dinsdag 8 januari 2019

Wandeling Weerter en Buulderbergen

Vandaag was het grauw en vochtig, net niet mistig maar somber weer was het. Toch besloot ik om even ergens te gaan wandelen. De keuze viel op het deelgebiedje Maarheezerhutten in de Weerter en Buulderbergen
Weerter en Buulderbergen is een natuurgebied van 912 ha groot. Het behoort tot het Natura 2000-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven, dat op haar beurt weer tot het Kempen-Broek behoort.
Het is een gebied dat bestaat uit zand, veel zand, droge en natte heideterreinen  en dennebos, met hier en daar kleine vennetjes, gelegen tussen Weert en Budel. Het zuidelijk en westelijk deel van de Weerter- en Budelerbergen  bestaat uit stuifzandgebieden (op oude dekzandruggen) met nog "actieve", "wandelende" stuifduinen. Verspreid staande vliegdennen, heide, droge graslanden met buntgras en zandzegge en uitgestrekte naaldhoutbossen bepalen hier het beeld. Hier komt schaarse begroeiing voor met verspreid liggende boomgroepen en solitaire bomen. Dit heide- en stuifzandterrein werd grotendeels gebruikt als militair oefenterrein en behield oa daardoor zijn openheid die voor de aangewezen broedvogels van belang is.
Het noordelijk en oostelijk deel hebben voornamelijk naaldhoutbossen maar ook loofbossen komen voor..

Kaartje Google maps:


Dit deelgebied ligt aan de voet van het vroegere kampenlandschap met aan Brabantse zijde esdorpen omgeven door akkercomplexen. Het gebied bestond rond 1840-1850 uit een uitgestrekt zand- en veengebied met moeras en natte en droge heide. Een langgerekte, noord-zuid georiënteerde zandvlakte die door het gebied loopt, markeert de grens tussen Noord-Brabant en Limburg.
Als gevolg van de brandcultuur in de Bronstijd, 3000 tot 1500 jaar geleden, en door intensief gebruik van heidevelden in de Middeleeuwen ( de boeren  gebruikten toen veel heideplaggen en strooisel in hun potstal) ontstonden stuifzanden. Ook zijn hier oude wegenpatronen aanwezig. Zandverstuivingen zijn hier ontstaan door het intensief benutten van de wellicht duizenden jaren oude zandweg tussen Weert-Budel (zoals wat nu de Geuzendijk is). Door zandverstuivingen zijn tussen de zandruggen laagtes, de zgn kommen (pelen) ontstaan waar zich vennen hebben gevormd. Het natte gebied is ontgonnen en in de 19e eeuw werden hier en op de droge en natte heidedelen veel dennenbossen aangeplant om de zandverstuiving tegen te gaan: de bossen legden voor een groot deel het stuifzand vast. Ze zorgden bovendien voor stuthout in de mijnen. Daardoor is het open karakter verdwenen.
Het gebied wordt doorsneden door de goederenspoorlijn ‘De IJzeren Rijn’ (sinds 1991 niet meer actief). Het gebied wordt begrensd door De Loozerheide en het fabrieksterrein van de zinkfabriek. Toen het gebied in 1956 aangekocht werd door Defensie werd het gebied vervolgens weer geactiveerd  door de militaire activiteiten (militair oefenterrein) die helaas veel schade aangericht hebben. Gelukkig wordt er nu aanzienlijk minder geoefend door Defensie. In 2017 werd hier nog maar 30 keer geoefend, in 2015 was dit nog ruim 100 keer. Volgens Defensie komt dit doordat er in de nabije omgeving bijna geen militaire eenheden meer zijn. Voorheen werd het terrein gebruikt door de Koninklijke Militaire School (KMS) in Weert, maar deze is nu gevestigd in Ermelo. Ook werd het terrein vaak gebruikt door de Duitse eenheden die op de Nassau-Dietz Kazerne waren gestationeerd. Deze eenheden zijn jaren geleden terug verplaatst naar Duitsland. Na de jaren 70 nam het militair gebruik af en werd bos aangeplant waardoor het gebied geleidelijk verboste.

Ik wilde al heel lang graag eens gaan wandelen in dit gebied. Vroeger ben ik met mijn kinderen hier wel vaker geweest, m.n. in het zuidelijke deel bij het zgn Blaakven. Toen was er nog een speeltuin  en gingen we vaak naar de zandbergen:


De naam Blaakven is wel te verklaren.
Blaak is een oude waternaam ontstaan uit een verkorting van Barlake (bar + laak). Philippa (2003-2009) geeft voor de etymologie van bar: naakt, koud, kaal, onvruchtbare streek. Ook in de betekenis van guur, erg en streng. Udolph (2009) noemt de verspreiding van waternamen met ‘bar’ in de betekenis van moeras.
Oorspronkelijk met de betekenis van een moerassige vlakte, ven, nat groesland of regelmatig ondergelopen land. Later overgegaan in de betekenis van kreek, afwateringssloot, turfvaart. In Noord-Brabant komt blaak incidenteel voor als waternaam voor zowel bewegend als stilstaand water. Als naam van vennen zoals Blaakven maar ook als moerasnaam. In heel Brabant komt Blaak regelmatig voor in oude veldnamen, altijd in combinatie met eeusel. Zeer waarschijnlijk zijn al deze gronden na vervening in gebruik genomen als weiland.
Het Blaakven is een klein ven in de Weerterbossen (L) op de grens met Budel.

Maar mijn nieuwsgierigheid gaat nu uit naar het ecoduct. Ik vroeg me af hoe het eruit zou zien aan de voet van het ecoduct. Ik ging via de Eindhovenseweg die langs de A2 loopt, het spoor over, en dan meteen rechtsaf de Kuikensvendijk op, om daar een stukje verder het zandpad in de auto te parkeren. Je kunt ook de Maarheezerhuttendijk inrijden waar diverse zijpaden in het bos een mogelijkheid bieden om de auto te parkeren. Halverwege deze weg is overigens een grote parkeerplek met diverse mogelijkheden voor wandelingen.


Het eerste pad aan de rechterkant op de Kuikensvendijk, een grootzandpad, gaat naar het ecoduct. Ik had al het vermoeden dat je niet op het ecoduct zelf mag komen, al had ik dat wel spannend gevonden. Dat mocht idd niet:


Het is een rustgebied. Het behoort aan Defensie en heet Militair oefengebied Weerterheide. Aan de rechterkant staat prikkeldraad, maar je zou er met gemak overheen kunnen klimmen. Dat is hier en daar ook gebeurd. Maar dat doen we natuurlijk niet. 

In januari 2013 is in het kader van de EHS = Ecologisch Hoofd Structuur, een landelijk netwerk van met elkaar verbonden natuurgebieden, door Limburgs Landschap, Rijkswaterstaat en Prorail begonnen met de aanleg van 2 ecoducten: een bij Weert en een hier bij de Wildenberg. Met de bedoeling om de natuurgebieden Weerterbos en Weerter en Buulderbergen met elkaar te verbinden. Het bouwwerk wordt 50 meter breed en zes meter hoog boven de snelweg en loopt op naar twaalf meter boven het spoor.  Het ecoduct is zodanig vormgegeven, dat het landschap ononderbroken over de A2 doorloopt. Groenelementen, een grazige vegetatie en een natte zone moeten de verschillende diersoorten langs rasters naar de overkant leiden, zodat ze veilig over de A2 en de spoorlijn heen kunnen. Een mooie ontwerptekening van Limburg in Beeld:


Dit zijn foto's van internet toen het ecoduct net klaar was, dat was in maart 2017:


Door die oversteek kunnen dieren hun territorium vergroten. De breedte van 50 meter is nodig omdat er anders geen herten overheen gaan. Niet alleen herten maar ook  andere kleine zoogdieren, de poelkikker en hagedissen zijn het ecoduct gaan gebruiken. Want er zijn ook poelen aangelegd, die de dieren min of meer de weg gaan wijzen naar het ecoduct. Het ecoduct is beplant met dezelfde soorten bomen en struiken als er in de aangrenzende natuurgebieden staan. Het benodigde zand werd uit het Weerterbos gehaald, tijdens herstelwerkzaamheden.


De afdaling ( 12 meter) na het stuk over het spoor:


Toevallig kwam er net een trein aanrijden: die rijdt dus onder het ecoduct door:


Kijkje achterom:


Nog een stukje dichterbij: maar veel is er niet te zien:


Als de begroeïng in de zomer nog weelderiger is, zul je wel helemaal niet veel kunnen zien:


Alweer een trein:


Nog een keer mijn eerste foto: ik kon zelf tussen de eerste 2 bomen door in de verte de poel zien liggen, maar op de foto is dat helaas niet goed te zien. Wat had ik graag daar dichterbij willen komen, maar helaas.


Ik had er eigenlijk iets meer van verwacht, maar nu dat ik er was leek het ook wel logisch dat je niet dichterbij kon komen. En misschien dat je hier of vroeg in de morgen of avond of nacht moet zijn als je dieren wilt zien. Dan nog maar een stukje wandelen in het bos, in de hoop bij het vennetje uit te komen.



Je kon een pad naar links het bos in: het was hier een beetje saai: allemaal dennen, alleen maar dennen, in een strak patroon aangeplant en het was hier ook best wel donker:


Vanuit dit pad is de wand van het ecoduct te zien:


Heel maf, een eindje verderop hingen zwarte sokken, een shawl en een tshirt in het prikkeldraad:
De oranje buizen zijn ws. merkpalen voor aardgasleiding:


Ik stak de Kuikensvendijk over naar een bospad aan de overkant. Met een infobordje van Natuurmonumenten:


Dat pad liep evenwijdig links naast de schietbaan van defensie:


Een groot complex op een aangewezen locatie waar speciaal schietoefeningen gehouden konden wordend door de militairen:


Veilig gelegen achter dikke betonnen wanden:


Witte plekken zijn nummerborden:


Plaatjes van internet van weleer ter verduidelijking:




Het is mss wel leuk om eea te vertellen over hetdefensiegebeuren hier ter plekke. Ik vond daarover een erg leuk document van Defensie:

https://www.limburg.nl/publish/pages/1234/138_concept_weerter_en_budelerbergen_en_ringselven_bijlage_6_beheerplan_defensie_definitief_febr_200.pdf

Dit gebied was het voormalige millitair oefenterrein Weerterheide. Samen met Boshoverheide werden deze terreinen door defensie voornamelijk gebruikt voor activiteiten als bivakkeren, veldoefeningen en oefeningen met militaire voertuigen (zowel rups- als wielvoertuigen). De meeste oefeningen werden in het zuidoostelijke deel van dit gebied gehouden.Wat wel en niet was toegestaan was strikt aan regels gebonden en opgenomen in de Standaard Oefenkaarten. Naast een aantal algemene gebruiksregels (oa voorkom schade aan natuur, gebruik geen levend groen als camouflage materiaal, gooi na afloop van oefeningen kuilen weer dicht), waren ook terreinspecifieke voorwaarden vastgelegd. In aanvulling op de Standaard Oefenkaarten was er het voorschrift “Gebruik Oefen- en Schietterreinen”. Dit voorschrift bevatte per terrein de algemene gebruiksregels en de specifieke voorschriften.

Het gebruik van de terreinen kan bestaan uit: rijden - lopen  - vliegen - varen - fietsen - paardrijden - graven - schieten - stationaire activiteiten - handgranaatwerpen - gebruik pyrotechnische middelen. Pfff.....da's nogal wat.

Rijden
Tijdens oefeningen verplaatsten de voertuigen ( jeeps, vrachtwagens, rupsen) zich veelvuldig. Merendeels waren dat vrachtauto’s en jeeps die over de bospaden reden. Bospaden worden voornamelijk bereden door vrachtauto’s en jeeps. De zandbanen en de kale zandplekken(zandverstuivingen) binnen het vrije terrein hoofdzakelijk in het gebied tussen Geuzendijk en de spoorlijn, werden gebruikt bij rupsvoertuigmanoeuvres.
Ook werden de bivak- en verzamelterreinen aangedaan door rijdende voertuigen, waardoorhet rijden zowel overdag als ’s nachts plaatsvond.

Lopen
Tijdens de oefeningen werd vaak door grote groepen overal in het terrein gelopen of gerend, zowel overdag als s'nachts.

Vliegen
Er mocht alleen met hefschroefvliegtuigen gestart en geland worden. In de laatste jaren zijn er geen helikopters meer geland in deze terreinen.

Varen
Er was geen sprake van activiteiten die vallen onder varen.

Graven
Er mocht zowel handmatig als machinaal gegraven worden, alleen in de daartoe aangewezen terreinen.
Handmatig graven wil zeggen het graven van ligsleuven of schuttersputjes. Die waren doorgaans niet dieper dan 1 meter. Machinaal graven mocht tot een diepte van 2 meter beneden het maaiveld. Aan het eind van de oefeningen moesten de
gegraven gaten weer gedicht worden met het eerder uitgegraven materiaal.
Machinale ingravingen waren toegestaan het vrije terrein. Handmatige ingravingen waren toegestaan in de bivakterreinen en de verzamelgebieden.

Schieten
Het gebruik van vuurwapens was natuurlijk  onlosmakelijk verbonden met het militair gebruik van de terreinen. Schietoefeningen vonden plaats binnen daarvoor aangewezen schietbanen. Dat is de schietbaan hier op mijn foto's.
Tijdens oefeningen werden veelvuldig met oefenmunitie (blancs) schietactiviteiten tijdens gevechtshandelingen gesimuleerd. Deze activiteit vonden door het gehele oefenterrein plaats.

Fietsen
Er werden geen fietsen gebruikt in de oefenterreinen.

Paardrijden
Er werden bij de militaire oefeningen geen paarden gebruikt in de
oefenterreinen.

Stationaire activiteiten
Onder stationaire activiteiten werd vooral bivakkeren verstaan. In de daarvoor aangewezen terreinen werden (kleine) kampementen opgeslagen bestaande uit een aantal tenten en opstellingen van enkele voertuigen zoals jeeps of vrachtwagens.

Handgranaatwerpen
Vond hier niet plaats maar alleen op een handgranaatbaan op de Kruispeel. Deze baan was ingericht om (scherpe) granaten te gooien vanuit een (veilig) werppunt naar een doelengebied. Voor het veilig werpen was een bouwwerkje opgericht. De handgranaatbaan werdregelmatig gebruikt. De onveilige zone werd omrasterd zodat de koeien uit dat terreindeel konden worden geleid en het terrein kon worden afgesloten voor onbevoegden wanneer de baan in gebruik werdgenomen. Daarover warenmet Natuurmonumenten afspraken gemaakt.

Gebruik pyrotechnische middelen
Regelmatig werden vervangers voor bestaande wapensystemen gebruikt tijdens het oefenen van gevechtshandelingen. Het gebruik van deze ‘vuurvoorstellingsmiddelen’ bestond uit: oefenhandgranaten (thunderflash), kanonnabootsers (artillerie), licht- en sein patronen, struikeldraadlichtsein (voorwaarschuwingsmiddel) en rookmunitie. Deze middelen konden
door het gehele terrein worden gebruikt, meestal overdag. Licht en seinpatronen echter ook ‘s nachts.

Wat een leuk artikel. Krijg je een beetje een idee hoe dat er hier aan toe ging. Je ziet dat er toch wel strenge eisen waren verbonden aan het gebruik van zo'n oefenterrein. Dit gebied is onderdeel van Natura 2000. ( Natura 2000 is een Europees netwerk(vanaf 2003) van natuurgebieden die extra bescherming krijgen, omdat er bijzondere planten en diersoorten voorkomen). Daarom werd het beheer van het oefenterreinen vastgelegd in een zgn Beheerplan met aparte Beheereenheden: bosbeheer - stuifzandbeheer - heidebeheer - waterbeheer - faunabeheer - operationeel beheer met ieder hun eigen plan van aanpak. De bedoeling is dat in 2020 alle problemen zijn opgelost.

Zoals ik al zei, een beetje een eentonig, weinig indruk makend donker bos, met alleen maar dennen: op de achtergrond een omgewaaide boom die over het pad is blijven liggen: staand en liggend dood hout wordt hier niet geoogst:


Dit is naaldbos. Naaldbos komt voor op voedselarme zandgrond. In Nederland zijn in de tweede helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw op de Veluwe, in Noord-Brabant en in Drenthe veel naaldbossen aangeplant om zandverstuiving tegen te gaan en hout te leveren voor de mijnbouw in Limburg. Momenteel worden veel aangeplante naaldbossen geleidelijk weer omgevormd tot natuurlijker loofbossen.


Er valt niet zo heel veel over te vertellen. In een naaldbos groeien de planten in verschillende lagen. Op de bodem bevindt zich een strooisellaag die gevormd wordt door afvallende naalden en dood hout; deze  is zeer gevoelig voor verstoring. In het strooistel komen veel kleine dieren voor. Vlak boven het strooisel bevindt zich de moslaag. Deze laag is slechts enkele centimeters hoog. Hierin groeien o.a mossen en paddenstoelen. Maar ja, die zag ik vandaag ook nergens. Boven de moslaag bevindt zich de kruidlaag. Hierin groeien onder andere grassen, zoals schaduwgras, hardzwenkgras en schapengras en roodzwenkgras. Ook komt hier op de meer open plekken onder andere de blauwe bosbes voor. Helemaal bovenaan bevindt zich de boomlaag met de kruinen van de bomen. Tussen de lagen vindt concurrentie plaats om het zonlicht, en om op de bodem zo veel mogelijk zaden te kunnen laten ontkiemen.

Dit groepje dennen bij een splitsing van bospaden zijn vliegdennen:


Ze staan meer verspreid op de zandverstuivingen in het zuidoostelijke deel (daar ga ik binnenkort ook n keer wandelen) deze zgn "vliegdennen". Een vliegden is een door natuurlijke uitzaaiing verspreide grove den (Pinus sylvestris). De benaming is te danken aan de wijze waarop het zaad waaruit de boom is gegroeid op zijn plaats kwam, het is namelijk meegevoerd door de wind. Het zaad van de vliegden is licht en voorzien van een vleugeltje waardoor de wind het vrij ver kan meenemen. Door de natuurlijke uitzaaiing buiten op vooral open zandgronden zoals heide en stuifzand wijkt de vorm van de vliegden nogal af van de grove den die in een bos groeit. Bosbomen staan door de aanplanting van veel bomen in een dicht verband op weinig grond in een onderlinge concurrentie om licht. Zoals hier! Als gevolg daarvan ontwikkelen ze lange, rechte stammen en hoge kruinen. De vliegden daarentegen staat vaak alleen, vangt rondom licht op en groeit daardoor uit tot een boom met laaghangende takken en brede kroon. Ook als een groep vliegdennen tezamen opgroeit tot een bos blijft dit beeld bewaard. Ik vind dat persoonlijk erg mooie bomen die zich goed lenen voor een mooie foto.

Bij deze splitsing ga ik rechtsaf, ( linksaf gaat naar de Maarheezerhuttendijk) richting vennetje. De paden zijn hier nog weinig bereden, maar dat werd anders....


Een opener lucht in de verte, daar zal het vennetje zijn:


Rechts van mij lag nog steeds het omheinde terrein van de schietbaan:
Met een greppel tussen terrein en bospad: kijkje achterom:






Aan de rechter kant het laatste stukje omheining; het zand op het pad is hier rul en losgereden, zo te zien door jeeps:


In de terreinen hier zijn geen verharde wegen aanwezig. In de onverharde zandbanen ontstaan sporen van jeeps maar ook diepe sporen door het gebruik van zware (rups)voertuigen. Eens per jaar worden de zandbanen (tankbanen) daarom geschaafd en tonrond gelegd. Aan de onverharde wegen(bospaden) vindt in principe geen onderhoud plaats. Wel worden daar waar nodig wegen af en toe vrijgesnoeid of gevallen bomen verwijderd.

De Kuikensvendijk werd minder vaak gebruikt dan de andere wegen, in hoofdzaak door militair verkeer van en naar de Nassau Dietzkazerne en de schietbaan. Zie kaartje Googlemaps:


En, inderdaad, er dook een mooi groot open stuk op met het vennetje:
Ik weet niet of dit ven de naam Blaakven heeft, of dat dat de naam van een ven is wat er nu niet meer is?


Kijkje achterom richting bos:




Dit ven is het enige enigzins grote ven in de Weerter en Buulderbergen. Er zijn verder slechts enkele kleine oppervlaktewateren aanwezig waarvoor in de laatste jaren geen beheermaatregelen zijn genomen. Ontwateringssloten ten behoeve van de instandhouding van militaire zandbanen zijn de laatste jaren grotendeels drooggevallen. Die werden waar mogelijk gedempt.
Het is een ven met stilstaand water met vegetatiebehorende tot de zgn zwakgebufferde vennen.


Er stond niet bijzonder veel water in, waardoor de bodem goed zichtbaar was:


Een zwak gebufferd ven heeft matig tot zwak zuur en helder water en is arm aan fosfaten en stikstof, de bodem bestaat overwegend uit zand. Ze bevat vegetaties van biesvormige planten. Vennen zijn laagten met water die in de zomer soms droogvallen. Rond de vennen komen doorgaans droge en natte heide en soms kleine zeggenvegetaties of blauwgrasland voor. Het water is voedselarm, een beetje gebufferd en is daarom niet echt zuur. Oorzaken van buffering kunnen zijn: stroming van water, toestroom van grondwater, lemige bodem.
Vroeger waren er veel meer van dit sort vennen. Maar men woelde ze om, er werd in gezwommen en schapen werden erin gewassen. Daardoor werden ze niet echt zuur en bestaan ze uit veelal zeldzame planten (vegetaties met waterlobelia, oeverkruid, ongelijkbladig fonteinkruid, pilvaren, moerashertshooi, veelstengelige waterbies, grote of kleine biesvaren). Tegenwoordig zie je ze in  open heidelandschappen van de hogere zandgronden in het oosten, midden en zuiden van het land.

Deze vennen kunnen echter wel snel verzuren door verdroging en luchtverontreiniging. Bij verdroging wordt de invloed van regenwater zo groot dat een ven sneller verzuurd. Nationaal zijn zwakgebufferde vennen schaars verspreid over Nederland. Gezien de kenmerkende vegetaties en libellen die aan dit beheertype gebonden zijn heeft Nederland op zowel nationaal als internationaal niveau een grote verantwoordelijkheid om dit beheertype in stand te houden. Verzuring ontstaat door zure regen. Vermesting ontstaat door stikstof en fosfaat. De stikstof komt uit de lucht en water uit landbouwgebieden, fosfaat alleen uit het laatste. Vermesting leidt tot overheersing van een beperkt aantal soorten, tot het dichtgroeien van het ven vanuit de oever en tot de vorming van een sliblaag op bodem en oevers. Dan zijn deze vennen ook vatbaarder voor invasieve dieren en plantesoorten. Het is daarom dat ze opgenomen zijn in de Habitatrichtlijn.

Op de onderste 2 foto's zie je 2 soort van muurtjes staan aan deze en gene zijde: het zijn de restanten van een zgn Baileybrug die hier was geplaatst en weer verwijderd is. Dat behoeft enige uitleg:


In begin februari 2011  is hier een Baileybrug geplaatst die de naam kreeg: de "Sergeant-1 Martijn Rosierbrug. De brug werd gebouwd door de genisten van het 11e Pantsergeniebataljon in Wezep en is op 10-02-2011 in gebruik genomen voor trainingsdoeleinden maar herinnert vooral aan Martijn Rosier, die op 26 augustus 2007 op 30 jarige leeftijd in Uruzgan Afghanistan  sneuvelde bij een zoektocht naar bermbommen waarbij hij getroffen werd door een Improvised Explosive Device (IED)-strike. Rosier was de tiende Nederlandse militair die omkwam bij deze missie. Hij was groepscommandant van III pantsergeniecompagnie. Deze locatie is destijds gekozen omdat hij zijn opleiding bij de KMS Weert heeft genoten, die veel gebruik maakte van dit oefenterrein. Tijdens de opleiding werd in het kader van de vorming van aankomend officieren bij de "Martijn Rosierbrug" stilgestaan bij de risico's die het militaire beroep met zich mee kan brengen.


Een Baileybrug is een brug die bestaat uit standaardsegmenten en als zodanig zeer snel opgebouwd kan worden. De basis van het ontwerp is een vakwerkbrug. Dit type brug is in eerste instantie ontworpen voor toepassing door genietroepen van het leger en kan maximaal 60 meter vrij overspannen en zware voertuigen dragen. Dit brugtype is nog steeds in gebruik voor militaire en civiele toepassingen en wordt wereldwijd beschouwd als een knap staaltje militaire techniek. De segmenten van de brug zijn ontworpen om zonder bijzonder gereedschap en zonder een hijskraan geplaatst te kunnen worden. De segmenten zijn licht genoeg om door een aantal mensen getild te worden. Dit was hem: de funderingen zijn blijven staan:


Nadat de KMS werd gesloten verpauperde de brug helaas. Dat was een doorn in het oog van de vader van Rosier. In overleg met defensie zou een deel van de brug verplaatst worden naar het Geniemuseum te Vught. Daarvoor bleek echter geen plaats te zijn. De oplossingwerd een zuil met plaquette van de brug.

Nog enkele foto's van het ven:








De natuurwaarden in dit deelgebied moeten in het kader van Natura 2000 vooral gezocht worden in de diversiteit aan broedvogels en hun habitat.

Het gebied bestaat voornamelijk uit naaldbossen met Grove den en open terrein met droge en natte heide, stuifzanden en enkele vennen. De Weerter- en Budelerbergen zijn aangewezen als Vogelrichtlijngebied vanwege de aanwezigheid van bossen, heide en zandverstuivingen die als geheel het leefgebied vormen van een aantal in de Vogelrichtlijn bedoelde vogelsoorten (nachtzwaluw, boomleeuwerik). En omdat het tevens fungeert als broedgebied in de trekzone van een andere trekvogelsoort (roodborsttapuit). Zodoende is het is een internationaal belangrijk vogelgebied. Broedvogels zijn onder meer de nachtzwaluw, roodborsttapuit, boomleeuwerik en duinpieper. Verder komen er voor: grauwe vliegenvanger, tapuit, graspieper, veldleeuwerik, kneu, groene specht, zwarte specht, ransuil, havik, buizerd. Vele ervan zijn vogels van open heide terreinen.
Wegens het voorkomen van bijzondere waterplanten, zeldzame vlinders loopkeversoorten, reptielen, amfibieën en wel 42 soorten libellen heeft dit gebied heeft dus ook nog eens een prachtig scala aan flora en fauna. Ik moet mijn oordeel over dit gebied nu echt wel even bijstellen. Het is een prachtig gebied, alleen de timing om hier te komen en veel te zien was even verkeerd. Wat zal er in het voorjaar en de zomer veel te zien en genieten zijn!!! Ik ga hier ook zeker vaker terugkomen.


Intussen is dit gebied verbonden  met aangrenzende natuurgebieden Weerterbos en Laurabossen middels ecoducten.
Vanaf De Wildenberg start een gemarkeerde rondwandeling door het gebied met een lengte van 9 km. Op het terrein vind je bij de ingangen van terreinen nog verschillende borden waarop toegangsregels staan. Recreatieve routes zijn aangeduid met kleine palen met kleurmarkeringen. De grenzen van bivakterreinen zijn in het terrein gemarkeerd met kleine groenwitte palen. Onveilige zones bij de handgranaatbaan zijn gemarkeerd met borden waar een rode vlag op kon worden gestoken tijdens oefeningen.

Nu de Kazerne als zodanig is opgeheven is het terreiningericht als opvang voor asielzoekers AOC Budel. De schietbaan is ook nog in gebruik. O.a. door Schietvereniging SV AVRM houdt hier schietoefeningen/wedstrijden.
Medio januari 2006 is uit het bestand "De Algemene Vereniging van Reserve Militairen" (AVRM) een aparte schietvereniging opgericht bestemd voor hen die vanwege hun status als post actief/veteraan niet meer binnen de AVRM over de door Rijkswegen beschikbaar gestelde schietfaciliteiten kunnen beschikken.

Achteraf, met de info die ik heb gevonden over dit gebied, is het toch nog wel een leuke wandeling geweest en heb ik leuke foto's kunnen maken, al zijn ze wat aan de donkere kant. Gaan we nog eens overdoen op een zonnige dag :-).

Met dank aan Defensie en Natuurmonumenten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten