Het blijkt een frequent voorkomend verschijnsel te zijn nl. hommelmijten. Alle hommelsoorten hebben last van mijten. Zoiets als vlooien op een kat. Hierbij blijft het gastinsect altijd in leven zodat ze zich allebei kunnen voortplanten. Maar bij hommels en andere bij-achtigen zijn al plaaggeesten als het er weinig zijn. En als ze er veel hebben kunnen ze niet meer normaal functioneren.
De jonge mijten verspreiden zich dan heel simpel: ze blijven achter op de bloemen en wachten op een andere voorbijkomende hommel, waaraan ze zich vlug kunnen hechten. Zo liften de mijten altijd met de hommels mee, en kwartieren zich in in nieuwe nesten.
De hommelmijten eten hinderlijk mee bij de monddelen van het insect. In het broednest leven ze hoofdzakelijk van stuifmeel, nectar en organisch afval in het hommelnest.
Soms kan een hommel helemaal onder de mijten zitten en heeft ze moeite om ze van zich af te slaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten