zaterdag 26 augustus 2017

Rups van de dagpauwoog vlinder



Vanavond bij het uitlaten van mijn hondje zag ik deze opvallende rups zitten op een brandnetel. Ik dacht meteen dat kon wel eens een rups van de dagpauwoog zijn. En dat blijkt ook zo te zijn. Ik zag er 3 in totaal vlak bij elkaar. Dat is niet veel als je bedenkt dat de vlinder wel 800 tot 1000 (in slordige groepjes van 50) eitjes legt. Die worden aan de onderkant van het brandnetelblad gelegd zodat bij een aanval van een eier-etend roofinsect in ieder geval nog een aantal eitjes overblijft. Ze zijn van de 2e generatie: de eerste geeft rupsen van mei tot juni, de tweede van juli tot september.

Ik herkende de rups meteen door zijn diepzwarte kleur met witte stippen over zijn hele lichaam en de rijen zwarte stekels met haartjes. De huid lijkt wel van fluweel, maar de stekels nodigen je niet bepaald uit om hem op te pakken.

Ik ben op internet nog wat meer informatie gaan zoeken over deze rups. Er is veel leuks te vertellen.
Aan de voorkant heeft hij 3 zwarte gelede pootjes, maar hij beweegt zich voornamelijk mbv een aantal extra pootjes (pseudopootjes) aan de onderkant van het midden van zijn lijfje. Die pootjes zijn geelbruin en steken erg af tegen de rest van het lichaam. Helemaal achteraan heeft hij nog een paar vlezige ongelede poten die ook geelbruin zijn: de zgn naschuivers die het lichaam naar voren duwen. De voorste en achterste poten verdwijnen na de metamorfose en zijn alleen in het rupsenstadium aanwezig.


gele pijl: naschuivers, rode pijl: pseudopoten, blauwe pijl: kop (van internet)

Als de jonge rupsen uit het ei kruipen zijn ze maar een paar millimeter lang. Ze blijven bij elkaar en bouwen een nest gemaakt van spinsel, meestal in de top van de plant. Net als bij andere rupsen wordt het spinsel aangemaakt door klieren in de kop. Als ze groter worden wordt ook het nest uitgebreid; het spinsel is voorzien van vervellingshuiden en uitwerpselen. De nesten zijn goed te zien op planten. Als de rupsen ouder worden wordt het nest verlaten en gaan ze hun eigen weg. De rupsen hebben net als vlinders verschillende groeistadia die de instars worden genoemd. Ieder stadium wordt voorafgegaan door een vervelling waarbij de rups steeds groter wordt. In totaal vervelt de rups vier keer, waarbij een uiteindelijke lengte wordt bereikt van ongeveer 4 centimeter.
Een maand nadat de rups uit het eitje is gekropen  gaat hij verpoppen, wat ongeveer een week duurt.
Als deze generatie rupsen volwassen is kan ze overwinteren als vlinder.

Ze eten sappen uit de brandnetels. Brandnetels worden door andere dieren juist vermeden door de hoge concentraties brandharen. De rupsen kunnen zo massaal voorkomen dat ze grote groepen brandnetels helemaal kaalvreten. Ze eten zowel overdag als 's nachts en zijn echte eetmachines. Sommige sluipwespen leggen een eitje in het rupsen ei of de rups en eten die van binnen op. Ook sommige wantsen zuigen de rupsen leeg.
De rupsen hebben door hun stekelige lichaamsoppervlak maar weinig vijanden. Als ze worden aangevallen bewegen ze gelijktijdig het achterlijf heen en weer wat dient om de vijand te verwarren. Ook kan de rups zijn maaginhoud ledigen over een vijand. Bij aanraking rollen de rupsen zich vaak tot een bal en laten zich op de grond vallen.

Nou...zo heb ik weer veel geleerd over dit mooie rupsje van een van de bekendste vlinders van Europa.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten