vrijdag 16 februari 2018

Ekster in mijn tuin

Van alle vogels die in mijn tuin neerstrijken vind ik de ekster de aller statigste. Hij valt meteen op met zijn zwart-witte verenkleed. Hij is ook helemaal niet bang om zich in de buurt van mensen te laten zien. In landelijke gebieden is hij schuwer omdat hij daar een makkelijk doelwit vormt voor de jacht.
De ekster is best een flinke vogel: 40 tot 51 cm lang, inclusief de lange staart (20 tot 30 cm lang). Als hij neerstrijkt wordt de lange staart meteen omhoog getild, en zorgvuldig van de grond gehouden. Kop, nek en borst zijn glanzend zwart met een metaalgroene of -blauwe glans; de buik en schouders zijn zuiver wit; de vleugels hebben een groene glans. De slagpennen hebben witte binnenvlaggen, wat van onderaf zichtbaar is. De poten en snavel zijn zwart. Het mannetje is iets groter dan het vrouwtje. Dominante dieren hebben een langere staart dan de niet-dominanten. Net als bij andere kraaiachtigen wandelen ze over de grond, maar als ze worden aangetrokken door voedsel of door een bijzonder voorwerp verplaatsen ze zich met kleine sprongetjes zijwaarts, met de vleugels iets open gespreid. Ze hebben een kwetterende roep.


Als kind leerden we de ekster kennen als een vogel die graag schitterende en glimmende dingen meeneemt, die hij dan verbergt onder een bergje bladeren of meeneemt naar het nest. Dit is echter een fabeltje: eksters zijn gewoon heel nieuwsgierige vogels en onderzoeken alles wat voor hen nieuw is. 

Zoals alle kraaiachtigen is de ekster een echte omnivoor: een alles-eter. Zijn kostje scharrelt hij op de grond bij elkaar en dat bestaat voornamelijk uit insecten en aas, maar ook eikels, okkernootjes, graan en andere plantaardige voedselbronnen komen in aanmerking. 's Winters eet hij ook zaad van de voertafel en andere plantaardige bestanddelen. In het voorjaar, als hij jongen heeft, wil hij ook wel eens eieren en jongen van andere vogels aan zijn eigen kroost voeren. Zoals je ziet pikt hij ook graag "een graantje" mee van de broodkorstjes in mijn tuin.


Meestal zie je maar 4 of 5 eksters bij elkaar, maar `s winters worden soms grotere groepen gevormd bij het verplaatsen en foerageren en het slapen gaan. In het voorjaar vormen zich grotere groepen voor de paarselectie. Ze wippen op takken en op de grond, ze vliegen traag wat rond en jagen elkaar na. Ze nemen bepaalde houdingen aan, zetten kopveren op en spreiden de staartveren. Tijdens deze bijeenkomsten worden de paren gevormd. Eksters vormen levenslange broedparen en ze vormen met de uitgevlogen jongen nog een tijd een gezinnetje, maar ze leven 's zomers niet in groepen zoals de kauw dat wel  vaak doet. Wel kun je de juveniele eksters in groepjes zien. In open landschap trekt de ekster de aandacht door in groepjes van twee of drie met snel bewegende vleugels een voor een langs te vliegen, luid krassend.

In mijn tuin zie ik er vaak maar een, die dan statig boven de andere vogels (meestal kraaien,kouwen en duiven) uit torent:


Al in januari begint de bouw van het nest. Terwijl nieuwe koppels beginnen te nestelen met een verlengde balts, beginnen oude koppels na een verkort baltsritueel met de bouw van het nest. Het nest is een bolvormig, vrij groot bouwsel van takken, dat meestal op de vork van een tak in een hoge boom gebouwd wordt. Maar er zijn ook nesten gevonden in struikgewas, op steigers, elektriciteitsmasten en zelfs op vensterbanken.  Het nest is 35 tot 75 cm breed en bestaat uit omvangrijke, droge, vaak kruisende, naar buiten uitstekende takken. Het is leuk om deze informatie op te zoeken. Ik heb zulke nesten al vaker gezien in ons bosje, maar wist nog niet goed van welke vogels die zijn. Nu weet ik dat het eksternesten zijn; deze is dus nog niet af:


