zondag 11 maart 2018

Vroege vogels...waar zijn de zingende merels gebleven?


De merels zijn een bekende verschijning in onze tuinen. Het zijn echte tuinvogels. We herkennen  ze direct: het mannetje heeft een zwart verenkleed met een gele snavel en een geel ringetje om het oog. Het vrouwtje is donkerbruin met een gevlekte keel en borst.  Het vrouwtje bouwt een nestje in een haag of struik. Als de jongen geboren zijn, helpt het mannetje mee bij het voeren. Zo gaat al sinds mensenheugenis......
En wie kent niet de prachtige merelzang in het voorjaar.

Ik kan het me nog goed herinneren van toen ik klein was. Bij het krieken van de dag was een luid zingende merel het eerste wat je hoorde als je wakker werd.
Dat begon in het voorjaar al om n uur of zes. Dan hoorde je een merel vlakbij, en op de achtergrond hoorde je dan dat een andere merel die verder weg zat zijn gezang beantwoordde. En zo ging dat over en weer. Ik vond dat altijd wonderlijk en kon daar geboeid naar liggen luisteren.

https://www.youtube.com/watch?v=r5zejrM5h44

Ik mis ze...de mooie merels....onze vroege vogels.....
Hun prachtige zang smorgens vroeg en bij het vallen van de avond, zittend hoog in een boom of op de punt van een dak. Hun gescharrel in de tuin tussen de bladeren, op zoek naar eten. Hun beschermende waarschuwingkreten als er gevaar dreigt voor hun uitgevlogen jongen. Hun getrippel op het gras om de regenwormen omhoog te lokken als het geregend heeft. Hun dankbare terugkerende bezoekjes aan onze voedertafel en broodkruimels in de tuin:


Nu is het bijna alleen nog maar een herinnering aan de glorie van weleer. Enkele merels doen nog hun best, maar het zijn geen hele koren meer. Af en toe hoor je een ander vogeltje er tussendoor zoals het winterkoninkje of het roodborstje of een meesje.
Wat is er toch gebeurd met onze enige echte zangvogel in onze tuin?

In 2016 hadden de merels potseling te lijden van een virus: het usutu-virus, door trekvogels overgebracht en waardoor er heel veel merels stierven. Je zag ze toen ook met bosjes dood liggen. Het is onbekend hoelang het duurt voordat de populatie voldoende weerstand heeft opgebouwd en de sterfte door dit virus zal afnemen. Het is niet te voorspellen hoelang het virus in Nederland in de vogelpopulatie aanwezig zal blijven en wat het effect zal zijn. Dit zal de komende jaren duidelijk moeten worden.

Maar dat het slecht gaat met de vogels heeft nog meer oorzaken, die voor veel vogels in het algemeen gelden. Een vogelsoort sterft uit als de sterfte hoger is dan de vernieuwing door voortplanting.
Zo is bijvoorbeeld de predatie toegenomen: roofvogels zoals de sperwer doen het goed door vermindere jachtdruk en bescherming. Daardoor is de sterfte toegenomen.
Een andere oorzaak is de verarming van het millieu (ontbossing, overbegrazing, verdroging van landschappen) waardoor de zangvogels niet genoeg juiste voeding vinden om hun voortplanting op peil te houden. Er zijn geen natuurlijke gebieden meer voor ze. Ook daardoor is de sterfte gestegen. Bijvoorbeeld de verarming van de flora en daardoor de grote afname van insecten.
Met name de akkerkruiden, de moerasplanten en de grassen van de natte weiden zijn afgenomen. Het verdwijnen van de graanteelt ten koste van maïs en ingezaaid gras heeft het aanbod aan zaad zoals tarwe, gerst, vlas en zaadjes van de akkeronkruiden doen verdwijnen. Voedzame kost voor onze zangvogels die vroeger wel volop aanwezig was.

Nog even iets over dat zingen van de merels. Het zijn meest de mannetjes die zingen. Je hoort ze het voornamelijk in het voorjaar. Door hun zang maken ze direct aan rivalen duidelijk dat het stukje grond hun gebied is. Soortgenoten dulden ze daar niet. Andere merels respecteren dat. Maar de zang dient niet alleen om indringers te verjagen. Het zingen is ook bedoeld om een vrouwtje te lokken. Vrouwtjes kiezen de mannetjes die het mooist en het langst zingen. Een mannetje dat lang kan zingen heeft een goed leefgebied en kan dus veel voedsel voor de jonge vogels vinden. Dat zijn de beste mannen.

Het mannetje laat dus zijn eigendomsrechten gelden op zijn territorium en het broedende vrouwtje. Als de jongen er eenmaal zijn, hebben de ouders hun voedselgebied ook nog eens hard nodig om voedsel te bemachtigen. Het broedterritorium blijft dus verboden terrein voor soortgenoten. Al die tijd vertelt het mannetje dat al zingende. Vaak heeft hij vaste zangposten.

Na de broedtijd is zingen niet meer nodig. Het trekt dan alleen maar de aandacht van roofdieren en dus stoppen de meesten met zingen.

Hier enkele foto's van juli vorig jaar: een moeder met haar jongen:






Jaren geleden zag kwam er elk jaar een merenkoppel in mijn tuin en maakten ze een nest in de coniferenhaag. Soms hadden ze wel 5 jongen.  Hopenlijk zie ik dit jaar meer merels in mijn tuin en kan ik dan mooie foto's van ze maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten