Bosrandroofvlieg (Neoitamus cyanurus) in mijn tuin

Vandaag zag ik deze grote vliegachtige op een paal van mijn schutting zitten; mijn eerste gedachte was: wat een enorme daas; maar na wat googlen kwam ik erachter dat het geen daas was maar een roofvlieg:

de Bosrandroofvlieg (Neoitamus cyanurus):

Roofvliegen zijn vliegen, die op dezelfde manier als een libel met hun voorpoten andere vliegen vangen.  Met hun korte sterke zuigsnuit steken zij hun prooi en spuiten enzymen naar binnen die hun prooi verlammen en hun ingewanden doen verteren. De roofvlieg zuigt vervolgens de vloeibaar geworden inhoud van zijn slachtoffer door de zuigsnuit naar binnen. De borstels op hun poten geven een betere grip op hun prooi.

Waaraan herken je nu een roofvlieg?
Roofvliegen zijn vrij kleine tot zeer grote (5-30 mm), vaak sterk behaarde en beborstelde vliegen. Een roofvlieg is te herkennen aan de combinatie van de volgende eigenschappen:

• Op het gezicht is altijd een baard aanwezig bestaande uit haren en/of borstels die langer zijn dan de omliggende beharing. Onder de baard zit een korte, stevige steeksnuit
• Tussen de ogen, die elkaar nooit raken, op de bovenzijde van de kop zit een uitdieping waarin op een bobbeltje drie puntoogjes (ocelli) zijn geplaatst.
• Op de meestal stevige poten staan altijd borstels.

André Schulten en Reinoud van den Broek hebben een digitale gids gemaakt over roofvliegen met behulp van de ingezonden foto's op "waarneming". Een heel handige roofvliegengids. en een zoekkaart met de meest ingevoerde roofvliegen. Erg mooi en gratis te downloaden:

https://waarneming.nl/download/fotogidsAsilidae.pdf

https://waarneming.nl/download/zoekkaart-roofvliegen.pdf

De roofvlieg op mijn foto, die overigens niet erg macro is, ik kon niet dichterbij komen helaas, is de zgn. bosrandroofvlieg. Wat die in mijn tuin doet is mij een raadsel, maar leuk vind ik zijn bezoekje wel :-).

Ze is 12-17 mm groot en te zien van begin mei-half september met een piek begin juni – begin juli. Ze komt algemeen voor in ons land in loofbossen struiken en ja, ook in onze tuinen. Jaagt vanaf takken en bladeren van bomen en struiken.
Kenmerken: middenknobbel vrij klein. Achterlijf: segmenten 1-5 grijs bestoven, overige segmenten en legboor/genitaal zwartblauw glimmend. Dijen zwart. Schenen rood met zwarte top. Metatarsen vaak aan de bovenzijde vrijwel geheel zwart, soms smal rood aan de basis. Borstels op achterhoofd sterk naar voren gebogen.