De bodem van het nest is bedekt met een laag fijne aarde en/of klei. De nestkuil is meestal gebouwd van fijne wortels, die in een uniform vlechtwerk worden verwerkt. De meeste nesten hebben een kap op het nest bestaande uit omvangrijke takken met één, vaak twee verborgen zijuitgangen. Dat dient voor het beschermen van de aanvallen van kraaien of roofvogels. Het ontbreken van die kap kan komen door gebrek aan geschikt bouwmateriaal of de onervarenheid van het koppel. Beide vogels nemen op dezelfde manier deel aan de bouw van het nest. De gemiddelde tijd voor het bouwen van een nest is 40 dagen. Een paar begint vaak op verschillende plaatsen te bouwen, maar het nest wordt hervat ten gunste van de broedplaats. Dit gedrag komt vooral voor bij verstoringen tijdens de bouw van een nest. Zolang de gepaarde vogels samen zijn, voltooien ze vaak veel nesten, en ook repareren ze dikwijls oude nesten voor de paring. Oude nesten worden gebruikt door bosuilen, toren- en boomvalken, die zelf geen nesten opbouwen. Het vernietigen van eksternesten beïnvloedt daardoor ook de stand van deze vogelsoorten.

De paring vindt plaats in het voorjaar. Tijdens de balts lichten de mannetjes herhaaldelijk snel de kopveren op, tillen hun staart op en openen en sluiten deze snel als een waaier, en roepen met zachte tonen die duidelijk anders zijn dan hun gebruikelijke geluiden. Korte glijvluchten en achtervolgingen horen bij het baltsritueel. De losse veren van de flanken worden over de slagpennen gebracht, en de veren op de schoudervlek zijn geopend zodat het wit opvallend is, vermoedelijk om vrouwtjes aan te trekken.

In april worden de eieren gelegd: meestal vijf à acht. De eieren worden normaal gezien vroeg 's ochtends gelegd, meestal één per dag. Ze komen dus niet tegelijk uit.De eieren zijn voor de grootte van de vogel aan de kleine kant. Ze zijn typisch lichtblauwgroen met olijfbruine of grijze spikkels en vlekken, maar tonen veel variatie in kleur en patroon. De eieren worden 21-22 dagen uitgebroed door het vrouwtje dat door het mannetje wordt gevoed.

De kuikens zijn nestblijvers, zonder veren en met gesloten ogen. Aanvankelijk eten de ouders de uitwerpsels van de kuikens, maar als deze groter worden, ontlasten ze op de rand van het nest. De nestelingen openen hun ogen 7 tot 8 dagen na het uitkomen. Hun lichaamsveren beginnen na ongeveer 8 dagen te verschijnen en de eerste vleugelveren na 10 dagen. Enkele dagen voordat ze klaar zijn om het nest te verlaten, ontdekken de kuikens al kruipend de nabijgelegen takken. Rond 27 dagen vliegen ze uit. De ouders blijven de kuikens nog enkele weken voeden. Ze beschermen de kuikens ook tegen roofdieren, omdat hun vermogen om te vliegen slecht is, waardoor ze zeer kwetsbaar zijn. Gemiddeld overleven slechts 3 of 4 kuikens. Sommige nesten gaan aan roofdieren verloren, maar een belangrijke factor die de kuikensterfte veroorzaakt, is hongersnood. Ekstereieren komen niet tegelijk uit en als de ouders moeite hebben met het vinden van voldoende voedsel, zullen de laatste kuikens verstoten worden. Er wordt per jaar maar één nest jongen grootgebracht, tenzij een nest vroeg te gronde gaat. De jongen lijken op de ouders, maar hebben aanvankelijk niet dezelfde blauwe glans op de roetzwarte delen van hun verenkleed. Tot hun derde levensjaar leven eksters in 'jeugdbendes', een harde leerschool om de noodzakelijke ervaring op te doen die een ekster nodig heeft om jongen groot te kunnen brengen.

Zo dat was weer veel leuke informatie over de ekster. Ik heb weer veel geleerd. Het nut hiervan is niet alleen dat je je kennis over de vogel vergroot maar ook dat je foto's zult gaan maken als je iets herkenbaars van die vogel ziet. En dat is natuurlijk hartstikke leuk.


herken de ekster:
https://www.youtube.com/watch?v=Yf7-K0E8RNg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten