Vandaag zag ik een mooi klein blauwtje in mijn tuin fladderen. Er fladderen veel blauwtjes rond, maar hoe weet je nu wat voor blauwtje het is?
Op de site van de Vlinderstichting staat een mooie herkenningskaart en hoe je de blauwtjes moet determineren:
Er zit geen oranje aan de onderkant: nou, dan zijn we gauw klaar: dan is het een Boomblauwtje(Celastrina argiolus) :
Een echte fladderaar. Hier zit ze even stil, maar meestal vloog ze hoog boven mij en was dus moeilijk te fotograferen:
Het boomblauwtje is een vlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. De wetenschappelijke naam argiolus is een verkleinwoord van argus en verwijst ernaar dat de soort kleiner is dan het heideblauwtje. De soort komt algemeen voor in Nederland.Vliegtijd: April tot september in 2 of 3 generaties.
Bij deze foto wilde ik de kop scherp in beeld, maar de foto is niet echt goed gelukt muv de ogen:
Het boomblauwtje is het blauwtje wat het meest in Nederland voorkomt. De vlinders voeden zich met honingdauw, sap van bloedende bomen en nectar.
Verder vliegt deze vlinder niet of nauwelijks dicht bij de grond (beneden 50 cm hoogte), hij vliegt meestal vrij hoog langs bomen en struiken, dit in tegenstelling tot vele andere blauwtjes.
De voorvleugellengte van de vlinder bedraagt tussen de 13 en 16 millimeter. Erg kleien vlindertje dus. De vleugels van mannetjes zijn aan de bovenzijde vrijwel geheel fel lichtblauw met een smalle zwarte rand, terwijl de vrouwtjes een brede zwarte band langs de voorvleugels hebben. Dit is dus een vrouwtje: op de foto kun je nog net een stukje van de brede zwarte rand op de binnenvleugel zien. De franje is wit, bij de voorvleugel zijn er enkele zwarte onderbrekingen. De vlinder is met name goed te herkennen aan de zilverwitte tot lichtblauwe onderzijde van de vleugel waarop zwarte stippen te zien zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten