donderdag 10 mei 2018

Groote Heide: Mooie bos-wandeling ten noorden van Soerendonk

Soerendonk is omringd met een paar natuurgebieden:
Het Cranendonckse bos is een kleinschalig landschap met vochtig bos, dat overgaat in het dal van de Buulder Aa.
Het Goor, ten westen van Soerendonk is een deels moerassig natuurgebied dat wordt doorstroomd door de Naaste Loop, die stroomafwaarts overgaat in de Strijper Aa. Het Goor sluit aan bij de Groote Heide.
De Heide is een droog natuurgebied ten noorden van Soerendonk. Hier vindt je naaldbos en een heidegebied. Naar het oosten toe gaat het terrein over in het dal van de Buulder Aa, waarin een aantal interessante weitjes liggen. Ten noorden van dit gebied ligt een kampeerterrein: slot Cranendonck.

Hier een oude Kuyperkaart uit 1867 van Soerendonk:



Recreatiepark Slot Cranendonck is gelegen in de Groote Heide en op steenworp afstand van de Kempen, twee van de prachtigste natuurgebieden van Nederland (en België).
De Groote Heide is eigenlijk een vergeten naam voor dit gigantische grensoverschrijdende natuurgebied. Verspreid door het gebied liggen nog wel wat losse heidevelden die ‘Groote (of Grote) Heide’ heten, maar vroeger was er maar één. De Groote Heide strekte zich rond 1900 uit van Eindhoven tot over de Belgische grens: een afstand van wel 20 kilometer! Sindsdien zijn grote delen ontgonnen en vervangen door bos, weiden en akkers waardoor het gebied veel gevarieerder en landschappelijk aantrekkelijker is geworden. Bovendien werken natuurbeheerders aan herstel van voormalige heidegebieden.
Nu omvat de Goote Heide een gebied van 6000 hectare prachtige natuur. Grondgebied van zes gemeenten (Cranendonck, Eindhoven, Hamont-Achel, Heeze-Leende, Neerpelt en Valkenswaard) aan weerszijden van de Belgisch-Nederlandse grens. Gemeenten die samenwerken om "hun" natuur zowel te koesteren als meer bekendheid te geven. De Groote Heide is voor kenners en natuurliefhebbers uniek. Een groot deel is aangewezen als Natura2000-gebied. Wat betreft biodiversiteit behoort De Groote Heide tot de top-tien van Europa.

De Groote Heide kent een grote diversiteit aan bomen, planten en paddestoelen. Het uitgestrekte gebied bestond zo'n 100 jaar geleden vrijwel alleen uit heide. In de jaren dertig van de vorige eeuw werden er in Nederland en Belgie veel naaldbossen aangelegd op de hei. De vraag - onder andere voor de mijnbouw - was groot en werklozen werden massaal ingezet om bossen aan te planten. De Strabrechtse Heide, het Leenderbos en de Beverbeekse Heide zijn hier goede voorbeelden van. De laatste jaren zijn natuurorganisaties en gebiedsbeheerders actief om oude natuurtypen zoals de heide, weer in ere te herstellen. Zowel de naaldbossen als de aanpassingen en nieuwe indelingen van de laatste jaren hebben gezorgd voor veel nieuwe dier- en plantensoorten in het gebied. Wie oog heeft voor de flora-rijkdom komt in De Groote Heide ruimschoots aan zijn/haar trekken. En Ja, het is er ontiegelijk mooi. 

De fauna op De Groote Heide is van een ongekende rijkdom. Door de grote diversiteit van landschap en begroeiing is het soortenaantal waarschijnlijk zelfs groter. Onder die soorten ook enkele zeldzame en bedreigde dieren, zoals bijvoorbeeld het gentiaanblauwtje. Het oranje zandoogje komt er veel voor.
Een voorbeeld van een reptiel op De Groote Heide is de gladde slang. Kikkers zijn een van de drie groepen amfibieën, waar salamanders en wormsalamanders de anderen twee zijn.
De Groote Heide biedt een thuis aan talloze zoogdieren. Als het gaat om het 'echte' wild noemen we onder andere wilde zwijnen, reeën, vossen, hazen en bevers. Maar ook schapen en schotse hooglanders bepalen natuurlijk mede het beeld van dit gebied.
De Groote Heide is rijk aan water: rivieren/beken, sloten en vennen. Met name de beken zijn rijk aan soms bijzondere vissoorten. Veel beken ontspringen in het zuidelijke stuk van De Groote Heide, aan de Belgische kant. Ze meanderen langzaam naar het lager gelegen Nederland. Onderweg zijn er verschillende beken die samenkomen en vervolgens zetten ze de weg gezamelijk voort. Het vele water in De Groote Heide is niet alleen een verrijking van het landschap en een lust voor het oog, maar biedt - zeker in de beken - ook een unieke onderwaterwereld met tal van vissoorten die soms specifiek zijn voor onze laaglandbeken. We zien er o.a. beekforel en baars.

Kaartje van de gemeente Soerendonk en Sterksel met daarop aangegeven Soerendonk, Zittert, Koudeberg, Heikant, Gastel, Sterksel, Braak, De Heide, Oosteriksche Heide, Zevenhuizensche Heide, Holderden, Dijksche Heide, Schramberg, Delzerenberg, Winkelbeemden, Eikenschoor, Berg Akkers, Schepsel, Weijers, Turf water, Groot Witsel ven, Strijnel Witsel ven, Het Goor, Turf ven en Peel ven. Hierop kun je zien dat het gebied toen vnl bestond uit heide. De gemeente had in die tijd 900 inwoners en was 3342 hectare groot.

Hier groter te zien: https://www.atlasenkaart.nl/toonkaart.php?kaart=2447

Het stukje waar ik vandaag ben gaan wandelen ligt op De Heide. Een deel dus dat behoort tot d Groote Heide. In dit deel dus voornamelijk vcchtig bos.

Er was een weersomslag: in schril contrast met de afgelopen dagen waarop het rond 28-30 graden was, gaf de meter vandaag slechts 16 graden aan en zat de lucht potdicht met wolken.

Plaatje van Google maps:


En hoe ik gelopen heb: via de Molenheide en Raadbroekweg , de weg die na het Reepad komt een klein stukje ingereden en daar de auto geparkeerd:


Doordat alles zo vochtig en nat was, waren bloemen en bomen vandaag extra mooi fris gekleurd. Vandaar vandaag voornamelijk bosfoto's.

Een mooi breed goed begaanbaar zandpad met aan weerszijden bos:


De gewone vlier (Sambucus nigra) :


De vlier is een laatbloeier. Pas eind mei, begin juni hangen de bloemschermen zwaar aan de takken en openen zich de talrijke, vijftallige bloempjes. Een zoete, licht bedwelmende geur verspreidt zich. Het opengaan van de bloemen gaat in een fraaie beweging: van de bolvormige jonge trossen, via de vlakke, maximaal geopende bloemen naar de holle vorm van de uitgebloeide exemplaren. Tijdens de bloeiperiode zie je hoe algemeen aanwezig de Vlier eigenlijk is. Overal pronken de roomwitte bloemtuilen: in bossen, langs bosranden, in struwelen, houtwallen, parken en plantsoenen. Dichtbij zie je een actief insectenleven, vooral veel vliegen en kevertjes. Vlinders en bijen mijden de geur van de vlier liever. De bestuiving vindt plaats door insecten. De vruchten zijn in september en oktober rijp. De plant vermeerdert zich door zaad, dat met name door spreeuwen, die dol op de bessen zijn, wordt verspreid.

Tussen de hoge eikenbomen staan ook lager bomen en struiken:


In sommigen zijn spechtenholen te bespeuren:


Maar de spechten zelf heb ik niet gehoord of gezien, helaas:


Dit is een activiteitenveld van de scouting Kizito van Maarheeze:


Even verderop in het bos, een stukje van het pad af, lag deze kleine, ja wat is het eigenlijk, soort van ruine van een paar vierkante meter???


Geen idee en ook niet kunnen vinden wat dit is; het stond vol met water en er lag allerlei afval in:


Als er geen water in stond zou je denken dat er rechts aan de achterkant een trappetje naar beneden gaat:
wie het weet mag het zeggen, bijzonder is het wel!


En toen ineens, een prachtig veld vol met Lelietjes-van-dalen (Convallaria majalis) : de soortaanduiding majalis betekent 'van de maand mei':


Je ziet ze vaak in de rijkere bossen. Ze zijn hooguit 20 cm hoog.  De trossen met witte klokvormige bloemen vallen op tussen de grote plakkaten van lancetvormige, tamelijk grote bladeren. In het najaar vind je dan vaak de rode bessen, terwijl de bladeren al aan het verwelken zijn. De bloemen verspreiden een aangename geur.
Deze fragiel ogende plantjes kunnen hun territorium eindeloos uitbreiden door slim gebruik te maken van kruipende wortelstokken in de grond. Zelfs door de meest harde grondsoorten banen die wortelstokken zich een weg om een nieuw plaatsje te veroveren. Lelietjes-van dalen zijn daarom letterlijk moeilijk binnen de perken te houden.


De bloemetjes zijn prachtig, maar let op: het is een nogal giftig plantje. Aanraken mag maar bij inname kun je hartritmestoornissen krijgen en last van misselijkheid, braken en diarree. Opassen dus....laat ze maar liever staan!
Gedroogde bloemen werden vroeger toegevoegd aan snuiftabak.


Het bos is hier erg gevarieerd, en je ziet zowel hoge loofbomen, hier en daar een spar of denneboom. Maar ook veel lage bomen en veel groene struiken. Laag op de grond zie je veel brandnetels, varens en grassen. Er lopen veel wandelpaden door het bos:


Rare vorm:


Meestal is het kaal onder dennenbomen, maar hier is het lekker groen, dat ziet er vrolijk en fris uit. Hier veel varens:


Hier weer veel grassen:


Of allebei:




En weer een lelietjes-van-dalen plantsoen, door prikkeldraad omheind:


Af en toe wat leuke hoogteverschillen op het pad:


En hier en daar nog een klein stukje authentieke heide:


Ik besloot met mijn fotografie-maatje een paadje tussen de brandnetels door te lopen wat grensde aan een enorm landgoed:


Dat leek in eerste instantie leuk: we hoorden er veel vogeltjes en er stonden allerlei mooie bloemtjes die ik wilde fotograferen, maar plotseling kwamen er een aantal waak (herders)honden langs het hek gerend, die waren erg waaks, ze renden met ons mee en blaften heel hard. Dat vond ik best eng, de rillingen liepen over mijn rug. Ik heb ze niet aangekeken en ben rustig doorgelopen, maar het was nog een heel lang stuk te gaan; als ze er maar nergens uit kunnen ontsnappen!!!! God wat gingen die bestek tekeer, ze sprongen ook tegen het hek aan en wilden ons hier duidelijk niet hebben. Toen werd het plots muisstil en zagen en hoorden we ze niet meer...mss heeft de baas ze teruggefloten. Dit was een wijze les om nooit alleen het bos in tegaan. Je weet nooit wat er kan gebeuren. Ik was iig blij dat ik niet alleen was op dat moment.

Ik pakte na de schrik de draad weer op om foto's maken van de mooie bloemen, zoals dit: het Geel nagelkruid (Geum urbanum):


Een algemeen voorkomende, 30-60 cm hoge kruidachtige plant uit de rozenfamilie. De Nederlandse naam van deze plant heeft geen betrekking op de op nagels lijkende weerhaakjes van de vruchtjes, maar op het feit dat de wortel naar kruidnagel ruikt. De vruchten hebben duidelijk haakvormig gekromde naalden. Hierdoor blijven ze gemakkelijk in de vacht van dieren haken (of in de kleding van mensen!), waardoor ze over grote afstanden verspreid kunnen worden.


Dit is de prachtige Oosterse karmozijnbes (Phytolacca esculenta):


Hij blijkt zomaar te zijn komen aanwaaien en men denkt dat ie niet zomaar weer verdwijnt. Hij verspreidt zich erg gemakkelijk met zijn knolachtige wortels die diep de grond zitten.
De naam is afgeleid van het Griekse ‘phyto’, of plant en anderzijds het Latijnse ‘lacca’ wat je kunt vertalen met lak of verf. Dat verwijst naar het donkerrood pigment dat de Indianen vroeger uit het sap van de rijpe bessen haalden om er hun wol, sierraden en gebruiksvoorwerpen mee te kleuren. De kleurstof werd ook gebruikt als rode inkt.
Ik vind het een mooie plant, zeker in het voorjaar als de trossen witte bloemetjes uitkomen. De besjes die daarna ontstaan kleuren van lichtgroen naar donkerrood en zijn, evenals de wortels van de plant, zeer giftig. Oppassen dus.

Mooi al die verschillende wilde bloemen en planten kriskras door elkaar:


En dit mooie rose bloempje is de Dagkoekoeksbloem (Silene dioica):


Zo vanaf midden april in de rand van struwelen, in natte graslanden, aan slootkanten en in loofbossen zijn deze roze bloemen van de Dagkoekoeksbloem te zien. De bladeren zitten tegenover elkaar aan de stengels en zijn net als die stengels behaard. Het meest opvallend zijn de regelmatige, vijftallige roze tot rode bloemen boven in de plant. Er bestaat ook een avondkoekoeksbloem.

Ik kwam toen uit op een pad in het bos, evenwijdig een de Raadbroekweg, met een braakliggend akkerland: 


Omgeven door een mooie bosrand met struwelen:


Een aan de Raadbroekweg zelf lag een mooi stuk land met aspergebedden onder plastic:


De eerste asperges steken hun kopjes al boven de grond, klaar om gestoken te worden: hmmm....


En zo bereikte ik de auto weer. Het was een leuke wandeling, lekker fris, letterlijk en figuurlijk. Helaas weinig vogels gehoord en insecten gezien, waarschijnlijk doordat het zo fris was. Maar mijn hoofd is weer lekker doorgewaaid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten