen overal voor langs een glooiend zandstrand. Muien zijn de onderbrekingen in de zandbanken die bij laagwater te herkennen zijn aan de geulen of stroomgaten in de bank, waardoor het water uit het zwin naar zee stroomt. Muien zitten ook in de banken die bij laagwater niet zichtbaar zijn (de zogenaamde tweede en derde bank). Deze zijn dan vaak alleen herkennen aan de lagere of ontbrekende branding bij westenwind. In de muien is de stroming sterk en deze trekt dan altijd richting zee. Als bij het het water weer naar de zee is getrokken door de muien dan kun je zien hoe de golfribbels overheersen in het zwin, maar in de muien zelf de stroomribbels de overhand hebben. Onderstaande foto laat zo'n geul of mui zien, dit is nog maar een kleintje.

Mui in het midden van het zwin met golfribbels:


Nog een foto van een zwin met een zandbank op de achtergrond: 


Muien zijn zeer gevaarlijk. Het terugtrekkende water slijt een 'doorgang' uit tussen de zandbank. Daartussen ontstaat dan een sterke stroming naar zee. Je kunt niet tegen die stroom inzwemmen en eindigt dan een stuk verder op zee.

Zandribbels kunnen ook op het droge strand, in duinen, zandverstuivingen en woestijnen worden aangetroffen. Dan zijn ze het gevolg van de wind. Ook hierbij staan de ribbels overal loodrecht op de windrichting en hebben ze hetzelfde profiel als de stroomribbels in water: zacht glooiend aan de windzijde en steil aan de lijzijde. De kammen bestaan weer uit grover materiaal dan de dalen. Aan het strand zijn dat dikwijls stukjes van schelpen die er een typisch oranje kleur aan geven. De fijnere, ronde zandkorrels zijn allemaal door de wind naar de rustiger dalen geblazen en kleuren die bleekgeel. De snelheid die de wind moet hebben om ribbels te vormen is bijna 40 maal zo groot als de snelheid die een waterstroom daarvoor moet hebben:


Het zijn net kleine mini duintjes:
kleine duintjes die gevormd worden door buitelende zandkorrels die meewaaien met de wind of blijven hangen aan schelpen of zeewier. Er is echter weinig kans dat deze mini-duinen zich ontpoppen tot een volwaardige duin omdat daar een aangroeiende kust voor nodig is. Deze aangroeiende kust is wel aanwezig in de Westhoek, waarover meer in de derde blogpost:


Hier leuk met mijn eigen voetstappen in het zand:

 
Shadow in the sand:


Buldozer trails maar dan gezien vanaf de zee: ze geven prachtige afdrukken in het natte zand:






Vandaag waaide het zand vooral aan de duinen bij de camping hoog op door de wind. Wind fbij zand fotografie is niet makkelijk, vooral ook omdat je echt niet wil dat dat zand op of in je camera komt. Maar voor het windscherm is de beweging van het zand toch te zien. Dus ik vind het zelf wel een geslaagde foto:


Kiekje genomen vanuit de duinen aan de rand van de camping, ik moest daarvoor wel even over het prikkeldraad heen klimmen:
op de achtergrond een leuk kunstwerkje van hout en ijzer:


Horizonnen moeten altijd loodrecht zijn volgens de prof-fotografen. Ik heb daar dit keer eens bewust van afgeweken:


De kleine duinen die de camping moesten beschermen waren aangeplant met Biestarwegras. Deze plant is in staat aanstuivend zand vast te houden. Biestarwegras groeit goed in lage zandduintjes die regelmatig door zeewater worden overspoeld. Zodra het verzamelde zandduin te groot wordt vestigen zich andere grassoorten, zoals helmgras en zandhaver  en sterft biestarwegras af.






Dit waren de foto's van het strand, genomen op vrijdag 24-02-2018. Berekoud maar wel lekker zonnig. De panne trekt het hele jaar door veel toeristen, waarbij men in de winter voornamelijk komt om lekker uit te waaien. Nou.........dat is zeker gebeurd vandaag.....

Voordat ik aan mijn 2e blogpost begin nog even wat informatie over de naam en de historie van de Panne.

De naam is afkomstig van het woord duinpan. Een pan of panne is een komvormige diepte in de duinen. In het gebied van Adinkerke, ietsje verder landinwaarts was al bewoning aanwezig in de 5e eeuw voor Christus en ook in de Romeinse en Frankische tijd woonden er mensen die aan landbouw, veeteelt en visserij deden.
De Panne ontstond echter pas rond 1782, tijdens Oostenrijks bewind. Keizer Jozef II wilde de kustvisserij stimuleren, hierdoor werd door vooraanstaande burgers uit Veurne een nederzetting opgericht dat men Sint-Jozefsdorp noemde, later Kerckepanne. Het was gelegen tussen de duinen en de zee. Het kleine gehuchtje werd in 1789 een parochie van Adinkerke.
Zoals veel van de pannen werd ook dit gehuchtje omstreeks het midden van de 19e eeuw in cultuur gebracht. Op de duinakkertjes verbouwde men kleinschalig onder meer rogge, haver en aardappelen. Voor het bemesten van de schrale bodem gebruikte men zeevette, een mengsel van visafval en beer. Om de akkers tegen overbestuiving te beschermen werden de stuivende flanken van de duinen volgens een dambordpatroon beplant met rijen takkenbussels.

Rond 1830 erfde grootgrondbezitter Pieter Bortier ongeveer 650 ha duingrond in De Panne. Hij opende er in 1831 het eerste primitieve "Pavillon des Bains", een ontmoetingsplaats voor Engelse en Veurnse beau monde. Jaren later bouwde hij er een eigen zomervilla. Hij leverde grote inspanningen om het kleine, wat verarmde, vissersdorpje te verbeteren. De Panne had dan wel geen haven, maar had rond 1900 toch de op een na grootste vissersvloot van de Vlaamse Kust, na Oostende. Wegens het ontbreken van een haven moesten de boten met platte bodem, de "panneschuiten", telkens op het strand worden getrokken. In het begin van de 20e eeuw was er een project om een haven aan te leggen, maar dit kwam er uiteindelijk niet, en de vissers verdwenen geleidelijk uit De Panne.

Van een vissersdorp werd De Panne echter meer en meer een toeristische badplaats vanaf de tweede helft van de 19e eeuw. Hierdoor werd De Panne groter dan het oorspronkelijke Adinkerke. Op 5 februari 1870 was de spoorlijn De Panne - Duinkerke in gebruik genomen. Rond die tijd kwam er in de buurt van het Pavillon des Bains een eerste kursaal, enkele paviljoenen en de eerste pensions en hotels. De Panne werd kort voor 1900 grotendeels uitgebouwd naar ontwerp van architect Albert Dumont. Van de specifieke cottage-architectuur die hij hierbij hanteerde bleef o.a. de Dumontwijk goed bewaard. Op de zeedijk werden aaneengesloten villa's in pittoreske stijl gebouwd.
Het gehucht De Panne werd op 24 juli 1911 officieel van Adinkerke afgesplitst en werd een zelfstandige gemeente.
De komst van het massatoerisme, vanaf de jaren 50, bracht grote veranderingen teweeg. De kustvilla's ruimden plaats voor hogere appartementsblokken. Vooral op de zeedijk is, op enkele villa's na, niets meer overgebleven van de oorspronkelijke bebouwing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten