Ik dacht nog niet meteen aan de zgn "bruidsvlucht", meestal is dat op een hele warme zonnige dag eind juli. Maar vandaag was het een nog grotere drukte van jewelste. Ik besloot het gebeuren maar eens even aandachtig te bekijken en zag dat de drukke werksters bezig waren gevleugelde mieren naar buiten te werken. Die gevleugelde mieren waren maar klein. Ik zag geen mieren die groter of kleiner waren. Waren dit de vrouwtjes of juist de mannetjes? Reden om eens te googlen hoe dat nu precies zit met die wegmieren.
Veel werksters druk in de weer in de spleten tussen de stoeptegels:
De mierensoort is één van de meest succesvolle soorten op aarde. Er zijn ongeveer 12.000 miersoorten bekend en ze leven op ieder continent behalve op Antarctica. De meeste soorten zijn zwart of bruin, maar er bestaan ook gele, rode, groene, zilvergrijze en goudkleurige soorten. Mieren hebben een in drieën verdeeld lichaam, drie paar poten en voelsprieten op hun kop. Deze voelsprieten zijn het voornaamste zintuig waarmee de mier kan ruiken en voelen. Mieren hebben ogen, maar deze zijn onderontwikkeld.
Soms liepen ze ze zelf uit het nest maar de werksters "werkten" ze vaak naar buiten:
Dat wil zeggen dat er tussen het achterlijf en het borststuk een schubachtig lichaamsdeeltje zit. De groep schubmieren waar de wegmier toe behoort de Lasiini, zijn de minst slanken: relatief brede kop, relatief breed borststuk en relatief korte poten. Het geslacht Lasius, is weer onderverdeeld in subgroepen, subgenera. Het subgenus Lasius s.str. bestaat uit niet-gele en niet-glanzende, donkere mieren. Binnen deze groep heb je mieren met behaarde schenen en zonder behaarde schenen. Van de mieren met behaarde schenen is de wegmier te herkennen aan een dichte en kort behaard kopschild. Ze zijn zelfs de enige Lasius-soort met een dergelijke snor. Wel een lastig kenmerk, want met een loep van 20x is die snor zelfs met een goede belichting nauwelijks te zien. Haha, op mijn foto's dus ook niet!
Ongewenste gast in het verblijf: de rode mijt:
Een betere close-up dan dit kon ik van de mannetjes niet maken: kreeg ze niet schep door al dat gekrieoel van die mieren:
Werkster sleept een gevleugelde mier van de nieuwe generatie weg van het nest: het is toch best wel leuk als je allemaal kunt zien hoe dat ik zijn werk gaat:
Een heleboel mannetjes "in de wachtrij":
Teamwork:
Een nest kan tientallen nieuwe koninginnen en honderden mannetjes bevatten. Beide zijn ze gevleugeld. De gevleugelde wegmieren verlaten grotendeels massaal het nest. Vaak gelijktijdig met die van vele andere nesten in de buurt. Doordat verschillende nesten tegelijkertijd uitvliegen bestaat er een grotere kans dat koninginnen van het ene nest kunnen paren met mannetjes van een ander nest. Zo treedt genetische uitwisseling op. Gewoonlijk is dat aan het einde van de middag, voorafgaand aan zwoele avonden, vaak drukkend weer, soms met naderend onweer, meestal in de periode eind juli tot eind augustus. De werksters jagen de gevleugelden weg. Dit noemt men de bruidsvluchten; de mannetjes en de koninginnen verlaten dan het nest.
Als op een sein komen ze, meestal laat in de middag, allemaal tegelijk naar buiten - ook uit andere nesten in de buurt - en op dat moment komen ook de veel kleinere mannetjes tevoorschijn. De paring van zwarte wegmieren gebeurt hoog in de lucht. Alleen de sterkste mannetjes kunnen de koninginnen bijhouden en ze bevruchten. De bevruchte prinsessen bijten hun vleugels af en gaan op zoek naar een geschikte nestplek. Ze vestigen zich merendeels in zusterkolonies in de buurt van het oude nest.
De mieren mikken voor hun bruidsvluchten écht op drukkend heet weer, wetend dat er nadien vaak een verkwikkend onweer volgt. Een Stevige plensbui zal er nl. voor zorgen dat de anders ontoegankelijke bodem vochtig en poreuzer wordt. Een nieuwe nestgang is dan ook gemakkelijker te graven.
De werksters worden 2-3 jaar oud, met uitzondering van de eerste werksters. Deze bereiken een leeftijd van ongeveer 2 maanden. Dit komt omdat in de stichtingsfase de koningin de gehele fase in haar nest blijft. Tijdens deze tijd eet ze niet en breekt ze haar vliegspieren af. Dit creëert een eiwitrijke substantie die wordt gevoerd aan de eerste larven. Hiervan is slechts een gelimiteerde hoeveelheid. Na het uitkomen van de eerste mieren wordt er voedsel van buiten gehaald. Hierdoor kan er meer worden gevoerd, en wordt de levensverwachting verlengd. De mannetjes sterven nadat ze een prinses bevrucht hebben (als ze die kans hebben gehad!) omdat ze niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen, noch om zich te verdedigen tegen allerlei insecten en vogels, die ze graag eten.
Vandaag zag ik dus al vliegende mieren uit het nest komen. Dat was inderdaad laat in de middag maar dat is veel eerder dan eind juli (soortspecifiek tijdstip). Zou dat door de klimaatsverandering komen? Het precieze tijdstip van de bruidsvlucht blijkt een kwestie van ‘als 1 schaap over de dam is’ te zijn: als de eerste maagdelijke koningin gaat, bij warm weer zonder regen, volgen de anderen. Soms vliegen deze kroonprinsessen een paar meter, soms worden ze meegenomen door de wind en komen ze kilometers verderop terecht. De mannetjes vliegen achter ze aan.
De mannetjes sterven na hun korstondige hoogtepunt, maar de bevruchte vrouwtjes kunnen koningin worden. Dan moeten ze wel een goede nestplek vinden, de concurrentie doodbijten en hun eigen vleugels afbijten voor een leven onder de grond: een leven van eitjes leggen en verzorgd worden door de werksters die daaruit worden geboren. En als het nest groot genoeg is, ergens in de volgende zomer, wordt er een nieuwe generatie gevleugelde mieren geboren.....
De foto's zijn niet echt geweldig, maar die mieren zijn zo snel en er loopt er altijd wel weer eentje tussendoor net als je er een scherp hebt gesteld. Ik moet het hier dus maar mee doen.
Wow, what a nice article, it is really helpful for me and many others. Keep sharing. Thanks for sharing this type of post. Thanks for sharing with us Enjoyed every bit of your blog. I have an interesting website, If you have some time please visit my website. mieren nesten
BeantwoordenVerwijderen