Tot een van de trouwe bezoekers van mijn tuin behoort ook de vink. Ik zie ze elke dag in de tuin. Zij zitten niet vaak op de voedertafel maar zitten liever op de grond op zoek naar zaden die door andere vogels op de voedertafel werden gemorst. Ze hebben een grote, krachtige snavel die typerend is voor zaadeters. Vinken eten in de zomer echter veel insecten en ook de jongen krijgen eerst alleen insecten te eten. In de winter trekken de Nederlandse vinken naar het zuiden, terwijl vogels uit het noorden in Nederland overwinteren. De vogel is 's winters vaak in kleine groepen te zien en eet dan bijna alleen maar zaden.
In het voorjaar en de zomer, kun je de vink makkelijk vinden door af te gaan op de bekende suskewiet-zang. In het najaar kun je tijdens een boswandeling grote groepen vinken zien rondscharrelen op de grond, vooral op zoek naar beukennootjes en ze eten dan ook zachte bladknoppen.
De vink broedt in bossen, parken en tuinen. In de winter zoeken vinken vaak voedsel op akkers en velden. Vinken zie je overal waar bomen in de buurt zijn. Zelfs open landbouwgebied met verspreide bomenrijen of enkele doorgeschoten heggen of brede houtkanten volstaan.
Door de opvallende kleuren is het mannetje van de vink makkelijk te herkennen. Met name de blauwgrijze kop met de roodbruine borst en wangen. In de winter is de kop minder duidelijk getekend doordat de grijze veren dan een bruin randje hebben. In de loop van de winter en in het voorjaar slijten de bruine randjes van de veren zodat het onderliggende blauwgrijs weer goed zichtbaar wordt. Het vrouwtje is minder opvallend gekleurd dan het mannetje, en wordt wel eens aangezien voor een mus, maar door de twee witte vleugelstrepen op de vleugels herken je haar als een vinkenvrouwtje.
De staartveren zijn zwart, behalve de buitenste staartpennen: die zijn wit.
Deze hier is dus een vrouwtje:
Ze lijkt inderdaad veel op een huismus:
Mooi zachtbruin van kleur:
Rustig op zoek naar lekkere zaden:
Foto bijgesneden:
Op dee foto is de verentekening goed te zien:
De meeste vinken houden er maar één partner op na. Vaak blijven mannetje en vrouwtje meerdere jaren samen. Het vrouwtje bouwt het nest, broedt de eieren uit en neemt het gros van de voederbeurten voor haar rekening. De meeste vinken hebben één legsel per jaar, goed voor vier tot vijf eieren.
De zang van het mannetje is veel te horen en makkelijk te herkennen. De zang is gedeeltelijk aangeboren, maar jonge mannetjes nemen ook de zang van andere mannetjes over. Hierdoor verschilt de zang per gebied en zo is aan de zang de herkomst van de vogel te bepalen. In het voorjaar kan het mannetje zijn zang dagelijks wel enkele duizenden keren herhalen. Aan het einde van hun zang van de vink laten vinken vaak de bekende 'vinkenslag' horen.
Op de site van Vogelbescherming zijn de verschillende roepen te horen:
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/vink
Herken de vink:
https://www.youtube.com/watch?v=QBQb5Nsj7Bk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten