Trechterweb van de trechterspin ( Agelanida)

Op 29 juni trok ik na een regennacht naar het Keelven in Someren om in alle vroegte foto's te maken. Ik wilde foto's maken van de dauw en regendruppels in de natuur. De lucht was zwaar bewolkt en het was fris en saai, want insecten waren in geen velden of wegen te bekennen.
Maar al vrij snel kwam ik iets heel bijzonders tegen, wat na googlen bij thuiskomst een zgn "trechterweb" bleek te zijn: een web van de trechterspin.

Ik had dit nog nooit eerder gezien dus dat moest ik even van dichterbij bekijken:

zelfs de regendruppels op het web leverden een prachtig plaatje op:

Spinnenwebben zijn een manier voor spinnen om aan voedsel te komen. Het is een soort van insectenval. Als een insect het web raakt gaan de draden trillen en weet de spin dat er een prooi in zijn web zit en komt tevoorschijn. Hij spuit dan eerst vergif in de spin, omwikkelt hem daarna meestal met webdraden en zuigt hem daarna leeg. Niet altijd hebben de draden kleefstof waarin het insect blijft plakken. Als dat wel zo is heeft de spin voor zichzelf andere aparte kleefloze draden gesponnen waarlangs hij zelf zijn weg snel kan vinden.

De meeste spinnen zijn webbenbouwers maar niet allemaal. Zo blijken er verschillende vormen van webben te bestaan die we in Nederland zien:

• wielweb
• hangmatweb
• matweb
• trechterweb
• kaardeweb
• galgweb

Ik hoop ze allemaal een keer te kunnen fotograferen. maar vandaag dus het trechterweb.

Het trechterweb ziet eruit als een trechter: breed van boven en spits toelopend naar beneden. Aan de onderkant is een opening om het matweb in de gaten te houden en bij dreigend gevaar te kunnen schuilen.

Dat had ik al ondervonden: toen ik dichtbij het web kwam kon ik de spin zien die toen snel het holletje in schoot.

Het matweb bestaat uit een aantal lagen horizontale spinnendraden, zoals een mat. Tussen de lagen liggen nog verschillende dicht op elkaar liggende spinsellagen als een extra obstakel. het zijn geen kleefdraden. Prooien, zoals lopende insecten blijven daarin vasthaken en kunnen niet meer vluchten en worden ingehaald door de spin.

In Nederland komen 14 soorten trechterspinnen voor. De bekende harige huisspin  (Tegenaria Domestica) behoort ook daartoe. Ze hebben een slank achterlijf met donkere banden, chevronstrepen en stippen. Ze hebben 8 ogen en harige poten. Het lichaam heeft geveerde haartjes. Ze zijn ongeveer 1/2 tot 2 cm groot.

Het vrouwtje voedt de jongen met opgebraakt voedsel. Als de moeder onverhoopt dood gaat eten de jonge spinnetjes haar op.

Ze komen voor in hooilanden, tuinen, steenhopen en schuren en in het struikgewas.

En dat was waar ik het vond: in het struikgewas aan het Keelven.

Op onderstaande foto zie je de spin in haar trechterweb:

klik op plaatje voor vergroting

Ondanks dat dit het enige mooie was wat ik die ochtend had gezien was het zeer de moeite waard en ben ik blij met deze mooie foto's.