dinsdag 8 mei 2018

Dode huispitsmuis (Crocidura russula) op de stoep

Toen ik vanmorgen mijn hondje uitliet zag ik een dood spitsmuisje op de stoep liggen, vlak naast een container:


Als hij een zwembroekje aan had zou het nog kunnen dat ie lag te zonnebaden met dit prachtige weer (28 graden). Maar dat was toch niet het geval...haha.
Spitsmuizen behoren niet tot de knaagdieren zoals velen denken maar tot de orde van de insecteneters! Ze behoren tot de kleinste zoogdieren. In Nederland vinden we drie zoogdierfamilies die tot de insecteneters behoren: egels, mollen en spitsmuizen. De familie omvat 376 verschillende soorten in 26 geslachten en is daarmee een van de grootste zoogdierfamilies. 

Het zijn kleine, muisachtige dieren met een spitse snuit en korte poten. De ogen zijn klein, maar het gehoor en reukvermogen zijn goed ontwikkeld. Ze hebben korte haartjes, meestal bruinachtig of grijs van kleur.

Spitsmuizen bezitten een cloaca, net zoals de vogels, een primitieve uitgang van zowel het voortplantings- als het spijsverteringsstelsel. Bij de meeste zoogdieren zijn deze uitgangen gescheiden. De speekselklieren scheiden een giftiggoedje uit. Het grootste deel van de soorten leeft alleen en is zowel 's nachts als overdag actief. Spitsmuizen hebben een extreem hoge hartslag, van 600 tot 1200 slagen per minuut bij verhoogde intensiteit. Ze zijn ook heel erg beweeglijk. Ze leven relatief kort, maximaal 2,5 jaar. Zijn ook s'winters actief en houden dus geen winterslaap. Zijn belangrijkste voedselbron is de regenworm, naast insecten en slakken.

Maar ja, .....WELKE spitsmuis is dit nu? Er komen in Nederland een aantal soorten spitsmuizen voor. De diverse soorten zijn moeilijk uit elkaar te houden. De waterspitsmuis valt op door zijn zwarte vacht (dat is 'm dus niet) en de bosspitsmuis en de dwergspitsmuis hebben oranje punten aan de tanden (heb ik niet naar gekeken, ieks, maar zo te zien is 'm dat ook niet). De huisspitsmuis echter lijkt heel erg veel op de tuinspitsmuis en de veldspitsmuis. De tuinspitsmuis komt alleen in Zeeuws-Vlaanderen voor, dus....dan is het de huisspitsmuis of de veldspitsmuis. Gezien hij buiten in de woonwijk ligt zal het dus wel de huispitsmuis zijn. Ja, zo doe je dat als je niet weet met wat voor diertje je te maken hebt!

De huisspitsmuis heeft een grijsbruine vacht. De buik is iets lichter dan de rug, maar de overgang van rug naar buik is geleidelijk waardoor hij eenkleurig lijkt. Hij heeft oren die zichtbaar zijn en heeft witte tanden. Tussen de korte dichte beharing op de staart staan ook witte lange haren, waardoor de staart tweekleurig lijkt. De voeten zijn wittig.
Hij jaagt op ongewervelde dieren zoals insecten, spinnen, larven, pissebedden, slakken, wormen, motten, muggen en kakkerlakken, maar ook gewervelde dieren zoals hagedissen, jonge muizen en aas. Daar waar wespen- en hommelnesten op een bereikbaar plek zitten, worden ze wel eens geplunderd door de spitsmuis. De huisspitsmuis eet per dag 7-15 gram voedsel, dat is gelijk aan zijn lichaamsgewicht.
De voortplantingstijd duurt van februari tot november. Na een draagtijd van 28 tot 33 dagen worden 2 tot 10 (gemiddeld 4) kale en blinde jongen geboren. De ogen gaan open na 7 tot 14 dagen. Vanaf dat de jongen 14 dagen oud zijn, gaan ze ook mee met de moeder. Hierbij houden de jongen zich aan hun moeder en aan elkaar vast bij het lopen. Dit wordt ook wel karavaangedrag genoemd.
De jongen worden drie weken gezoogd. Na drie maanden zijn de jongen geslachtsrijp. Een vrouwtje kan 2 tot 5 worpen per jaar krijgen. Een huisspitsmuis kan 18 maanden oud worden.
De belangrijkste natuurlijke vijanden van de huisspitsmuis zijn uil en kat. Roofvogels en andere roofdieren eten de huisspitsmuis niet tot nauwelijks vanwege de stank die hij met zijngeurklieren kan voortbrengen. Daarnaast vormen voedselgebrek en kou bedreigingen, want dat kan tot een dodelijke shocktoestand leiden.

Huisspitsmuizen leven in allerlei soorten gebieden. In graslanden, bosranden, weiden, tuinen, parken, heggen en het gehele jaar door ook in gebouwen. Ze geven de voorkeur aan droge leefomstandigheden. In de nabijheid van menselijke nederzettingen is de huisspitsmuis vaak te vinden in huizen, boerderijen, stallen, schuren of kelders.
De huisspitsmuis kan goed graven, springen en lopen, maar klimmen of zwemmen doet hij niet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten