woensdag 20 juni 2018

Libel met deuk in oog

Vandaag zag ik al wandelend met mijn hondje in een steeg een grote libel op de grond liggen:


Hij bewoog niet en lag op zijn rug. Het was een mooie grote Gewone oeverlibel. Ik raakt hem aan om te kijken of hij nog leefde en toen begon hij met zijn vleugels te klapperen. Voorzichtig draaide ik hem om. Toen ik wat beter keek, zag ik dat een van zijn vleugels omgeklapt was. Zijn stabiliteit was dus weg. Misschien dat hij daarom niet meer kon vliegen.
Of hij nu gegrepen was door een kat, of ergens tegenaan gevlogen is...ik weet het niet. Ik vond het wel heel zielig. In eerste instantie had ik hem voorzichtig opgepakt en onder een struik gelegd. Als hij op het pad bleef liggen zou hij ws vertrapt worden.  Even later liep ik terug en nam hem mee in een zakje, met de bedoeling om er thuis macro foto's van te maken en hem daarna op een bloem in mijn tuin te zetten, niet wetende of hij het wel zou overleven.


Later toen ik de foto's op de pc bekeek zag ik dat hij ook een deuk in zijn wang had, alsof er een stuk uitgehapt was, en een enorme deuk in zijn rechter oog.


De vleugels van een libel zijn natuurlijk heel erg kwetsbaar. Maar zijn grote uitstekende facetogen eigenlijk ook wel! Al heb ik nooit eerder een libel met een deuk in zijn oog gezien. Het oog lijkt helemaal stuk en los te zijn:


Libellen zijn snelle vliegers die op zicht jagen en dus voldoende moeten kunnen zien om obstakels te ontwijken. Daarom zijn die facetogen goed ontwikkeld. Dus meestal zal het wel goed gaan.

Grote goed ontwikkelde ogen:


De mens heeft net zoals heel veel andere gewervelde dieren ogen met in ieder oog één ooglens. Insecten hebben een heel ander soort oog; je noemt het een samengesteld oog, ofwel een facetoog. Een facetoog bestaat uit maximaal enkele duizenden lichtopvangende lenzen, de ommatidia (zie plaatje). Elk ommatidium vangt een beetje licht op vanuit een klein deel van het gezichtsveld. Door verschil in de intensiteit van het binnenkomende licht in de ommatidia wordt er een mozaïekbeeld gecreëerd. Het facetoog kan door de vele ommatidia extreem goed bewegingen waarnemen.



Als je goed naar het facetoog kijkt, zie je een patroon van hokjes. Ieder hokje is een ommatidium en dus is ieder hokje ook een lens. Bij libellen kan dit oplopen tot dertigduizend. Met dit oog-hoofd kan de libelle 360 graden om zich heen kijken. Je kunt dus niet in de dode hoek van een libelle raken.
Een insect kan hiermee prima 'zien' en krijgt alle informatie die nodig is om te overleven. Hiermee zijn 200 beelden per seconde afzonderlijk waar te nemen. Bij de mens is dat 16 - 18.

Duizenden ommatidiae:


De grootste facetogen zie je bij jagers, zoals de libel. Door verschillende pigmentatie (dat zie je in de kleur van de ogen terug) kunnen de facetogen ook verschillende gevoeligheden hebben voor kleuren. Een libel kan boven zich uitstekend de blauwe en violette kleuren waarnemen en onder groen, geel en rood.

Dan de vleugels

Bij de meeste insecten werken de voorvleugels en de achtervleugels als een tandem: tijdens de vlucht blijven de voorste en achterste vleugels aan elkaar vergrendeld en ze bewegen gelijktijdig op en neer. Bij libellen echter zijn de vleugels niet met elkaar verbonden. Daardoor kunnen de vier vleugels los van elkaar worden aangestuurd en kan de libel opmerkelijke kunsten uithalen, zoals stilstaan in de lucht, verticaal opstijgen en zelfs achteruit vliegen. Ze kunnen een snelheid van wel 50 km per uur halen, wat hen tot de snelst vliegende insecten maakt. Sommigen kunnen binnen 3 tienden van een seconde van 0 km/uur naar 15 km/uur versnellen. Er zijn maar weinig prooien die aan deze snelheid kunnen ontsnappen.


De vleugels hebben een netwerk van aderen. De voorrand van de vleugels is geknikt en fungeert als een soort spoiler. Dit zorgt dat de lucht loskomt van het vleugeloppervlak, waardoor lift ontstaat. Aan de voorrand van de vleugels bevindt zich dichtbij de vleugeltip ook een gekleurde vlek, het pterostigma:


Het pterostigma is belangrijk voor het vliegen. Het zorgt zorgt door zijn tegengewicht voor een betere vleugelslag, vooral in kritische vliegsituaties. Het is een verdikt, zwaarder vlekje dat bestaat uit een of meer vleugelcellen in de vleugel dat bij libellen aanwezig is op beide paren vleugels en dikwijls zeer opvallend van kleur.


De plaats van het pterostigma, de grootte en de kleur zijn bovendien vaak soortspecifiek en kunnen daardoor als determinatiekenmerk gebruikt worden.

Pterostigma's op alle 4 de vleugels:


Nemen we meteen ook even de anatomie van een libelle mee, nu ik hem toch zo mooi van dichtbij kan fotograferen, met dank aan de website van de Vlinderstichting:

Bovenaanzicht van de libel:





Zijaanzicht van de libel:

Na het zien van deze tekeningen lijkt het allemaal niet meer zo ingewikkeld.
Alle volwassen libellen (dus ook de juffers) hebben de volgende kenmerken met elkaar gemeen:

  • twee paar stevige, niet-opvouwbare vleugels, met een dicht netwerk van vleugeladers
  • grote facetogen, die ofwel als twee halve bollen aan de zijkant van de kop zijn geplaatst (juffers), ofwel een groot deel van de kop innemen ('echte' libellen)
  • een langwerpig achterlijf
  • zeer dunne en korte voelsprieten op de kop, die nauwelijks opvallen
Vleugels: goed is te zien dat de linkervoorvleugel beschadigd is:


Facetogen:



Langwerpig achterijf:



Korte dunne voelsprieten:


De gewone Oeverlibel is een "echte" libel. Die hebben een robuuster en meestal breder achterlijf. De achtervleugels zijn aan de basis breder dan de voorvleugels. In rust worden de vleugels meestal gespreid, of zelfs schuin naar beneden gehouden. Ze hebben ook grote ogen, die elkaar boven op de kop (bijna) raken.

Voordat je een libel determineert  kun je beter eerst het geslacht bepalen, omdat mannetjes en vrouwtjes sterk van elkaar kunnen verschillen.

Voor alle soorten geldt dat je de mannetjes en vrouwtjes kunt herkennen aan het geslachtsorgaan. Daarnaast kun je bij een aantal families/soorten de mannetjes en vrouwtjes ook van elkaar onderscheiden door de achterlijfsaanhangsels, kleur, vorm en het gedrag.
De mannetjes hebben een secundair geslachtsorgaan dat net achter de vleugels aan de onderkant van het achterlijf te vinden is. Als je de libel van opzij bekijkt, zie je dat dit geslachtsorgaan (meestal) uitsteekt. Sommige soorten boren hun eitjes in planten. De vrouwtjes van deze soorten hebben aan het uiteinde van hun achterlijf een speciaal ontwikkeld legapparaat. Andere soorten die de eieren rondstrooien hebben een legschede die soms niet zo duidelijk is waar te nemen als het legapparaat.

De verschillen zijn vaak ook te zien aan de aanhangselen die aan het uiteinde van het achterlijf zitten. Bij de mannetjes zijn deze vaak het duidelijkst. Bij sommige vrouwtjes staan de achterlijfsaanhangsels wat verder van elkaar. ik denk dan ook dat dit een vrouwtje was:

Achterlijfsaanhangselen:


Wat nogal eens voor verwaring kan zorgen: jonge mannetjes kunnen nog de kleur van de vrouwtjes hebben en kleuren pas later naar de eigenlijke kleuren. Volwassen vrouwtjes kunnen als de mannetjes gekleurd zijn om zo mannetjes proberen af te houden.

Mooie foto waarop alle details goed zijn te zien:




Zo, dit was even een biologie lesje over de libelles. Het zijn ook zulke prachtige insecten. Bijzonder ook. Want wat bijna niemand weet is dat er 280 miljoen jaren geleden al een insect leefde die gelijkenis vertoonde met libellen. 280 miljoen jaren geleden!!!
Het was de Meganeura monyi, een prehistorisch insect uit het Laat-Carboon die leefde in de moerassen van Europa en wellicht ook in Noord-Amerika. Dit dier was met een lengte van 40 cm en een spanwijdte van 70 cm waarschijnlijk het grootste insect ooit. Meganeura was een roofdier dat zich voedde met andere insecten maar ook hagedissen en kleine amfibieën. Hoe bijzonder is dat!

Leuke animatie over de Meganeura:

https://www.youtube.com/watch?v=GW37RHwpj3Y

Ik vond het echt heel zielig zo'n mooie libel zo te zien. Ik ben wel blij dat ik mooie foto's heb kunnen maken. Nadat ik hem in de tuin op een bloem had gezet is ze daar een tijdje blijven zitten. Later op de dag heb ik haar niet meer gezien. Of ze door een vogel is opgegeten of zich toch nog heeft kunnen verplaatsen weet ik niet. Maar zo is de natuur: soms leuk, soms niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten