maandag 5 maart 2018

De Hugterheide in ijskristallen gehuld

Het afgelopen weekend hadden we last van een Siberische kou en vroor het 10 graden. Dat was heel erg koud! Daaroverheen kwam ook nog eens een sneeuwbui, maar die vanmorgen zo goed als weer verdwenen was. Ineens was het weer 10 graden boven nul. Een verschil van 20 graden. Ongelooflijk. En het zonnetje scheen lekker, uitgesproken weer dusom eventjes het bos in te gaan. Lang genoeg binnen gezeten met die vreselijke kou. Ik koos ervoor om weer even naar de Hugterheide te gaan waar de uitkijktoren staat.
Wat schetste mijn verbazing dat er laat op de ochtend nog op veel plaatsen een dun laagje ijs op het water lag wat onverwachts mooie foto's opleverde.

Twee foto's genomen vanaf de uitkijktoren:


Het ijslaagje was wel heel erg dun maar gaf een bijna toverachtige glans aan het water:


Een eindje verder, op het pad naar de oude Graaf was de ijslaag dikker: de meeste natte plekken in het bos zijn bevroren. Ik had een ijslaag in dit stadium zo nog niet eerder gezien, het was een mooi gezicht: witachtig ijs met soms open, vederachtige of bladachtige structuren, rechte lijnen, golvende lijnen en gaten waardoor je nog water ziet:


Toen ik thuis mijn gemaakte foto's op de computer bekeek werd ik nieuwsgierig naar het bevriezen van water in verband met natuur. Waarom bevriest het water bv. niet egaal op? Waarom heeft het zoveel verschillende verschijningsvormen en waardoor komt dat dan? Ik ben dus maar eens gaan googlen.

De vorming van het ijs heeft te maken met verschillende factoren: natuurlijk moet het in de eerste plaats vriezen maar daarnaast heeft het ook te maken met de temperatuur van het water en van de lucht; de wind; de stroming van het water; de diepte van het water; de luchtvochtigheid en de neerslag. Ik ga dit hier niet allemaal uitleggen. Voor wie het interessant vind 2 leuke linken met uitleg:

https://wetenschap.infonu.nl/weer/166042-hoe-natuurijs-ontstaat-en-zweeft-boven-het-water.html

https://wetenschap.infonu.nl/weer/124931-verschillende-soorten-ijs-bij-vriezend-weer.html


Ook cilinders met belletjes in het ijs had ik nog niet eerder gezien:


vergroot:


Deze mooie gevormde ijsbelletjes komen voor in zogenaamd 'zwart" ijs. 
Zwart ijs ontstaat aan het begin van een vorstperiode tijdens windstille nachten. Dit ijs is spiegelglad en sterk. Doordat het zo helder is als glas kijk je er makkelijk doorheen zie je soms de bodem. Het ijs lijkt daardoor erg donker. Daarom noemt men het zwartijs! 
Je ziet ze onder anderen in bevroren sloten in veengebieden. Dan zijn het (methaan)gasbellen die uit de bodem omhoog borrelen en ’vast komen te zitten’ in het ijs. In niet veengebieden zijn het meestal zuurstofbellen. De rottende planten in het water scheiden zuurstof uit. Als luchtbelletjes komen die normaal naar boven. Maar wanneer er een ijslaagje op het water zit, blijft het belletje onder het ijs. Is het bewolkt weer dan is het ijsbelletje kleiner. Vandaar het verschil in grootte. Vriest het overdag ook, dan is het zuurstofbelletje meer cilindervormig. Deze luchtbelletjes zie je niet in ijs boven diep water. 

 Enkele foto's van dichterbij:


Naast eerder genoemde factoren speelt nog een andere factor mee: om ijskristallen te maken zijn microscopisch kleine stofdeeltjes in de lucht nodig, zoals zout, zand, kleideeltjes, vulkanische as of roetdeeltjes. Deze stofdeeltjes fungeren als vrieskern waaraan zich watermoleculen vasthechten; bij een voldoende lage temperatuur zal de overgang plaatsvinden van waterdruppel naar ijskristal. Zonder die stofdeeltjes zie je dus geen kristallen.




Een flinterdun ijslaagje op een nat stukje bos:


Mooooiiiii : waar de wind weinig of geen grip heeft op het wateroppervlak kunnen mooie strakke ijslagen onstaan:




Deze nog net bevroren fase leverde schitterende foto's op:






Terwijl ik zo over het lichtelijk bevroren water kijk, hoor ik boven mij een groepje ganzen voorbijtrekken. Zoiets wil je toch niet missen. Zelfs in de winter kan ik zo genieten van de natuur:


Kleine plasjes lijken nu net kleine riviertjes:


Weerspiegeling in het water en ijs:


Nu vraag ik me af hoe het de dieren vergaat die in zo'n ondiepe sloot leven. In sloten zijn nl. ook in de winter nog veel beestjes actief maar ze hebben het dan niet het niet makkelijk in het ijskoude water. 

Als een sloot of plas bevriest, vormt zich een laagje ijs op het wateroppervlak. Dit vertraagt het afkoelen van het water wat eronder zit. Daarom bevriezen sloten en plassen meestal niet tot de bodem toe. Zelfs onder extreme koude omstandigheden daalt de watertemperatuur vlak boven de bodem niet snel tot onder het vriespunt. Veel waterdieren blijven dan ook actief in dit water onder het ijs.  Ze vermijden direct contact met het ijs en voorkomen zo dat ze in de ijslaag vastvriezen, want dat is dodelijk.  Gelukkig hebben ze allerlei overlevingstechnieken ontwikkeld:

Waterinsecten bv hebben stoffen in hun lichaam waardoor lichaamstemperatuur kan zakken tot ver onder het vriespunt  -5 tot -10 graden Celsius). In de winter worden in hun lichaamsvloeistof suikers en eiwitten aangemaakt die werken als een soort antivries! Sommigen maken hun maag en darmen leeg en voorkomen zo dat er zich ijskristallen kunnen vormen rondom de voedseldeeltjes waaruit ijskristallen kunnen gaan groeien.
Ongewervelde dieren nemen beschermende maatregelen: beschermende cocon van taai materiaal (wormen), dichten hun huisje af met een leerachtig laagje (slakken en kokerjuffers).
Vissen trekken weg uit kleine sloten en plassen en zoeken dieper water op om zo bevriezing te voorkomen.

Maar soms bevriest een sloot of plas wel helemaal en is er geen ontsnappen meer aan.  Dan trekken de diertjes zich vaak terug in de bodem. Ze kapselen zich in en leven na ontdooien gewoon verder.
Niet alle waterdieren zijn ’s winters actief. Volwassen dieren van bijvoorbeeld verschillende soorten vliegen en muggen sterven in het najaar, nadat ze eieren gelegd hebben. De eieren overwinteren (kunnen tegen bevriezing) en komen het volgende voorjaar weer uit. Deze dieren ontwijken dus de extreme omstandigheden tijdens de winter.

Wat is de natuur toch bijzonder!!!!

Er schuilt echter toch een gevaar voor de waterdieren als het water dichtvriest.
Er kan namelijk zuurstofloosheid optreden in het water. Algen en waterplanten die groen zijn in de winter (bijvoorbeeld Sterrekroos) produceren zuurstof onder invloed van zonlicht. Als het ijs helder is, dringt er vrijwel evenveel zonlicht in het water door als bij onbevroren water. Maar als het ijs door viezigheid minder helder is, of bedekt met een laagje sneeuw, dan dringt er bijna geen licht meer in het water door. In het donker produceren de algen geen zuurstog meer. Dit is een groot probleem voor waterinsecten en vissen. Bacteriën op de bodem van sloten en plas verbruiken namelijk zuurstof bij het afbreken van dode waterplanten die op de bodem liggen (overblijfselen van het groeiseizoen), met als gevolg dat langzaam alle zuurstof onder het ijs verbruikt wordt. Bij weinig zuurstof sterven de meeste waterdieren; te beginnen bij vissen, omdat die relatief veel zuurstof nodig hebben. Waterinsecten kunnen lage zuurstofconcentraties tijdelijk overleven door inactief te worden, door o.a. hun stofwisseling sterk te vertragen.
(info vlgs info natutetoday)
Gelukkig zijn de winters in ons landje niet zo extreem, dus dit gebeurt hoogst zelden.

Bijna overal in het bos waar water staat ligt er nog een laagje ijs overheen:


Waar meer stroming in het water is, is het ijs al ontdooid:


In de  winter en in het voorjaar kan het grondwater hier 
tot aan, of zelfs boven, het maaiveld staan:


Ik nader het bruggetje over de "Oude Graaf " : een beekje dat ontspringt in Weert en via het Weerterbos naar het Sterksels Kanaal loopt, op de achtergrond het pad waar ik vandaan kwam:


Op de betonnen brug staat de naam van de waterloop: Oude Graaf.  Mogelijk was de Oude Graaf van oorsprong een natuurlijke beek, zoals kaarten uit het begin van de 19e eeuw laten zien. De huidige waterloop werd voornamelijk in de bedding van deze beek gegraven voor ontwatering. Dat maakte dit moerassige gebied bruikbaar voor landbouw.






Een aantal bos- en moerasgebiedjes hier op de grens van het agrarisch gebied en het Weerterbos, in totaal 92 ha, zijn eigendom van Staatsbosbeheer en worden eveneens onder de naam Oude Graaf vernoemd.

Leuk: u zit goed bij het Brabants Landschap:


Ik had zo graag hier een keer edelherten gezien. Ze zitten hier wel, en steken ook wel eens overdag over. Want ik zag hoefsporen in het natte zand: maar die te determineren is nog best wel lastig. Ik dacht eerst dat ze idd van edelherten waren. Maar het zouden ook wilde zwijnensporen kunnen zijn:


Dit lijkt er wel erg op:




Mensen mopperen altijd zo over wilde zwijnen: dat ze  het hele pad omwroeten. Men vindt ze vernielzuchtig. Dat zien ze toch echt verkeerd want dat is juist goed voor de bosbodem.Wat wij niet zien nl. is dat na een tijdje er weer nieuwe vegetatie ontstaat op die plekken. De grond blijft open. Als dat niet zou gebeuren zou de grond dichtgeslagen blijven en was er geen ruimte voor nieuwe planten en bloemen en zouden er veel, vaak schadelijke larven in de grond blijven zitten, die in het volgende jaar weer schade kunnen aanbrengen aan de bomen. Dus  de wilde zwijnen zijn een soort van natuurlijke tuinmannen. Laat ze maar lekker hun gang gaan in het bos.


Lastig hoor. Wie het weet mag het zeggen; ik hou het maar op wilde zwijnsporen.

Geen dieren te zien hier vandaag....alhoewel...ik hoorde een boomklever. Kon hem niet goed zien tussen al die boomtakken:


Op goed geluk een foto gemaakt en eenmaal op de computer gecropped is hij warempel nog te zien ook: (klik op foto voor vergroting)


Ik heb nog meer zoekplaatjes haha: 

een koppeltje grauwganzen:


gecropped:


een luid fluitend vinkje:


gecropped:




gecropped:


Toch maar eens een keer een mooie telelens aanschaffen.
Ik ging dezelfde weg weer terug over de Heugterbroekdijk en dan weer linksaf over het Graaf van Horne pad richting uittkijktoren waar ik de auto had geparkeerd. Hier heb ik nog enkele foto's gemaakt:

Kruispunt Heugterbroekweg met Graaf van Horne pad (links):


Hier staat een wandelwissel. Alle wandelingen  in een wandelgebied zijn bewegwijzerd met houten wandelpalen. Hierop bevinden zich de gekleurde symbolen die elk een andere route aanduiden. Voor een bepaalde route moet je een speciaal symbool volgen.


Wandelwissels dienen om wandellussen te combineren. Ze markeren de plekken waar wandellussen elkaar kruisen. Deze kruispunten hebben elk een eigen nummer, hier nr 10, aangeduid op de wandelpalen en op de wandelkaarten. Om naar een andere wandelwissel te gaan, kies je het gekleurde symbool van een wandellus richting die wandelwissel. De wandelkaarten zijn een onmisbare leidraad om makkelijk op een andere wandellus over te stappen. Zo ontstaan ontelbare combinatiemogelijkheden in één groot netwerk, over de grenzen van de verschillende wandelgebieden heen. Een nieuw systeem waar ik nog niet vertrouwd mee ben. Het is vandaag voor het eerst dat ik er eens goed naar heb gekeken.
Ik ga hier van de Heugterbroekweg weer de Graaf van Horne pad in: dit pad is wel 95 km lang en voert je door het landschap rond Weert. Het doorkruist 13 officiele natuurgebieden en is verdeeld in 9 etappes. 




Losgekomen boomschors: een leuke nestel- of schuilplek voor allerlei insecten:


Op dit hekwerk zitten 2 slotjes.Waarschijnlijk om gemotoriseerd verkeer te weren??? Blijkbaar kon je hier ooit doorheen, maar nu is het geen pad meer en is het helemaal dichtgegroeid: 


De bomen staan hier in een laagte, het nivoverschil is enkele meters, tussen de bomen liggen rabatten:




In de rabatten staat water: o.a. hier ook zijn al meerdere van die rabatten afgesloten zodat het water blijft staan en het bos daardoor weer natter wordt zoals het van nature was




En dan kom ik weer aan bij de Grashut:






En tot slot nog twee mooie luchtfoto's van bomen: in dit soort bomen zie je vaak de boomklever:




Dat was het weer. Wat heb ik vandaag weer genoten. De vorst van de afgelopen week zorgde voor verrassend mooie plaatjes.  Het flinterdunne laagje ijs gaf een prachtige look aan de vennetjes en plasjes. De stilte in het bos was heerlijk, ik kwam slechts een enkele bekende tegen, ook aan de wandel. En ook al had ik koude handen en voeten, het is fijn om de natuur te ervaren, ook als het koud is. Eenmaal thuis denk ik dan terug aan mijn mooie wandeling en warm ik mij op met een lekkere kop koffie en ga ik snel mijn foto's op de computer bekijken. Dan voel ik mij een gelukkig mens......ja...geluk zit vaak in simpele kleine dingen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten