donderdag 10 mei 2018

Wandeling bij bijenhotel Cranendonck: dazenvallen geplaatst

Na de wandeling op de Heide nog even naar het andere deel van het Cranendonckse bos geweest: bij het kasteeltje en insectenhotel. Kijken of er rond of in het spechtennest al activiteit is. Maar dat was jammergenoeg niet zo.

Er viel me meteen op dat er iets geplaatst was nabij het insectenhotel. Nee....geen ufo haha.....: het is een zgn dazen- en muggenval, die er geplaatst is door de faculteit Wageningen:


In totaal zijn er in onze gemeente Cranendonck 11 geplaatst voor de duur van 6 maanden. De gemeente heeft daartoe opdracht gegeven om te meten hoeveel dazen en muggen op welk tijdstip en welke soorten in het seizoen aanwezig zijn.




Maar er vliegt natuurlijk vanalles in de val, niet alleen muggen en dazen:


Hoe het werkt? 
De vrouwtjes dazen bijten je voor bloed omdat ze dit gebruiken voor de voortplanting en de productie van eitjes. De daas zal niet zoals een wesp, vlinder of strontvlieg op geur afkomen. Dazen gebruiken voor het vinden van hun prooi  hun infrarode ogen en zien hiermee enkel warmte en beweging.
De dazenval en de werking van een dazenval speelt hier precies op in. De dazenval heeft namelijk een zwarte bal hangend onder aan de trechter ( fuik) welke warm word door de zon. De bal hangt, is bewegelijk door de wind en word door de daas aangezien als paard, koe of mens kortom een heerlijk hap! De dazenbal word doordat deze zwart is ook nog eens warmer als de rest ( jezelf,vrienden/bezoekers of je vee) en daardoor ben jij of het dier een stuk veiliger. De werking is daarom erg simpel maar hoogste effectief.

Dazen bevinden zich graag in schaduwrijke gebieden, rondom bosjes, en zal nooit langdurig in de zon vliegen. De dazenvanger moet op een plek staan waar de zon de bal goed kan op warmen. Eenmaal op de bal geland onder aan de dazenvanger zal de daas al gauw merken dat hier geen bloed in zit en er weinig te happen valt. Nu komt het! De daas vliegt weg en kan dit alleen rechtstandig en om hoog (opzij vliegen doen ze niet bijna niet ). Zo vliegen de dazen  via de trechter door de H-trap in het opvangreservoir in en is er geen weg meer terug!

Bij een grote plaag kunnen worden er makkelijk een paar honderd gevangen.

Aan de overzijde van het bruggetje staat er nog een:




Evenals nabij de ruines van het kasteel:


Maar ik kwam natuurlijk ook kijken naar de bloemen en de insecten:
Dit fraaie bloempje is de Bolderik (Agrostemma githago):


De Bolderik is een grote, opvallende, bekervormige bloem met licht tot donkerroze blad met een contrasterend licht, wit hart op fragiele, grijsgroene stengels met dun, scherp grijsgroen blad. Het is een plant uit de anjerfamilie en  vroeger zag je ze veel in korenvelden tussen de korenbloemen en de klaprozen.


Een naakslakje, de Rode wegslak (Arion rufusje) dit keer:


Deze naaktslak kan bijna 20 cm lang worden en 2 cm breed, maar de meeste exemplaren zijn veel kleiner, ongeveer 10 tot 15 centimeter. De kleur is variabel, van oranje tot knalrood, maar ook bruine, groengrijze en geheel zwarte exemplaren komen voor, die echter altijd een rode rand rond de voet hebben.
De kop en tentakels zijn bruin tot donkerbruin en hebben een zeer kenmerkende lijnentekening, die bij zwarte exemplaren niet te zien is. Het mantelschild is ovaal en net voor het midden zit de ademopening.
Bij verstoring krimpt de slak ineen en vormt een bal, terwijl de huid slijm afscheidt ter verdediging. De huid van het mantelschild lijkt op fijn schuurpapier, de huid erachter is sterk in de lengte gerimpeld en heeft daardoor een regelmatig patroon van langwerpige bultjes. De voet is gespierder dan bij veel andere soorten, en kent een duidelijk golvende beweging bij het kruipen.

Dit is de enige echte Strontvlieg (Scathophaga stercoraria):


Een insect uit de familie drekvliegen. Deze 5 tot 10 millimeter lange vlieg is bruingeel tot oranje van kleur, de vrouwtjes zijn vaak meer grijs of groen. Dit is dus een mannetje. De vlieg heeft aan de onderzijde een gele, dichte en korte beharing, en op de bovenzijde en de poten een langere, zwarte beharing. De ogen zijn rood en kenmerkend zijn de tasters die erg kort zijn maar recht naar voren steken.
Helaas is er geen nettere benaming voor deze strontvlieg: zelfs de Engelse benaming is niet veel beter, yellow dung fly of golden dung fly. Dung betekent ook gewoon stront.


Dit aparte vliegje is denk ik de Gewone Snipvlieg (Rhagio scolopaceus):


Ik heb heel erg lang moeten googlen eer ik ergens een insect vond wat op hem leek. Ik dacht eerst zeker te weten dat het een daas was. Maar later vond ik een evenbeeld op de site van mijninsectenwereld. Ik ben er nu van overtuigd dah te de gewone snipvlieg is. Ik heb hem aangemeld bij waarnemingen in de hoop bevestiging te krijgen.
Ze behoort tot de zgn. snavelvliegen of snipvliegen en zijn een familie van insecten uit de orde vliegen en muggen of tweevleugeligen waarvan er wereldwijd wel 500 soorten voorkomen.

De vliegen hebben een slank lijf met lange poten. Opvallend is de krachtige zuigsnuit waarmee in het voedsel geprikt wordt. Is helaas op mijn foto niet te zien. Het is een 8 tot 16 millimeter grote vlieg. Ze komt vooral voor in het bos en aan de bosranden. Ze zitten vaak op boomstammen met gespreide poten en met het borststuk omhoog. Dat is hier wel weer goed te zien. Het schijnt een typische "jachthouding" te zijn om zo vrouwtjes snel te bereiken.


Meestal wijst de kop daarbij naar beneden. Ze voedt zich met kleine insecten en waarschijnlijk ook met honingdauw en plantensap. De gewone snipvlieg legt haar eieren in de regel afzonderlijk van elkaar op de grond, in mest of dood hout. De larven leven op en in de bodem tussen mos, dode bladeren, in mest en onder de schors van bomen. De larven overwinteren meestal in de grond.

Leuk apart vliegje!

Nog even een paar foto's van bloemen en plantjes. Vaker gaan kijken op een bepaalde plek door de jaargetijden heen geeft je een leuke kijk op alle stadia van de betreffende planten of bloemen.

Deze enorme plant heeft een toepasselijke naam gekregen: het is de Reuzenbereklauw (Heracleum mantegazzianum):


De plant heeft klauwvormige bladeren. Ze is verwant aan de gewone berenklauw, maar veel groter. Hij kan, afhankelijk van de groeiplaats, in de lente in een paar maanden tijd uitgroeien tot een hoogte van 4 meter. Afhankelijk van de groeiplaats zullen de zaailingen na een of meerdere jaren de bloeifase bereiken. Het eerste jaar blijft de plant laag ( 50 cm), het jaar erop is hij meestal volgroeid, en bloeit van juni tot augustus met een variabel aantal samengestelde schermen vol witte bloemetjes. Na de bloei sterft de plant af.
Hij is vooral te vinden langs wegen en op plaatsen die niet begraasd of bewerkt worden. De plant komt veelal voor op ruderale terreinen met verstoorde, voedselrijke grond.

Dit is kamille nog in de knop: de echte kamille (Matricaria chamomilla): 


De echte kamille heeft meestal een vrij sterke geur. De plant is eenjarig, kan 20-40 cm hoog worden en bloeit van mei tot eind september. De bloem heeft een witte stralenkrans van lintbloemen en vijftandige buisbloempjes. De witte lintbloemen buigen aan het eind van de bloei naar beneden. De hoofdjes zijn tamelijk lang gesteeld. Van deze plant worden de gedroogde blaadjes gebruikt voor de thee.

Dit is de klaproos nog in de knop: de Klaproos of papaver (Papaver): 


Het is een geslacht van bloeiende planten. Een bekende soort is de slaapbol  waaruit opium gewonnen wordt. Maar dat is niet die op deze foto: dat is de wilde klaproos oftwel de papaver:


In de knop ook heel mooi om te zien:


Na de bloesem komen er al ieniemienie appeltjes tevoorschijn:


Dit is de Veldzuring (Rumex acetosa):


Deze plant komt heel veel voor in extensief beheerde bermen en graslanden, dus op een vochtige en verrijkte of voedzame grond. Groeit in de halfschaduw maar staat veel liever in de zon. Kan wel tot een kleine meter hoog worden maar blijft in mindere omstandigheden een stuk kleiner. Bloeit in het voorjaar en kleurt dan massaal  graslanden rood, wat mooi is om te zien. Een vormenrijke plant wat duidelijk aan blad maar ook aan het zaad te zien is. Het zaad heeft een vleugel, soms met haakjes maar ook soms met een blaasje waar door het zaad blijft drijven.  De vrouwelijke vorm komt veel meer voor.

Dat was het weer voor vandaag. Altijd leuk om ergens een klein rondje te wandelen en te kijken hoe bepaalde planten of bloemen er bij staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten