maandag 16 oktober 2017

Herfst en 26 graden warm...paddestoelen in Hugterheide Maarheeze deel 2

Welkom op deel 2 van mijn wandeling in Hugterheide Maarheeze.

In mijn vorige blogpost eindigde ik op de kruising met de Grashutdijk. Bij rechtdoor gaan kom je bij een grote kijkhut. Als je vroeg op staat kun je daar reeën en herten bekijken. Maar nu was het al middag dus ik ben rechtsaf gegaan en een stukje verder weer rechtsaf om over het vlakke deel waar de hoogspanningsmasten staan weer terug naar het startpunt van mijn wandeling te gaan.


Zoals ik al in deel 1 omschreef is de Hugterheide van oorsprong een heidegebied met arme grond die de neiging had stuifzanden te vormen. Vanaf 1900 is men begonnen met bebossing, voornamelijk naaldbossen. De stuifduinen zijn in het heuvelachtige terrein nog goed herkenbaar en zijn voornamelijk aangeplant met Grove den. Staatsbosbeheer voert dunningswerkzaamheden uit met behoud van oude bomen en wil geleidelijk een meer natuurlijk berken-eikenbos creëren met hier en daar grove den.

Een paar impressie foto's van de omgeving:








Ik heb inderdaad weinig heide meer gezien. Alleen op dit deel waar de hoogspanningsmasten staan kwam ik hier en daar nog een heidestruikje tegen. 


De spaarzaam nog aanwezige heide wordt overwoekerd door het pijpenstrootje:


En toen: het valt bijna niet op maar zie je hem?


De Bruinrode Heidelibel:




Libelles vlogen er nog genoeg, alleen bleven ze niet goed stil zitten. Ook schoten hier en daar wat paddestoeltjes uit de grond: dit zijn denk ik nevelzwammetjes:


Dit is een van mijn mooiste foto's van vandaag:


Helemaal alleen:




Op het vlakke deel waar de masten staan zie je voornamelijk gras, heide, en allerlei struiken en lage boompjes. Van de om gekapte bomen zijn lage stronken (stobben) blijven staan. 


Soms groeien daar paddestoeltjes op, maar het is er eigenlijk niet vochtig genoeg:


Mooi webje:


Dit deel van het Weerter bos ligt in het Brabantse deel en ligt hoger en is dus minder nat. De aanplant bestaat uit grove den, lariks en spar. Soms ondergroei met hele hoge bosbesstruiken.


Het eerste deel was goed begaanbaar maar het lopen werd steeds zwaarder: 


Dit is aan de rechterkant van waar ik liep: dennenbos met ondergroei van pijpenstrootje:


Dit aan de linkerkant:


Tegenwoordig laat men in de bossen veel dood hout liggen, hetgeen een verrijking van de mosflora met zich meebrengt. Doordat de bodem vaak erg verruigd is, verdwijnen de mossen, maar op de dode stammen kunnen veel soorten zich dan toch weer vestigen. Als de omstandigheden goed zijn, voldoende licht en luchtvochtigheid, kunnen er mooie tapijten van verschillende soorten mossen groeien, zoals hier:


Bekermos:


Ongelooflijk, wat hadden we een strakblauwe lucht vandaag:


Echte heidevelden ben ik  niet tegengekomen, wel liggen er in het gebied enkele restanten van voormalige heidevelden, waar Struikhei hier en daar nog wel voorkomt, maar grotendeels door pijpenstrootje is verdrongen. Hier een zijdeachtig gesponnen zakje: een nestje van een spin waarin eitjes hebben gezeten:




Ik heb ook nog een mooi insect gezien: hij sprong meteen in het oog tussen al dat bleke pijpenstrootje: het is de roodpoot schildwants:


Hij is echt mooi de roodpoot schildwants ( Pentatoma Rufipes ), ook wel boswants genoemd. Wat een mazzel want  het is een wants die zich het liefst hoog in bomen en struiken ophoudt en daarom weinig opvalt. Daar zuigt hij sappen op van vruchten, bladeren en jonge knoppen.
Hij wordt 1 tot 15 millimeter lang. Hij is te onderscheiden van andere schildwantsen door zijn halsschild, dat bijna rechthoekig is, zijn 'schouders' zijn vierkant. Zijn kleur is donkerbruin, zijn achterlijf is zo goed als zwart en het uiteinde van zijn rugschild heeft een kenmerkende, lichte top. En door zijn rode poten natuurlijk.Kou deert hem niet, zelfs midden in de winter is hij behoorlijk actief.


Pijpenstrootje is een van de soorten die een rol spelen bij de vergrassing van heidevelden.De plant wordt wel 30–120 cm hoog en vormt dichte pollen. Het iseen waardplant voor de rupsen van de kleine hageheld, rietvink, bont dikkopje, groot dikkopje, bont zandoogje, koevinkje, boserebia, blauwoogvlinder en de witstipgrasuil. Volgend jaar dan maar eens in de rupsentijd gaan kijken, dan kan ik mooie rupsenfoto's maken !!

Omdat het hier zo onbegaanbaar werd ban ik weer rechts het bos in gegaan ( zie mijn kaartje in deel 1), en moest ik een paar meter over wallen en greppels en stronken klimmen om weer bij het pad te komen waar ik begonnen ben aan deze wandeling. Maar het was de moeite waard en zeer gevarieerd. Ik heb genoten van het prachtige weer, de mooie omgeving, de vele mooie paddestoelen en al het ander mooie natuurschoon. Leuk dat je hebt meegekeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten